VPRO Gids 48 (27 november 2024)

Handel in uitstoot

Tegenwoordig kun je niet alleen handelen in olie of gas, maar ook in broeikasgassen. Stoot je bedrijf veel CO2 uit? Dan kun je op de beurs emissierechten kopen, via Wouter Alblas, die deze week te zien is in de uitzending van Tegenlicht.

10 x bekeken

-->

Sinds 2005 wordt er in Europa op de beurs niet alleen gehandeld in aandelen, valuta of vaten olie, maar ook in vervuiling. Dat klinkt misschien dubieus, maar het is niet gek bedacht. Grote bedrijven die broeikasgassen uitstoten, moeten daar certificaten voor hebben, oftewel European Allowances (EUA’s). Certificaten die ze niet gebruiken, mogen ze verkopen via het Europese emissiehandelssysteem, oftewel ETS (Emission Trading System).

Een ETS is een stuk slimmer dan alleen maar een belasting, zeggen voorstanders. De overheid kan namelijk een plafond bepalen, door maar een beperkt aantal certificaten op de markt te brengen, en bedrijven kunnen vervolgens zelf bepalen waar de verduurzaming het slimst en het goedkoopst is. Uitstoot krijgt vanzelf een prijs! Althans, dat is de theorie.

In de praktijk ging het aanvankelijk helemaal mis. De uitstootcijfers waar de uitgifte op werd gebaseerd werden door veel bedrijven flink opgeblazen. Een groot deel van de industrie kreeg de emissierechten bovendien gratis, om allerlei redenen. De markt bulkte zo van de emissierechten dat ze voor een appel en een ei te koop waren. Bijna iedereen was het erover eens: het Europese ETS was een tandeloos mechanisme.

Maar intussen zijn we een aantal rondes verder, en er lijkt toch echt wat te zijn veranderd. Europa heeft de regels aangescherpt en flink gesneden in het aantal emissierechten. Ieder jaar komt het plafond 4 procent lager te liggen, om aan het eind daadwerkelijk uit te komen op een uitstootvrije economie. Steeds meer sectoren moeten meedoen, niet alleen de zware industrie, maar ook de luchtvaart en de scheepvaart. Er is nog veel kritiek, en er worden nog veel certificaten gratis verdeeld. Het Europese ETS omvat nog niet de helft van de totale uitstoot van Europa. Maar: de schaarste begint voelbaar te worden, en broeikasgassen uitstoten begint nu serieus geld te kosten.

Handel in de cloud

Wat betekent het concreet om te handelen in emissierechten? Waar vindt die handel plaats? Daarvoor moeten we naar de beurs. Het is niet makkelijk om die te vinden, want een fysieke beursvloer, een rokerige hal met met informatieborden en schreeuwende mannen, bestaat tegenwoordig bijna nergens meer. Aandelen, opties en oliecontracten worden tegenwoordig gekocht en verkocht in de cloud, clean en geluidloos. Computerprogramma’s doen het meeste werk. De handelaren die de cijfertjes controleren en op enter drukken zitten rustig in een wit kantoor. Bij Brainchild Commodity Intelligence (BCI) op de Haagse Mauritskade, bijvoorbeeld. Er staan wat tafels, stoelen en een tafelvoetbalspel voor de ontspanning. En elke medewerker zit achter zes computerschermen waar dashboards op te zien zijn met daarop cijfertjes die continu verspringen.

‘Wij handelen in energie’, zegt Wouter Alblas, eigenaar van het bedrijf. ‘Stel, een chemisch bedrijf heeft gas nodig. Dan kan het bij ons een futurecontract kopen, dat wil zeggen een contract dat bepaalt dat je op een specifieke datum in de toekomst een bepaalde hoeveelheid geleverd krijgt.’ Gas is een voorbeeld, het kan ook elektriciteit zijn. Dat is een heel complex systeem van contracten, want elektriciteit kan niet altijd overal komen en kan ook niet worden opgeslagen.

Een groot deel van de beurshandel verloopt tegenwoordig automatisch. Speculanten bouwen algoritmes die minieme prijsverschillen opzoeken, om daar een kortetermijnwinst mee te maken. ‘Ze prikken her en der in de markt, ze testen wat en kijken of er wordt teruggeduwd. Ze hebben daar heel veel strategieën voor. Het gaat vaak puur om geld verdienen, de toegevoegde waarde van dit soort handel is soms discutabel. Maar daar houden wij ons niet mee bezig. Wij werken voor klanten die de energie nodig hebben voor gebruik of om ermee te handelen, tegen een vergoeding.’

Gamechanger

Alblas zag twintig jaar geleden al dat emissierechten groot zouden gaan worden. ‘Het energiebedrijf waar ik werkte had toen voor 80 miljoen euro aan EUA’s gekregen, gratis! Er gebeurde nog weinig in de handel, maar ik dacht meteen: dit wordt een gamechanger. In 2013 richtten we BCI op. We begonnen met energiecontracten, maar emissierechten zijn daar nauw aan verbonden, en daardoor zijn we dat steeds meer gaan doen. Na gas en stroom zijn de emissierechten nu het belangrijkste voor ons.’

