Kijk Special Revolutie! (juni 2017)
De social-mediarevolutie van Oudheid tot nu
De smartphone heeft een revolutie veroorzaakt in onze manier van communiceren. Maar vergeet niet dat die revolutie al eeuwen geleden begonnen is. Het schrift, de drukpers en de telegraaf veroorzaakten al ware social-mediarevoluties die de wereld volledig op z'n kop zetten.
501 x bekeken- Lees ook: Marokko gaat de Saharazon uitbaten (VPRO Gids)
1. Het schrift
Op een gehavend Grieks kopje dat is opgedoken in de Middellandse Zee staat een op het eerste gezicht gewone tekst. 'Ik ben het kopje van Nestor', begint de tekst. Het is een bijzonder kopje, om twee redenen. Ten eerste is het één van de oudst bekende zinnen in het Griekse alfabet. Ten tweede is het een gesproken tekst, die op een voorwerp is geschreven in de ik-vorm. Een soort spraakballonnetje dus. Zo vanzelfsprekend is het niet dat tekst een verlengstuk is van spraak.
De eerste kleiteksten die we kennen, met schrift in de vorm van spijkertjes, stammen uit 3400 voor Christus uit de Mesopotamische stad Uruk. Er werd uitsluitend geschreven in bullets, zou je kunnen zeggen: contracten of inventarislijsten. Ieder symbool correspondeerde met een bepaald voorwerp. Dit schrift had dus nog helemaal niets met spraak te maken. In China gebeurde dit overigens pas tegen 1500 voor Christus, op zijn vroegst, in een geheel eigen schrift.
In de loop der eeuwen verschenen er steeds meer symbolen die klanken of lettergrepen symboliseren. Met deze innovatie werd het mogelijk om abstracte en complexe zinnen vast te leggen. Deze vinding begon vanaf 2600 voor Christus heel Mesopotamië en Egypte te veroveren.
Veroveren kun je letterlijk nemen. Antropologen zien namelijk een duidelijk verband tussen het schrift en onderdrukking. Voor het schrift kon je alleen invloed uitoefenen via het woord, dat vluchtig en tijdelijk is. Maar met het schrift werd het ineens mogelijk om een gebied te onderwerpen, wetten uit te vaardigen, belasting te heffen en de mensen onderworpen te houden. Pas met het schrift konden de grote veroveringsrijken opkomen.
Maar het schrift leidde tot nog iets anders. Het schrift leidde tot een andere manier van denken. Daar was dus wel de denkstap voor nodig om niet een lijst, of een wet, maar een gesproken woord op schrift te stellen, zoals in het voorbeeld van het kopje. Langzaam maar zeker werd de tekst een verlengstuk van de geest, en kwam daar ook los van. Het ging op zichzelf staan. De letter maakte abstract denken mogelijk, logica. En daarmee ook wetenschap, geschiedenis en literatuur.
Het complexe schrift was aanvankelijk vooral een handig instrument voor de machthebbers. Maar langzaam maar zeker sijpelde de techniek door naar de massa. Een paar innovaties waren daarbij cruciaal. In de regio waar Semitische, Fenicische en Griekse volken elkaar ontmoetten, ontstond op een bepaald moment een schrijfwijze waarbij één teken correspondeerde met één medeklinker. De Grieken voegden daar vervolgens ook nog klinkers aan toe. Zo ontstond iets radicaal nieuws: het alfabet, een tool die gewone stervelingen in een paar jaar konden leren beheersen. Een techniek dus, die alle mensen, van hoog tot laag, in principe de kans gaf om te communiceren op afstand en te leren logisch te denken. Dit was werkelijk revolutionair.
Het alfabet maakte de brief mogelijk, pure sociale media. Sommige mensen wisten hele netwerken van briefschrijvers op te zetten, om maar niks te missen van wat er in de wereld gebeurde. De Romein Cicero was zo'n bekende social-mediagebruiker, die iedereen opriep om hem nieuws en roddel te sturen. En net als wij werd hij bedolven onder onzinnieuws. 'Denk je echt dat ik van jou de resultaten wil horen van de gladiatorgevechten?', klaagde hij eens tegenover een vriend die hem elke dag updates stuurde.
