De Groene Amsterdammer 16 (21 april 2021)
Corona: ‘We moeten de afgrond in de ogen durven zien’
We snakken naar vrijheid en naar open terrassen. Maar wat voor vrijheid zal dat zijn? Op welke afstand van elkaar? De offers die we in het afgelopen jaar hebben gebracht zijn ongekend. Maar we willen alles beheersen.
- Lees ook: Tegenlicht: het Europese veiligheidscomplex (VPRO Gids)
Mogen we op 28 april naar het terras of op 5 mei? Mogen we twee mensen ontvangen of drie? Zijn alle prikken wel op 7 juli gezet of worden ze over de zomer heen geklungeld, en waarom is Europa zo slecht georganiseerd? We discussiëren en debatteren wat af. We vinden allemaal iets over trombose en over de communicatiestijl van Hugo de Jonge en over de capaciteit op de ic. Maar het zijn vooral technische en organisatorische kwesties, die het zicht ontnemen op de belangrijkste vraag die we zouden moeten stellen, een vraag die buiten de kring van complotdenkers en virusontkenners nauwelijks aandacht krijgt, en die luidt: hoe komt het dat wij zulke ongekende offers hebben willen brengen? En wie gaat de prijs daarvan betalen?
Bij zo’n gevaarlijk virus zijn offers natuurlijk noodzakelijk. Corona doodt alleen al in ons land duizenden mensen en maakt vele mensen langdurig ziek. Maar corona is geen fijnstof, een silent killer waar volgens de Gezondheidsraad ieder jaar twaalfduizend Nederlanders aan overlijden. En het is al helemaal geen klimaatverandering, dat ons hele ecosysteem aan het wankelen brengt. Toch is er nooit een overheid geweest die daarvoor onze bewegingsvrijheid heeft stilgelegd. Die winkels en scholen sluit en biljoenen euro’s en dollars bijdrukt, euro’s die gratis lijken maar die de volgende generatie linksom of rechtsom hoe dan ook moet gaan ophoesten.
Bij corona is dat wél gebeurd, met onze massale instemming. Hoe komt dat? Vinden we corona enger? Zijn we bang, bang om de dood toe te laten in onze gepolijste wereld? Of specifieker nog: zijn we bang voor grafieken die laten zien dat onze ziekenhuizen overbelast zijn en dat we moeten overgaan op code zwart, een situatie die in een groot deel van de wereld doodnormaal is, maar waar wij niet meer aan gewend zijn?
Bert De Munck, wetenschapshistoricus aan de Universiteit van Antwerpen, heeft al vanaf het begin van de pandemie kritische vragen gesteld over het coronabeleid. Toch doet hij niet alsof corona wel meevalt. ‘In 2020 was de oversterfte in België zeventienduizend. Per duizend inwoners overleden er niet minder dan tien mensen, zoals normaal, maar ruim elf. Corona is dus een reëel gevaar.’ In Nederland was de oversterfte in 2020 vijftienduizend, dat is ongeveer een tiende meer sterfgevallen dan normaal. Een zeer gevaarlijke ziekte dus.
Desondanks gaan vergelijkingen met de Spaanse griep niet op, zegt De Munck: ‘De Spaanse griep doodde vele malen meer slachtoffers, die bovendien veel jonger waren. Je zou Covid-19 beter kunnen vergelijken met de Hongkonggriep eind jaren zestig, of de Aziatische griep eind jaren vijftig, waar wereldwijd telkens één tot twee miljoen doden bij vielen, terwijl de wereldbevolking veel kleiner was en de bevolking veel jonger. Covid-19 is een soort Hongkonggriep in de context van een oudere en vergrijsde bevolking. Oudere mensen herinneren zich nog de lege klassen van toen. Maar dat was omdat de kinderen ziek thuis zaten. Er was geen lockdown, er was amper beleid. De kranten schreven wel over ziekenhuiscapaciteit, maar susten net zo goed dat het geen kwaadaardig virus was. En de sterfte werd algemeen aanvaard.’