Alblas wijst op zijn scherm naar een grote tabel, waar de verkoopprijs staat van future contracten van EUA’s die op een bepaalde datum in in de toekomst geleverd worden. Vandaag kost een ton CO2-uitstoot zo’n 65 euro, wijst Alblas aan. Eén EUA future contract geeft het recht op een megaton uitstoot, en kost vandaag dus 65.000 euro. ‘Stel, een rederij of een fabriek heeft  in oktober 3000 ton CO2 uitgestoten. Dan bellen ze ons, en dan gaan wij de beurs op – online dus – om EUA’s voor ze te kopen, voor de scherpste mogelijke prijs.’ De cijfertjes verspringen continu. Eén kolom laat zien hoeveel euro de prijs vandaag op en neer is gegaan en een andere kolom laat zien hoeveel er vandaag al van eigenaar gewisseld zijn: 38.000 contracten. Met andere woorden: in een halve dag is er voor 38 miljoen ton aan CO2-uitstoot verhandeld. Een serieuze business.

Schimmig

Het ETS gaat puur over emissierechten en is een strak gereguleerde, gestandaardiseerde markt. Maar naast deze EUA’s zijn er ook nog allerhande compensatiemethodes bedacht, zogenaamde carbon offsets. In de discussie worden die nogal eens door elkaar gehaald, maar ze zijn niet echt te vergelijken. Compensatie betekent dat je geen emissierecht koopt, maar dat je de vervuiling afkoopt door ergens een maatregel te betalen om de uitstoot te beperken. Dat kan ook aan de andere kant van de wereld zijn. Je kunt iemand betalen om te beloven om een stuk oerwoud niet te kappen. ‘Maar dat systeem is natuurlijk héél fraudegevoelig. Er zijn heel grote deals geweest die totaal niet transparant waren. Vooral als de compensatie in andere landen plaatsvindt, voor je het weet ben je lucht aan het verkopen.’

Die compensatiebewijzen mochten jarenlang wél worden ingewisseld tegen harde emissierechten. ‘Met het Climate Development Mechanism, bijvoorbeeld, konden bedrijven geld investeren in projecten in ontwikkelingslanden die zouden leiden tot minder uitstoot. Die CDM-rechten mochten vervolgens – beperkt – worden gebruikt als vervanging voor dure EUA’s hier in Europa.’ En dan wordt het schimmig, zegt Alblas. ‘Ik ben zelf nog wel in India geweest om CDM-rechten te kopen voor een bedrijf waar ik voor werkte. Toen ik op hun kantoor kwam, begon het al: er zat een team advocaten die je gezien hun honorarium indirect eerst moest omkopen. In sommige gevallen liep dit helemaal uit de hand. Er zijn in China zelfs speciaal vieze fabrieken gebouwd om hier geld aan te verdienen. Die schroefden vervolgens hun uitstoot omlaag en lieten dat doodleuk registreren als CO2-compensatie. Het was een ware goldrush in die tijd.’ Europa heeft de lessen geleerd, en deze uitruil is tegenwoordig niet meer toegestaan, maar de reputatie van de hele emissiehandel heeft een flinke knauw gekregen.

Niet alleen Europa, maar ook andere landen hebben emissiehandelssystemen opgetuigd. Sinds kort ook China. De prijs van CO2 ligt daar vele malen lager dan in Europa, maar in omvang is deze markt groter dan de Europese ETS.

Gaan deze systemen nu echt helpen om klimaatverandering tegen te gaan? Alblas antwoordt genuanceerd. ‘Ik zie wel dat de totale uitstoot naar beneden gaat, dus ik denk dat het wel werkt. Maar ik denk zelf dat dit nooit het enige kan zijn. We kunnen de uitstoot van CO2 overal wel verminderen, maar zolang we zo veel mogelijk produceren en consumeren, heeft dat geen zin. We hebben nu zo veel energie uit zon en wind dat stroom steeds vaker gratis is of zelfs een negatieve waarde heeft, maar vervolgens zijn er weer accu’s nodig! En die lijken me niet direct heel duurzaam, gezien alle grondstoffen die je daar voor nodig hebt. Uiteindelijk valt en staat het allemaal met een verantwoordelijk gebruik van onze schaarse grondstoffen.’

Greed is green

Kun je geld verdienen aan de bescherming van natuur en milieu? Tegenlicht gaat op bezoek bij verschillende mensen die proberen om (vervuiling van) de natuur te kwantificeren en te verhandelen. Voor emissierechten gaat Tegenlicht langs bij trader Wouter Alblas. Maar er zijn ook pioniers die nieuwe terreinen willen verkennen. Wat als je kunt investeren in de bescherming van bossen, in een weiland dat CO2 vasthoudt, of in neushoorns? Kun je koraalriffen verzekeren en daar dan mee handelen? De natuur als businessmodel: hoe ziet de toekomst van de financiële wereld eruit als ook bossen, dieren en ecosystemen een prijskaartje krijgen?

VPRO Tegenlicht: Greed is green, zondag 1 december, 22.05 uur, VPRO, NPO 2 en 's morgens online op vpro.nl/tegenlicht en NPO Start.

Regie: Stephane Kaas
Research: Arnout Arens
Productie: Marie Schutgens
Eindredactie: Julia Veldman




Gerelateerde artikelen





Reageren?



(optioneel veld)
(optioneel veld)

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.




Terug naar www.frankmulder.info