Vooral de nieuwe beweging van christenen, waar veel arme en gewone mensen bijhoorden, bracht het schrift naar de massa. Zij leunden sterk op geschreven teksten om hun leer te verspreiden. Met hulp van sociale media bereikte de apostel Paulus in de eerste eeuw na Christus meer mensen dan Cicero, en de kerk gebruikte nieuwe technologie (het boek, het paginanummer) om lezen makkelijker te maken. Dit zou het aanzien van de wereld volledig veranderen.
De elite had de letter uitgevonden, maar de massa had dit geheime wapen gestolen, en kon voortaan zelf meedoen.
2. Boekdrukkunst
Na de val van het Romeinse Rijk nam de geletterdheid dramatisch af. Alleen de monniken in de kloosters namen de tijd om boeken over te schrijven, maar dat was erg duur en tijdrovend. Bovendien kwam er geen papyrus meer uit Egypte, dus het was behelpen met peperduur perkament, gemaakt van dierenhuid.
De kerk was een radicale sociale beweging geweest, maar dat vuur was op veel plaatsen gedoofd. Mensen die de Bijbel in spreektaal wilden vertalen, werden met harde hand bestreden. Radicale hervormers protesteerden tegen het machtsmisbruik en waagden hun leven door de Bijbel bij het gewone volk te brengen. Maar het bleef bij lokale bewegingen. Een andere belangrijke vernieuwing waren de universiteiten. Door de toegenomen handel groeide de honger naar kennis over de klassieken. Maar geschreven kennis bleef een voorrecht voor de elite. In 1424 had zelfs de Universiteit van Cambridge maar 122 boeken staan.
Halverweg de 15e eeuw deed een Duitse goudsmid, Johann Genfleisch zur Laden zum Gutenberg, een wereldschokkende uitvinding: de drukpers. Dat was een efficiënte manier, gebaseerd op de nieuwste metallurgische inzichten, om drukletters te gieten en daarmee inkt te persen op papier, een niet lang daarvoor uit China overgewaaide techniek. Er waren een paar mensen voor nodig om de drukpers te bedienen, en het was een monnikenwerk om genoeg drukletters te gieten om een pagina te kunnen printen. Maar als je dat eenmaal had gedaan, kon je productie draaien. In 1455 printte Gutenberg de hele Bijbel in 180-voud.
Dit sloeg in als een bom. De technologie verspreidde zich razendsnel over Europa. Het apparaat maakte in één klap alle overschrijvende monniken overbodig. Daarmee kelderde de prijs van boeken en kwam het lezen binnen bereik van gewone mensen. In 1500 hadden 250 Europese steden een drukpers geïnstalleerd. Overheden controleerden streng of er niks subversiefs werd gedrukt.
Toen kwam Maarten Luther. In 1517, precies vijfhonderd jaar geleden, raakte hij verzeild in een conflict met de paus. In 95 stellingen legde hij uit waarom de kerk corrupt was en waarom er iets moest veranderen. Op zich niet zo nieuw, maar het nieuwe van Luther was dat hij enorm goed kon schrijven. En dat er drukkers waren die hun publiek maar wat graag wilden voorzien van interessante kennis. In het gefragmenteerde Duitse rijk, waar iedere regio zijn eigen bestuur had, kon niemand voorkomen dat de persen zijn pamfletten en geschriften kopieerden. Ze waren razend populair. Net als vandaag de dag twitterberichten eenvoudig kunnen worden geshared en zo de wereld rondgaan, werden de pamfletten van Luther gelezen, vertaald en opnieuw gedrukt. En hij bleef maar schrijven. Naar schatting 20 procent van alles wat er in de 16e eeuw is gedrukt, was van de hand van Marten Luther. Een bijbelvertaling, door hem gemaakt, in het Duits, werd een miljoen keer verkocht.
