Trouw Letter & Geest (5 oktober 2013)
Op de vleugels van de draak
Na vele boeken over Afrika, het Midden-Oosten en Oost-Europa volgt de Vlaamse schrijfster Lieve Joris nu de blik van zuid naar oost en van oost naar zuid. Niet de blik van de ministers en de professoren, maar van de handelaren, tussenpersonen en duizenden avonturiers, die het gezicht zijn van de “globalisering van onderaf” maar soms niet eens meer weten waar Europa ligt.
56 x bekeken- Lees ook: Tussen voederrobot en stilte-eiland (De Groene Amsterdammer)
Het is al moeilijk om erachter te komen wat Chinezen en Afrikanen van ons vinden. Laat staan hoe ze denken over elkaar. Toch is dat precies wat de Vlaamse schrijfster Lieve Joris wil weten. Na vele boeken over Afrika, het Midden-Oosten en Oost-Europa volgt ze nu de blik van zuid naar oost en van oost naar zuid. Niet de blik van de ministers en de professoren, maar van de handelaren, tussenpersonen en duizenden avonturiers, die het gezicht zijn van de “globalisering van onderaf” maar soms niet eens meer weten waar Europa ligt.
Zoals de Malinees Cheikhna, die drie keer per jaar de Chinese metropool Guangzhou bezoekt om inkopen te doen voor zijn winkels in Congo-Brazzaville en Kinshasa. Wiens telefoon niet ophoudt met rinkelen door alle Congolezen die willen dat hij goedkope telefoons voor ze meeneemt, of kleding of speelgoed. Joris struint door Chocolate City, de Afrikaanse wijk, en trekt op met Atta, de manager van een transportbedrijf, wiens vrouw een Ghanees restaurant beheert. Keer op keer volgt ze nieuwe sporen, nieuwe mensen die haar verder China in brengen. Want ze is op zoek naar de tegenovergestelde blik: van Chinezen die Afrika ontdekken. Die vindt ze, in Guangzhou en Beijing, op de Shanghai Expo en op een Afrika-instituut in een provinciestad.
Over Afrika weten de meeste Chinezen heel weinig. De regering noemt hen 'broeders', maar een houthandelaar vindt hen 'luie zwarte klerelijers'. Chinezen zijn bang voor de ziektes en de armoede, en de ouders van een studente die in Afrika gaat studeren, zijn bang dat ze zwart wordt en nooit meer een Chinese man zal kunnen vinden. Chinezen vinden andere culturen in de regel niet interessant. Toch begint er iets te groeien, ontdekt Joris. Steeds meer Chinezen wagen de oversteek en bereiden de weg voor de volgende om over te komen. Hun verhalen over Afrika maken een generatie wakker. De draak krijgt vleugels.
Joris oordeelt niet, ze observeert alleen maar, door deel te worden van de achtergrond en zich soms dagen of zelfs weken in iemand vast te bijten. Mensen laten haar heel dichtbij komen, omdat ze denken dat ze haar toch niet meer tegenkomen. Een soort treinconversaties, zegt ze, alleen duren ze bij haar jarenlang. Zodat ze uiteindelijk in Zuid-Afrika belandt met een van haar Chinezen, omdat ze het continent met zijn ogen wil zien. En daar vervolgt ze haar weg weer, langs mensen die ooit als straatventer in parkeergarages zijn begonnen, of als arbeider in een Taiwanese kledingfabriek, en nu zelf fabrieken bezitten, of winkels, waar op hun beurt weer Congolezen werken die op zoek zijn naar kansen.
Soms beklijft het niet helemaal, de aaneenschakeling van gesprekken en anekdotes. Te veel treinconversaties glijden op een gegeven moment van je af. Maar op andere momenten is het juist bijzonder hoe we kunnen meekijken met de blik tussen werelden die ons allebei vreemd zijn. Ze leert van Chinezen hoe Afrika werkt, en van Afrikanen hoe China werkt. Chinezen zijn sedentair, zegt iemand. Ze zuigen alles als een spons in zich op en netwerken die ze hebben aangelegd onderhouden ze. Afrikanen daarentegen zijn nomaden, die altijd maar weer doortrekken en overal opnieuw beginnen.
Joris zelf lijkt bij die nomaden toch het meeste thuis. Uiteindelijk komt ze weer uit bij Cheikhna, de Malinese handelaar, die in Congo-Brazzaville de kinderpakjes en blouses verkoopt die hij twaalfduizend kilometer verderop in Guangzhou op de kop heeft getikt. Hier, temidden van het gekrioel op de lokale markt, overvalt de lezer een zelfde melancholie als bij het zien van een eindeloos kabbelende beek. Hier kabbelen de massa's, de miljoenen mensen die de wereld afstruinen op zoek naar een gaatje in de markt of een beetje geluk, die zich verplaatsen van China naar Zuid-Afrika of van Mali naar China en weer naar Congo, vrouw en kind achterlatend, op zoek naar nieuwe vrouwen en nieuwe kinderen, en naar goedkope T-shirts, om weer door te verkopen, om zo een winkeltje te kunnen beginnen met nog mooiere T-shirts, of plastic speelgoed, of sardines of slingers met biscuitjes, of stoelen van nephout, tot het niet meer loont en ze vertrekken, waarop hun plek weer wordt ingenomen door iemand anders die er toch nog een kans in ziet. Alles stroomt altijd maar door, en iedereen heeft haast, zegt Joris, het is amper bij te benen.
Lieve Joris, Op de vleugels van de draak. Reizen tussen Afrika en China. Uitgeverij Atlas Contact, 320 blz, € 19,95.
Gerelateerde artikelen
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Poor People Don’t Need Help (overig, English)
- We willen wel verduurzamen, maar kán het ook? (De Groene Amsterdammer)
- Elementen voor de toekomst: zeldzame aardes (De Groene Amsterdammer)
- Elementen voor de toekomst: kobalt (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: afrika, boeken, china, globalisering