Paradoxaal genoeg keert de medische vooruitgang zich nu tegen ons. ‘De levensverwachting is sinds de jaren vijftig met tien jaar toegenomen. Een groot deel van de mensen bereikt nu de 75 of de tachtig, precies de leeftijd waarboven dit virus gevaarlijk is’, constateert De Munck. ‘In België zijn we nu qua sterfgevallen per duizend inwoners even terug op het niveau van 1980. Wat mij betreft is Covid-19 daarom een gigantische reality check. We zijn als het ware verwend. We leven met het idee dat we de dood kunnen controleren, maar in deze crisis leren we dat die controle eindig is.’
De dood houden we liever buiten beeld. Code zwart – er is niet genoeg ic-capaciteit voor iedereen en bij een vrijkomend plekje moeten artsen kiezen wie aan de beurt is – vinden we een afschuwelijk idee. Dat maakt dat we de strengste maatregelen accepteren, zegt De Munck. ‘Niet alleen moeten de winkels en cafés sluiten. Ook op ons privéleven wordt heel diep ingegrepen. Ouderen wordt verboden om hun kleinkinderen te zien. Jongeren mogen op school en ’s avonds nauwelijks met vrienden omgaan. Het wordt allemaal als onvermijdelijk voorgesteld, maar dit gaat over niks minder dan de essentie van ons mens-zijn. Om de ziekte in te dammen en de dood te bezweren mag blijkbaar het leven zelf worden opgeschort. Nochtans blijft het aantal gezonde levensdagen dat er gemiddeld mee wordt gewonnen heel beperkt.’
De Munck heeft in eigen land veel kritiek gekregen. Een belangrijke tegenwerping is: zou het virus zonder maatregelen niet tot véél meer doden hebben geleid, misschien wel 120.000 in Nederland, zoals werd voorspeld? ‘Ja, de modellen zijn vaak heel alarmerend’, zegt De Munck, ‘maar vaak moeilijk te verifiëren. Wel kunnen we kijken naar het verband tussen het gevoerde beleid en het verloop van de curve in verschillende landen. Maar de gevonden correlaties zijn meestal zwak. Factoren als klimaat of gemiddelde leeftijd lijken tot dusver meer invloed te hebben. Ik zeg niet dat maatregelen niks uithalen. Contacten beperken heeft natuurlijk een remmend effect. Maar misschien is dat alleen tijdelijk: landen met een zeer strenge lockdown tijdens de eerste golf kwamen uiteindelijk toch in een ernstige tweede golf terecht.’
Het doet allemaal vermoeden dat zo’n virus moeilijk, zo niet onmogelijk te beheersen is, stelt De Munck. ‘De maatregelen lijken vooral ingegeven door de wens om te laten zien dat we echt alles doen wat we kunnen. We accepteren geen risico’s, dat doen we op allerlei terreinen. Denk maar aan hoe we onze kinderen vanaf jonge leeftijd al sturen, kneden en voorbereiden op later. Ironisch genoeg doen we dat vaak in naam van zelfbeschikking en vrijheid, terwijl we ons in werkelijkheid steeds meer laten leiden door experts en spreadsheets.’
Michel Foucault sprak al over de ‘controlemaatschappij’, gericht op het bezweren van gevaar en het beheersen van onvoorspelbaarheid. ‘Controlemechanismen worden steeds technologischer’, stelt De Munck. ‘In de jaren zestig waren er geen simulaties van de curve. Nu wel. Dat creëert onvermijdelijk politieke effecten, zoals de focus op de lichamelijke schade door het virus in plaats van op de schade door de maatregelen. Foucault zou het coronabeleid ook “biopolitiek” noemen: beleid dat is gericht op de biologische gezondheid van een bevolking en wordt aangestuurd door experts.’
Wetenschappers en experts bepalen in toenemende mate hoe we met ons lichaam omgaan, via epidemiologische modellen, protocollen, regels en draaiboeken, constateert de Vlaamse wetenschapshistoricus. ‘Zodra die instrumenten bestaan, kom je daar bijna niet meer onderuit. Zo hadden wij in België al geruime tijd een griepcommissaris. Van zo iemand kun je moeilijk verwachten dat hij of zij politici adviseert het virus z’n gang te laten gaan. Alleen al het bestaan van die functie creëert een bepaalde alarmerende en controlerende dynamiek. Die wordt nog eens versterkt door de media, waar vooral de angstigste berichten snel worden verspreid. Journalisten en wetenschappers versterken elkaars alarmerende boodschap. Het resultaat is een tunnelvisie, een blik die enkel gericht is op het aantal besmettingen en het aantal ic-bedden.’