De drukpers maakte het onmogelijk voor centrale machten (zoals de paus) om voor te schrijven hoe je moest denken of lezen. Iederéén ging nu lezen. Dat was niet alleen een stimulans voor kerkvernieuwing (de Reformatie) maar ook voor een nieuw fenomeen: individualisme. Niemand kon het volk nog dom houden.
Hoewel… als je leert hoe je zelf de Bijbel moet lezen, of een mooi filosofisch geschrift, kun je die vaardigheid natuurlijk ook gebruiken om in je eentje Franse sekspamfletjes te lezen, of roddels over de koning. Word je daar per se slim van? De drukpers was nog maar net uitgevonden of Erasmus klaagde al dat dat vermaledijde ding 'de wereld vult met pamfletten en boeken die dwaas zijn, onwetend, kwaadwillig, lasterend, krankzinnig, goddeloos en subversief.' Door de stortvloed aan onzin hadden mensen geen zin meer om serieuze dingen te lezen, vond hij.
Andere mensen waren optimistischer. 'De drukpers zorgt ervoor dat feiten en ontdekkingen in veel kortere tijd veel meer mensen bereiken', schreef Markies de Condercet in de 18e eeuw. 'Dat leidt tot een krachtige publieke opinie, want de motieven sturen alle gedachten in één keer, hoe ver mensen ook bij elkaar vandaan zijn.' Volgens De Condorcet zouden recht en rede nu overwinnen. Leugens zouden in de toekomst niet meer bestaan.
Helaas. Iedereen had een andere mening over wat recht en rede was. De drukpers werd de motor van een ware pamflettenoorlog, die in 1789 uitliep op een bloedige revolutie en vervolgens een terreurbewind. De Condorcet stierf uiteindelijk in de cel. De pers geeft vleugels aan de menselijke geest, schreef iemand eens. Maar het zijn zowel mooie als lelijke gedachten die vleugels krijgen. Ze blijven niet in de groep, maar reizen de wijde wereld in. De drukpers bracht die wereld in een versnelling.
3. Telegraaf en radio
Snelheid is macht. Dat wisten beleggers twee eeuwen geleden al. Nathan de Rothschild wist in 1815 steenrijk te worden door gebruik te maken van de snelste communicatietechnologie van zijn tijd: de postduif. De rest koerierde nog te paard, de slome duikelaars. Rothschild was daardoor de eerste in Londen die wist dat Napoleon de slag bij Waterloo had verloren, waarna hij zich massaal inkocht in de Engelse staatfondsen die even later in waarde stegen.
Er bestonden al voorlopers van kranten. Maar het kon nog steeds heel lang duren voordat nieuws bij de mensen was. De ontdekking van elektromagnetisme bracht daar voorgoed verandering in. Door op een slimme manier elektriciteit door een kabel te sturen, kon het aan het andere eind van de lijn een magnetische naald laten uitslaan. Dit leidde tot de derde social-mediarevolutie in de wereldgeschiedenis, met dank aan uitvinder Samuel Morse.
Morse liet in 1844 zien waar elektromagnetisme toe in staat was. Via een kabel, die hij had aangelegd naar Baltimore, deelde hij het verslag van een politieke conventie die had plaatsgevonden in Washington, 71 kilometer verderop. Hij gebruikte daarvoor een code die naar hem werd vernoemd, gebaseerd op korte en lange piepjes. Zijn "telegraaf" was een doorslaand succes.
In enkele jaren tijd werden er honderden, duizenden kilometers kabel aangelegd, met telegraafkantoren waar operators de boodschappen verstuurden en ontvingen. Tussen de officiële boodschappen door werd er door deze operators een hoop gekletst, met afkortingen zoals G M (goedemorgen) of SFD (stop for dinner). Whatsappen op zijn 19e-eeuws.
