De Groene Amsterdammer 24 (12 juni 2024)
Circulaire zonnepanelen uit Nederland
Zonnepanelen zijn goedkoper dan ooit. Dat klinkt geweldig, maar volgens critici worden we alleen maar afhankelijker van China en dragen we bij aan de uitbuiting van de Oeigoeren. En wie zorgt er voor de afvalberg die ontstaat als al deze panelen afgeschreven zijn?
- Lees ook: Hoe groen is de ASN? (Trouw)
Afvalberg Giotto, Nakuru, Kenia. 7 januari. ‘Als je alle zonnepanelen in een baan om de aarde zou laten cirkelen, zou die honderd meter breed zijn. Dat is de afvalhoop die nu in de maak is’ © James Wakibia / SOPA Images / LightRocket / Getty Images
Ondanks de toegenomen klimaatmoeheid gaat het nog steeds erg goed met de zonne-energie in ons land. De jaarlijkse groei vlakt misschien wat af, maar de totale capaciteit van zonnepanelen blijft toenemen. Die is nu al achttien gigawattpiek, zoals dat heet, en zal de komende jaren, als alle plannen doorgaan, nog wel vijf tot vijftien keer zo veel worden. We zijn op weg naar duizend vierkante kilometer aan panelen. Maar waar komen die allemaal vandaan? En waarom zijn ze zo goedkoop?
Bijna alle zonnepanelen komen uit Chinese fabrieken. Dat is geen toeval, zegt Johan Lindahl, secretaris van de European Solar Manufacturing Council. ‘China voert bewust beleid om het monopolie te behouden op deze sector. Europese fabrikanten kunnen elk jaar zes gigawattpiek aan panelen maken. China zit op achthonderd gigawattpiek. Dat is twee keer zo veel als wat er wereldwijd op de daken ligt. Dat laat wel zien dat het voor China geen antwoord is op een reële vraag, maar gewoon een manier om de producenten te subsidiëren. Onlangs werd er weer een nieuwe fabriek van 150 miljard euro aangekondigd door een bedrijf dat zelf maar een half miljard omzet draait. De lokale autoriteiten betalen.’ Met andere woorden: China is bezig met een keiharde politiek om alleenheerser te blijven. ‘Twee derde van alle nieuwe stroomproductie in de wereld komt nu van zonnepanelen. Dat is enorm. Het is intussen een cruciale sector voor de economie geworden.’
Dit gaat alleen nog maar over de laatste stap in de productieketen. ‘Voor zonnepanelen heb je fotovoltaïsche cellen nodig. De cellen die hier in Europa worden gemaakt, in Duitsland met name, zijn goed voor slechts twee tot drie gigawatt’, legt Lindahl uit. ‘De dunne plakjes silicium, de wafers, worden niet eens meer in Europa gemaakt, want de Noorse producent die we hadden kon niet meer op tegen de lage Chinese prijzen. En dan heb je nog het glas, het silicium zelf en de kleinere elektrische onderdelen. China heeft een bijna-monopolie op alles.’
Intussen hebben de VS en ook India tarieven en handelsbeperkingen afgekondigd. Het gevolg is dat Europa nóg meer wordt overspoeld door Chinese panelen. De schepen met Chinese panelen die in de Amerikaanse havens zijn tegengehouden, zijn omgeleid naar Rotterdam en drukken in Europa de prijs nog verder.
Dit lijkt goed nieuws voor de energietransitie. Hoe goedkoper, hoe beter. Maar dan leg je je lot wel in handen van China, zegt Lindahl. ‘Op korte termijn lijkt het goed, maar op lange termijn geef je China alle macht. Als Europa geen eigen industrie meer heeft, kan China naar believen de prijzen weer verhogen.’ Dit is niet alleen strategisch riskant, maar maakt ons ook medeplichtig aan de vervolging van de Oeigoeren. Een groot deel van het siliciumzand en de verwerking tot metallurgisch silicium waarmee je de cellen kunt maken, komt uit Xinjiang, berucht om de kampen waar Oeigoeren dwangarbeid verrichten. Transparant ketenonderzoek is in China streng verboden. De duurzame transitie wordt waarschijnlijk mede betaald door de Oeigoeren.
Er is nog een probleem met standaard zonnepanelen, zegt Gerard de Leede, fabrikant van zonnepanelen bij het nog jonge bedrijf Solarge. ‘Wat gaan we doen als ze er over vijftien of 25 jaar mee stoppen? Daar denkt bijna niemand over na.’ De Leede laat een paneel zien dat ze uit elkaar probeerden te halen. ‘De fotovoltaïsche cellen zitten vastgelijmd tussen een glazen voorplaat en een kunststof achterplaat. Als we dat uit elkaar halen, versplintert het glas en gaan de cellen kapot. Het wordt een bende. In het beste geval verwerken ze dit gruis onder een snelweg of verbranden ze de kunststof in een reactor. Maar in het slechtste geval wordt het in een ontwikkelingsland op een afvalberg gedumpt.’