Wat niet gekwantificeerd kan worden, komt nauwelijks aan de orde. Dus ook niet de schade die de maatregelen zelf veroorzaken. We krijgen geen dagelijkse nieuwsupdates over de toegenomen eenzaamheid in verpleeghuizen, over depressies, ontslagen of bedrijfssluitingen.
Het opvallende aan veel maatregelen, zegt De Munck, is dat die met avondklokken en dichte grenzen al snel veel verder gingen dan wat de who-D" />raaiboeken voorschreven. ‘Toen het virus zich verspreidde vanuit China kwamen de verhalen en reacties van daar ook mee. Ze hebben zich als het ware sneller verspreid dan het virus zelf. Bijna alle landen zijn omgegaan en zijn massaal gaan experimenteren, in Europa is alleen Zweden dicht bij de draaiboeken gebleven.’ Zweden krijgt daar nu kritiek op, maar het effect op lange termijn valt nog te bezien. ‘De Zweedse oversterfte is hoger dan in de rest van Scandinavië, maar lager dan in de meeste andere Europese landen.’
Terwijl er nog zo veel onzeker is over het virus willen we strikte regels opleggen. Maar over hoe we met zo’n ziekte moeten leven, hebben we geen gesprek
De focus op cijfers en modellen is een fenomeen dat veel breder speelt dan de coronabestrijding. De Franse socioloog Jacques Ellul noemde dit in de vorige eeuw al een cruciaal aspect van het ‘technische systeem’, het complex van politieke, economische en wetenschappelijke actoren. Dat complex zoekt almaar meer middelen om te kunnen beheersen. Er zit geen geheime elite achter, zelfs het bedrijfsleven is niet de baas, alles is ondergeschikt aan dit streven naar beheersing en efficiëntie, dat een soort autonome kracht wordt.
Het afgelopen jaar ondersteunt deze stelling van Ellul. Het bedrijfsleven stond niet aan het roer, want met één pennenstreek konden alle winkels en grenzen worden gesloten. Natuurlijk zijn er bedrijven die daar enorm rijk van worden, zoals de farmaceutische industrie en de supermarkten, en er zijn lobbygroepen met belangen. Maar volgens Ellul kunnen die enkel overleven als ze werken in de richting van meer controle, beheersing en centralisatie.
Experts en planbureaus krijgen hierin meer voor het zeggen. We worden dus een technocratie, zegt De Munck. ‘Net las ik een tweet van de voorzitter van de Vlaamse liberalen over de avondklok in België. Hij vindt dat er voor een politiek debat over de avondklok momenteel geen tijd is. Let wel, dit is een liberale leider, die het heeft over huisarrest voor onschuldige mensen, zonder debat.’
Het is van cruciaal belang om dit debat wel te voeren, zegt Ad Verbrugge, hoogleraar filosofie aan de Vrije Universiteit. Samen met journalist Paul van Liempt is hij initiatiefnemer van De Nieuwe Wereld, een YouTube-kanaal dat intussen door zo’n veertigduizend mensen wordt gevolgd. De gesprekken die daarop te zien zijn, met verschillende denkers, gaan voor een groot deel over de spanning tussen technocratie en democratie. Het is geen toeval dat corona in de laatste debatten veelvuldig aan de orde komt.
‘De coronacrisis laat goed zien dat beheersing en controle ogenschijnlijk beginnen als middel, maar uiteindelijk een doel op zich worden’, vertelt Verbrugge. ‘Een jaar geleden werden we overspoeld met beangstigende beelden uit Wuhan en Bergamo. Er kwam direct een sterke roep om de chaos te bezweren en Italiaanse toestanden te voorkomen. Begrijpelijk.’ Maar het doel van het beleid veranderde subtiel van richting. ‘Het ging steeds meer over het afvlakken van de curve, het terugbrengen van de R-factor en het aantal bedden. Vervolgens ging het in de zomer over het virus “verslaan” – denk aan de hamer van Mark Rutte. En nu gaat het over vaccins als de uitweg uit de lockdown. Beheersing krijgt een eigen dynamiek, het wordt een doel op zich.’
