Trouw (13 juni 2015)
Hoe plunder je een land?
Grote bedrijven en lokale elites werken samen in Afrika om de grondstoffen te plunderen, schrijft Tom Burgis in zijn nieuwe boek The Looting Machine (De plundermachine). Dat zegt wel wat, want Burgis is journalist voor de Financial Times, dat nou niet direct als radicaal blaadje bekendstaat.
116 x bekeken- Lees ook: Traditionele ontwikkelingssamenwerking volstaat niet meer (Inter Press Service)
Een land plunderen is helemaal niet zo makkelijk als je denkt. Als je olieminister bent in, zeg, Angola, kun je niet zomaar een greep doen uit de kas, want dat komt direct uit. Je moet het ingenieuzer aanpakken. Dan neem je bijvoorbeeld een Chinese zakenman, liefst met goede connecties in Beijing, en met een rits obscure dochterbedrijven op de Maagdeneilanden, officieel op naam van bijvoorbeeld een geliefde. Daar vorm je dan een joint venture mee om een bod te doen op een olieconcessie, door je eigen ministerie uitgegeven. Een deel van de winst komt netjes in de boeken, een ander deel gaat via belastingvrije eilanden richting de Chinese firma, maar niet voordat het langs jouw strijkstok is geweest. Het is helemaal mooi als de Chinees als tegenprestatie ook nog een paar miljard leent aan je regering, in ruil voor olievaten voor China – dan zitten beide regeringen in de pocket, en bovendien verloopt dit via nog een ander dochterbedrijf van de Chinees die jou netjes betaalt voor advieswerk.
Dit voorbeeld is niet zelf bedacht. Het is een van de constructies die leden van de Angolese elite hebben opgetuigd. Het schimmige bedrijf is de Queensway Group uit Hongkong. Dat speelt een prominente rol in het boek The Looting Machine, oftewel: de plundermachine. Tom Burgis, een onderzoeksjournalist, analyseert hierin hoe de bodemschatten van Afrika stelselmatig worden geplunderd door een corrupte elite, in samenwerking met multinationale bedrijven. Om het voorbeeld van Angola af te maken: in de jaarrekening van dat land mist tussen 2007 tot 2010 maar liefst 29 miljard euro. Kwijt, verdwenen in zakken die geen naam hebben, maar wel naar olie ruiken.
Gelegitimeerde plunder
Vroeger waren het de koloniale legers die Afrika beroofden van zijn bodemschatten, van olie en goud, van diamanten en koper. Nu, zegt Burgis, zijn het legers van advocaten van grote multinationals, die Afrikaanse landen strenge voorwaarden opleggen maar zelf via hun duizenden dochterbedrijven op verre eilanden amper belasting afdragen. Er is dus niet één machine. Er is een netwerk van elites en bedrijven die zichzelf verrijken ten koste van de arme bevolking. Het is niets minder dan gelegitimeerde plunder, zegt Burgis. En dat is nogal een uitspraak, voor een journalist die niet voor een links krantje schrijft maar voor de degelijke kapitalisten van de Financial Times.
Het boek is pittig, maar toch spannend. Dat komt doordat Burgis tot hoge kringen weet door te dringen. Maar ook doordat hij reportages uit alle hoeken van Afrika aan elkaar weeft via het bedrijf uit bovenstaand voorbeeld: de Queensway Group, opgericht door een mysterieuze Chinees met een spionageverleden en een diepe portemonnee: Sam Pa. Hij heeft Nigeriaanse olie en Zimbabwaanse diamanten, hij zit in Guinee, Sierra Leone en Mozambique en belegt het geld in vastgoed op Wall Street en in Pyongyang.
Met dit bedrijf als leidraad behandelt Burgis alle aspecten van de beruchte "vloek van de bodemschatten". Hoe komt het dat landen gemiddeld armer zijn naarmate ze meer grondstoffen bezitten? Waarom is er honger in landen wiens grondstoffenexport maar liefst zeven keer zo veel waard is als de ontwikkelingshulp die ze krijgen? Er zijn verschillende oorzaken, maar de kern is de schimmige alliantie tussen de internationale industrie en binnenlandse elites. Deze laatste, die functioneren als parallelle overheden, worden voorzien van cash door bedrijven als de Queensway Group, in ruil voor een stuk van de taart. Maar ook door gevestigde westerse bedrijven, die miljardenwinsten maken maar amper belasting betalen.
Mijnbouw hoeft geen plundering te zijn, zegt Burgis. Hij kent heel veel medewerkers van olie- en mijnbouwbedrijven die heel oprecht en eerlijk zijn. Maar, zegt hij, de "machinerie is sterker dan zij". En dat geldt ook voor ons, want ook wij zijn ermee verweven, door de diamanten, de smartphones en de benzine die we kopen.
Het boek is niet licht verteerbaar. Op een gegeven moment raakt de lezer de weg wel een beetje kwijt in het woud van constructies, voorbeelden en analyses. Een paar schema's of zelfs een mindmap zouden niet verkeerd zijn geweest. Een minpunt is ook dat Burgis wel heel makkelijk stelt dat we allemaal deel van het probleem zijn. Kan het anders dan? Helpt het om dan maar geen diamanten, mobieltjes of benzine te kopen? Veel lezers zullen zich vooral schuldig voelen.
Maar misschien is dat niet erg. Zoals ik eens las in een interview met een commentator uit Afrika: "Jullie hebben alles al, nu willen jullie ook nog een goed geweten?"
Tom Burgis, The Looting Machine. Warlords, Tycoons, Smugglers and the Systematic Theft of Africa's Wealth (William Collins).
Gerelateerde artikelen
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Nederland volledig vegan: het kán (De Groene Amsterdammer)
- Hoe Hollandse zaadbedrijven de wereld veroverden (De Groene Amsterdammer)
- 'Ik ben keiblij dat ik dit mag doen' (De Groene Amsterdammer)
- Docu: Vlucht uit Noord-Korea (VPRO Gids)
Gebruikte Tags: afrika, armoede, boeken, dictatuur, duurzaam, economie, globalisering, recht