De telegraaf leidde al snel tot de telefoon. Maar nog belangrijker: tot de radio. Op basis van de nieuwste kennis over elektromagnetische golven wist Guglielmo Marconi in 1896 een draadloze telegraaf te maken. Die meteen een succes werd. Voor de Eerste Wereldoorlog waren er alleen al in de VS 175.000 zendamateurs die elkaar berichten stuurden. Dat ging eerst nog in morsecode, maar toen de elektronenbuis werd uitgevonden en in de Eerste Wereldoorlog gemeengoed werd, werd het mogelijk om menselijk geluid over grote afstanden uit te zenden en op hetzelfde moment te ontvangen.
We beseffen niet altijd hoe radicaal dit was. De radio was in staat om voor het eerst mensen in het hele land op één moment met elkaar te verbinden. Dit was een geweldige macht. Net als bij de drukpers – en bij twitter – dachten sommige mensen dat de wereldvrede zou aanbreken. Zoals Marconi zelf zei: 'De draadloze eeuw zal oorlog onmogelijk maken, want oorlog wordt belachelijk.'
Maar opnieuw is de vraag: wie beheerst de radio? Met de radio werd het ook mogelijk om die ene massa te laten kolken van nationalisme en jodenhaat, om maar iets te noemen. De Duitse Nazi's wilden dat ieder huishouden een radio zou krijgen, zodat iedereen tegelijk verbonden kon worden met de charismatische tirades van Adolf Hitler. Eén van zijn medewerkers zei na de oorlog dat de radio had geholpen om 'tachtig miljoen mensen van hun zelfstandig denken te beroven en te onderwerpen aan de wil van één man'.
De telegraaf en de radio bracht mensen veel en veel dichter bij elkaar. Het kostte tot begin 19e eeuw twee tot drie dagen om Holland naar Groningen te komen. Zelfs met de trein deed een pakketje er later die eeuw nog tien uur over. Met de radio en de telegraaf, zou je kunnen zeggen, kromp de ruimte ineen. De wereld werd één. In de Middeleeuwen was je lid van een gemeenschap. In de twintigste eeuw werd je deel van een massa. Een mondige, machtige massa.
4. Internet
Op dit moment bevinden we ons nog op de hoge golven van een nieuwe social-mediarevolutie. Door de uitvinding van de computer en de ontwikkeling van internet werd het eind 20e eeuw mogelijk om digitaal met elkaar te communiceren. Door de voortstormende chiptechnologie kwam deze techniek letterlijk in onze handen terecht. Een paar miljard mensen zijn nu uitgerust met een apparaatje dat continu in verbinding staat met andere apparaten. Via Whatsapp vertellen we onze hele vriendenkring wat we eten. Via Facebook krijgen we beelden van opstanden in verre landen. Via Google doorzoeken we alles wat overal op aarde digitaal door bloggers wordt genoteerd. En via Twitter zijn we allemaal schrijvers geworden die onze ideeën de wereld in slingeren. Die wereld is radicaal veranderd.
Wat dit precies betekent, is nog niet goed te vertellen. Alles is nog in beweging. Mediabedrijven nemen elkaar over en de technologieën volgen elkaar snel op.
Mediakenners hebben de hoop dat dit eindelijk een einde maakt aan de massamedia van vroeger. De drukpers en de radio konden nog relatief makkelijk worden gecontroleerd of zelfs uitgebuit worden door machthebbers. Het was nog eenrichtingsverkeer. Maar met sociale media is iedere ontvanger ook auteur geworden. Dat zagen we heel sterk tijdens de Arabische opstanden in 2011, toen gewone burgers elkaar via sociale media konden bereiken met nieuws over demonstraties. We zijn mondige burgers geworden. Als je kijkt naar het aantal auteurs in de wereld, mensen die minimaal honderd lezers hebben, dan groeide dat tussen 1500 en 2000 van ongeveer honderd naar één miljoen. Sinds 2000 is het aantal auteurs verveelvoudigd naar een paar miljard.