Dat is niet alleen kapitaalvernietiging, het is ook nog eens milieugevaarlijk, want het glas bevat de giftige metalloïde antimoon en de achterplaat bevat pfas. ‘Technisch kun je dat er wel uithalen, maar het is heel bewerkelijk, dus in de praktijk gebeurt dat niet.’ Bij antimoon moet je bovendien weten hoeveel er precies in zit, en dat is bij bestaande panelen uit China meestal helemaal niet bekend. ‘Als je alle zonnepanelen in een baan om de aarde zou laten cirkelen, zou die baan honderd meter breed zijn. Dat is de afvalhoop die nu in de maak is.’ En die baan wordt elk jaar tientallen meters breder.
In een garagebedrijf in Eindhoven heeft De Leede de afgelopen jaren samen met Jan Vesseur en Huib van den Heuvel gewerkt aan een duurzaam alternatief, gebaseerd op een uitvinding die zo’n tien jaar geleden werd gedaan. Vorig jaar is dit alternatief voor het eerst echt van de band gerold in een nieuwe fabriek die ze in Weert hebben neergezet. ‘Toevallig zitten we hier precies goed, halverwege de hightech in Eindhoven en de chemie in Geleen. Samen met onze partners zijn we tot een paneel gekomen dat je gewoon kunt demonteren. Er is al een fabriek in Grenoble met een recyclinglijn. Dit gaat héél veel afval schelen.’
Er zijn meer kleine bedrijven die claimen dat ze circulaire panelen hebben ontwikkeld, zoals het Litouwse bedrijf SoliTek. Maar Solarge koppelt de circulariteit aan een tweede innovatie: het gewicht. De zonnepanelen zijn maar half zo zwaar als de klassieke panelen van glas. Daarmee zijn ze geschikt voor daken met minder draagkracht. ‘Alleen al op Nederlandse bedrijventerreinen hebben we het over honderd vierkante kilometer dak die hiermee geschikt worden voor zonnepanelen!’
Op tafel voor De Leede ligt een stuk van een zonnepaneel dat dwars doorgezaagd is om de lagen te laten zien. In plaats van een glasplaat zit er een soort folie over de zonnecellen heen. ‘Dit is polypropyleen. Komt gewoon uit Nederland. Het probleem was altijd dat dit niet uv-bestendig was, maar dat is nu gelukt door er wat extra ingrediënten doorheen te roeren. Het is heel sterk en kan zelfs tegen hagel.’ De achterplaat is niet van glas, maar van glasvezelversterkte kunststof, in de vorm van een honingraat. ‘Met dank aan de bijen, die hebben ontdekt dat dit de sterkste structuur is, met het minste materiaal.’
Bij elkaar weegt het paneel vijftien kilo, de helft van een regulier paneel. ‘Er zijn ook wel andere lichtgewicht merken, maar die moet je altijd verlijmen op de ondergrond en bevatten pfas, dus zijn niet circulair. Wij zijn de enigen met een harde achterplaat, die je zonder lijm kunt monteren op een dak.’ Er zit wel lijm tussen de folie, de cellen en de achterplaat, maar die laat los bij verhitten.
Vanaf het balkon boven de fabriekshal van Solarge is de productielijn goed te zien. De elektrische cellen worden in groepjes van zes en rijen van twaalf aan elkaar gesoldeerd, rollen via de lopende band naar de teststraat en worden daarna vastgelijmd aan de achterplaat en de beschermende folie tot ze aan het eind één waterdicht paneel vormen, klaar voor verzending naar de klant. ‘We richten ons nu nog op bedrijfspanden, maar over anderhalf jaar willen we de particuliere markt op. Onze productie is nu twintig megawatt. Als we echt 24 uur per dag in bedrijf zijn, wordt dat honderd megawatt per jaar.’ Maar Solarge wil meer. ‘Over een jaar willen we een productiefaciliteit openen met een capaciteit van een gigawatt. We zijn in gesprek met een fabriek waar dat gaat passen.’ Zo kunnen meer mensen kiezen voor een paneel dat twee problemen tegelijk oplost: de groeiende afvalberg én de afhankelijkheid van China.
Toch is het niet zo makkelijk om een keten zonder China op te zetten. De bedrijven die net als Solarge Europese zonnepanelen verkopen, een handjevol, vermelden allemaal trots op hun site dat hun panelen niet Chinees zijn. Maar waar ze hun onderdelen vandaan halen, zetten ze er niet bij. Ook Solarge is voor de fotocellen nog steeds afhankelijk van Chinese fabrikanten, zegt De Leede. ‘We hebben wel contact met een Taiwanese producent. Het silicium dat ze gebruiken komt uit Japan. Maar het probleem is dat hun cellen ruim twee keer zo duur zijn. We weten nog niet wat we moeten doen, of dat we misschien onze klanten zelf kunnen laten kiezen. Dan wordt hun terugverdientijd een jaar langer.’