Maar stel dat beheersing niet lukt, bijvoorbeeld omdat de vaccins niet alle mutaties kunnen tegenhouden? Of omdat er nog reizigers komen uit landen waar het virus nog heerst? Gezien het huidige beleid zal de staat daar dan bovenop moeten blijven zitten. Er zullen vaccinatiepaspoorten, apps en zelfs strenge grenscontroles nodig zijn. Sommige mensen pleiten nu al voor een vaccinatieplicht, omdat ze het asociaal vinden als iemand zich niet laat vaccineren. ‘De behoefte aan beheersing lijkt structureel geworden, en heeft een sterke morele lading gekregen. Ze betreft ook het gedrag van medemensen. Terwijl er nog zo veel onzeker is over het virus willen we strikte regels opleggen.’ Maar over hoe we met zo’n ziekte moeten leven, daar hebben we geen gesprek over. ‘Dat zou juist nodig zijn, in een vergrijzende samenleving waar zulke ziektes veel vaker de kop op zullen steken.’
‘Het leven versus techniek, dat is het grote conflict van de 21ste eeuw’, zegt Verbrugge. ‘Dat gaat dwars door scheidslijnen van links en rechts. Dus het leven als een eigen waarde, dat een eigen recht van spreken heeft, versus het leven dat gestuurd en beheerst wordt, vanaf de conceptie die desnoods in een laboratorium plaatsvindt, tot aan de dood, op een gepland moment, en alles daartussenin dat wordt verbeterd of gemanipuleerd door apparaten, instrumenten, schermen, medicijnen, big tech en industriële voeding. Dit zich steeds verder uitbreidende technische systeem heeft een eigen sturingslogica, zoals mensen als Ellul al zeiden. Heidegger noemde deze logica “herausforderend”, “opeisend”.’
Ons hele leven is al lang vertechnologiseerd, constateert Verbrugge. ‘Neem de virtualisering van het onderwijs. De agenda en de lobby daarvoor bestaan al geruime tijd. Vorig jaar maart vond men het dus vanzelfsprekend om volledig online te gaan. Nu is er op veel scholen de druk om online lesgeven als het nieuwe normaal te gaan zien.’ De crisis dwingt ons in korte tijd om extra stappen op deze weg te zetten. ‘De digitalisering kan daardoor nog sneller worden uitgerold. Ook de winkelsluiting is alleen mogelijk doordat we zo gemakkelijk online kunnen kopen. Het gevolg is slechts een versnelling op de weg waarop we ons reeds bevonden.’ Big tech is de grote winnaar van het afgelopen jaar.
In 2009 verscheen er in kringen van Engelse schrijvers en kunstenaars een manifest, genaamd Uncivilization, ‘On-beschaving’. Zij maakten zich zorgen over de natuur- en milieucrisis, maar ook over het naïeve geloof van de milieubeweging dat de politiek daar wel even iets aan kan doen. Het manifest bestond uit een paar stellingen die opriepen tot bezinning. Eén: ‘We leven in een tijd van sociale, economische en ecologische desintegratie en we willen deze realiteit eerlijk onder ogen zien.’ Twee: ‘We verwerpen het geloof dat zegt dat de samenloop van crises kan worden gereduceerd tot een verzameling “problemen” die we technisch of politiek kunnen “oplossen”.’ En drie: ‘We geloven dat de wortels van deze crises liggen in de verhalen die we onszelf vertellen: de mythe van vooruitgang, de mythe van de mens in het centrum van alles, en de mythe van de scheiding tussen mensen en natuur.’
Dit ging over de ecologische crisis, maar de woorden krijgen door de coronacrisis een nieuwe actualiteit, zegt een van de auteurs van het manifest, de Engelse schrijver Paul Kingsnorth. ‘Ook nu weer gaat het denken automatisch in de richting van “oplossingen”. Het is een modern idee om alles te zien als een puzzel die je kunt oplossen. Maar dat kan meestal helemaal niet. Als het gaat om het klimaat, of om virussen die zich over de wereld verspreiden, is er geen “oplossing”. De hele wereld is met elkaar verbonden. Hoe kun je dat op slot zetten?’ Nu is er na een jaar een vaccin, een geweldige prestatie. Maar je kunt niet de hele wereld vaccineren. Of krijgt een deel van de wereld geen vaccin, en moeten de grenzen dan dicht? Hoe controleer je of mensen gevaccineerd zijn? En hoelang blijven ze werkzaam? En wat als er mutaties komen, of weer een nieuw virus?’