Net als De Condorcet en Marconi voorspellen sommige mensen wereldvrede. Mark Zuckerberg, oprichter van Facebook, gelooft werkelijk dat wereldvrede dichterbij komt als iedereen een Facebookaccount heeft, omdat we elkaar dan beter zullen begrijpen. Helaas is het ook zo dat het ons volpompt met leugens en propaganda. Donald Trump en Vladimir Poetin bereiken met hun twitteraccount veel meer mensen dan alle serieuze journalisten bij elkaar. Hitler zou ervan hebben gewatertand.
Internet is een wapen voor individuen, maar is ook een wapen voor machthebbers, zegt Evgeny Morozov, een Wit-Russische auteur die heel kritisch is over internet. Sociale media stelt regeringen in staat om mensen op grote schaal te volgen en in de gaten te houden.
Niet dat het altijd zo bruut hoeft, zegt Morozov. De beste manier om je bevolking onder de duim te houden is niet om ze te bestrijden, maar om ze af te leiden. 'Uiteindelijk willen mensen geen politieke vrijheden. Ze willen gewoon mooie spullen.' En wat deden zijn Wit-Russische landgenoten met internet? 'Ze werden geen activist, maar gingen porno downloaden', zegt hij cynisch. Erasmus had het kunnen zeggen.
Het is interessant om te zien dat de beloftes en de gevaren van mediatechnologie in alle tijden hetzelfde zijn. Worden we mondiger en slimmer? Of afhankelijker en dommer? Waarschijnlijk allebei. Maar hoe sterker de techniek, hoe sterker deze veranderingen optreden en hoe dieper het ingrijpt in ons leven. Mediatechnologie geeft vleugels aan onze geest, en verbindt ons wereldwijd met meer andere geesten dan ooit tevoren. Dat schept mooie kansen en grote gevaren.
Chronologie
1e social-mediarevolutie
3400 Ontwikkeling spijkerschrift in Mesopotamië
3100 Ontwikkeling klankschrift
3100 Eerste hiërogliefen in Egypte
2600 Eerste teksten
1800 Eerste compilatie van Soemerische Gilgamesh-epos
1800 Kanaänitisch alfabet van medeklinkers
1500-1200 Ontstaan Chinees schrift
1100-600 Hebreeuwse bijbel opgeschreven
800 Grieks alfabet
740 Kopje van Nestor
50 (BC) Brieven van Cicero
50 (AD) Brieven van Paulus
2e social-mediarevolutie
0 Uitvinding papier in China
740 Uitvinding in China van het drukken van houtblokken met inkt op papier
1088 Eerste universiteit in Bologna
1300 Eerste volledige bijbelvertalingen in spreektaal
1250 Chinees papier bereikt Europa
1450 Uitvinding drukpers
1517 Reformatie
1789 Revolutionaire pamfletten in Frankrijk
3e social-mediarevolutie
1844 Samuel Morse bouwt eerste telegraaflijn
1855 Antonio Meucci bouwt eerste telefoon
1895 Guglielmo Marconi en Alexander Popov bouwen eerste radio
1919 Eerste Nederlandse radioprogramma
1935 Eerste proefuitzendingen met beeld
4e social-mediarevolutie
1969 Amerikaanse leger bouwt internetnetwerk
1983 Geboorte civiel internet
1993 Start gsm-netwerk
1997 Lancering Google zoekmachine
2004 Oprichting Facebook
2007 Eerste iPhone
2009 Lancering Whatsapp
2010 Eerste iPad
Bronnen:
William Bernstein, Masters of the world. How media shaped history (2013)
Tom Standage, Writing on the wall. Social media, the first 2000 years (2013)
Evgeny Morozov, The net delusion. How not to liberate the world (2011)
Gerelateerde artikelen
- De grote kolonisatie (De Groene Amsterdammer)
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (1) - knutselen aan planten (Foodlog, De Groene Amsterdammer)
- Machines om nergens te komen (De Groene Amsterdammer)
- ‘Materie? Die bestaat alleen in onze geest’ (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: geschiedenis, techniek