Kingsnorth woont met zijn gezin op het platteland van Ierland. ‘We zitten feitelijk in huisarrest. We moeten al een paar maanden binnen een straal van vijf kilometer van ons huis blijven. Voor onbepaalde tijd! Winkels zijn dicht, scholen zijn dicht. Ik zeg niet dat er niets moet gebeuren, want het is een “nasty” virus. Maar dit is buiten alle proporties. Tegen klimaatverandering, tegen uitsterven van soorten, of zelfs tegen verkeersongelukken wordt nauwelijks iets gedaan.’
‘Alles wat deze beschaving wil is terugkeren naar normaal’, schrijft Kingsnorth op zijn website. ‘Normaal is goedkope vluchten en goedkope lattes, normaal is Chinese meisjes die onder gewapend toezicht onze T-shirts naaien, normaal is bijbelse bosbranden en vaten olie, normaal is stedentrips en internationale conferenties en Afrikaanse kinderen die hun lichaam vergiftigen om het plastic te sorteren dat we aan hun kusten dumpen. Dat is wat we normaal hebben gemaakt. Hoe we het terug moeten draaien, weten we niet, of – denk ik zachtjes – willen we niet. Maar de Aarde wil dat wel, en ze zal het doen. Uiteindelijk blijkt dat we nooit in control zijn geweest.’
Kingsnorth heeft geen alternatief plan en ook geen advies voor de politiek. Niet als het gaat om de milieucrisis en niet als het gaat om corona. Er zijn geen ‘oplossingen’ voor de crises waar we ons in bevinden, zegt hij. ‘Ik denk dat we allereerst ruimte moeten maken voor rouw en verdriet. Laten we stoppen met in actie komen, laten we eerst stilstaan en luisteren.’
We kunnen wel stellen dat daar nu precies in het afgelopen jaar maar beperkt ruimte voor was. Denk aan de persoonlijke drama’s van mensen die niet eens afscheid konden nemen van hun geliefden. Denk aan de begrafenissen waar naaste vrienden niet bij aanwezig konden zijn. Denk aan de verzorgingshuizen waar mensen volledig verstoken waren van bezoek en familie.
Als we in de technische stand blijven staan en de crisis willen ‘fiksen’, dan missen we een cruciale boodschap, zegt Kingsnorth. ‘Volgens mij moeten we de afgrond in de ogen durven zien, het einde van ons technisch-economische bestel. Die afgrond gaat namelijk hoe dan ook komen, met of zonder corona. Als we durven inzien dat ons bestel onhoudbaar is, dan is niet de crisis beangstigend, maar dat bestel zelf. Ik besefte dat heel sterk toen ik vorig jaar ineens de lege straten zag en de schone lucht, zonder vliegtuigen. Je kunt het ook hebben als je ineens de hele tijd bij je kinderen bent en ziet dat je jaren te hard hebt gewerkt… die ervaring is onthullend, letterlijk: apocalyptisch.’
Ook Verbrugge neemt het woord apocalyptisch in de mond. ‘Toen ze begonnen over het digitale vaccinatiepaspoort kwam ineens dat beeld uit de bijbelse Apocalyps in me op, uit het boek Openbaringen: wie geen merkteken in zijn rechterhand of op zijn voorhoofd heeft, kan niet meer kopen en verkopen. Het zal toch niet waar zijn, dacht ik. Maar deze crisis onthult dat dit de richting is die het technische systeem op wil. Beheersing ten koste van het leven zelf. Uiteindelijk lijken we allemaal de kant op te willen van het Chinese model.’
Gerelateerde artikelen
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (1) - knutselen aan planten (Foodlog, De Groene Amsterdammer)
- Podcast Filosofie over Ellul (podcasts)
- Machines om nergens te komen (De Groene Amsterdammer)
- ‘Materie? Die bestaat alleen in onze geest’ (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: ellul, techniek