In China is de productieprijs ongeveer twintig cent per watt en door de overproductie komen ze nu de markt op voor minder dan vijftien cent. Volgens critici is dat puur dumping, om de Europese industrie de nek om te draaien, volgens anderen is het ‘gewoon’ een manier om de Chinese industrie overeind te houden, maar hoe dan ook is het gevolg dat de net ontluikende zonne-energiesector in Europa al meteen weer op omvallen staat. ‘Wij kunnen de kostprijs ook wel op twintig cent krijgen, denk ik, als we nog gaan opschalen. Maar door de subsidies zitten zij kunstmatig lager. Een groot Duits bedrijf, Meyer Burger, heeft intussen personeel naar huis gestuurd en gezegd dat ze misschien wel naar Amerika gaan vertrekken, waar de industrie wél wordt gesteund. De Amerikanen hebben wetgeving tegen dwangarbeid, ze hebben een importtarief van vijftig procent op Chinese panelen én ze geven subsidie op lokaal geproduceerde panelen. Waarom doet Brussel dat niet?’
Een probleem is dat de lobby van ‘PV’, zoals de fotovoltaïsche sector in het kort wordt genoemd, vooral bestaat uit installatiebedrijven en bedrijven die aan megaprojecten leveren. ‘Die zijn vooral gericht op een lage prijs en zijn dus tegen zulke maatregelen. Sterker nog, binnen Solar Power Europe, de grootste lobbyclub, is 23 procent van de stemrechten in handen van Chinese bedrijven. Eigenlijk is de lobby voor zonne-energie in Europa voor een kwart Chinees.’
Dat verklaart wellicht de opstelling van Solar Power Europe jegens de Oeigoerse kwestie. De lobbygroep heeft recentelijk een eigen duurzaamheidsaanpak gepresenteerd, het Solar Stewardship Initiative (ssi), maar niet iedereen is daar blij mee. Het is zelfs misleidend, schrijft de ngo End Uyghur Forced Labour, die actievoert tegen Oeigoerse dwangarbeid. ‘Een groot deel van het silicium en van de onderdelen van zonnepanelen komt uit de Oeigoerse regio. Transparant feitenonderzoek in de regio wordt door de autoriteiten niet toegestaan. De banden verbreken is de enige optie voor bedrijven die maatschappelijk verantwoord willen ondernemen. Maar het ssi zegt daar allemaal niets over.’ Integendeel, terwijl de EU bezig is met nieuwe regels om deze import aan banden te leggen, wil het ssi dat overheden zonnepaneelproducenten mogen ontzien als die bijvoorbeeld lid zijn van ‘geloofwaardige initiatieven zoals het ssi’ – zegt het ssi.
Het is ontzettend belangrijk om in Europa een eigen industrie op te zetten, zegt Albert Polman die op het amolf, een nwo-onderzoeksinstituut, wetenschappelijk onderzoek doet naar betere zonnecellen. Solarge is een goed voorbeeld, zegt hij, maar niet het enige. Als voorzitter van SolarNL geeft hij leiding aan een heel consortium van bedrijven en onderzoeksinstellingen dat vorig jaar ruim driehonderd miljoen euro uit het Nationaal Groeifonds kreeg. ‘Het is het meest omvattende zonne-energieplan dat ooit in Nederland is geschreven’, zegt Polman. ‘In de rest van Europa wordt er vooral over gepraat, maar alleen hier is er daadwerkelijk geld vrijgemaakt. Het is bedoeld als cofinanciering, dus bedrijven moeten zelf ook over de brug komen. Maar daarmee wordt het echt mogelijk om een eigen Europese PV-industrie op te bouwen.’
Een van de concrete doelen is de bouw van een fabriek voor zonnecellen. ‘Het bedrijf mcpv wil voor drie gigawattpiek aan cellen en panelen gaan maken. Dat is ongeveer de hoeveelheid die we jaarlijks in Nederland moeten installeren, dus dat geeft wel aan hoeveel dat is. En ze willen dat nog vijf keer overdoen op andere plaatsen in Europa.’
Naast de bouw van nieuwe fabrieken is SolarNL gericht op het marktrijp maken van nieuwe innovaties. ‘Verschillende bedrijven zijn daar al heel ver in. Eén bedrijf werkt aan een zonnepaneel in de vorm van een flexibele folie, gemaakt van perovskiet. Een ander bedrijf is bezig met zonnecellen die zijn geïntegreerd in dakpannen. En alles moet natuurlijk recyclebaar worden, net als bij Solarge.’ In zijn eigen onderzoek is Polman vooral bezig met technologie om de opbrengst van zonnecellen omhoog te krijgen. ‘Het rendement is nu twintig procent. Als het ons lukt om dat te verdubbelen, dan hoeven we maar half zo veel zonnepanelen te leggen. Dat zou een belangrijke doorbraak zijn.’
De rest van de wereld kijkt geïnteresseerd mee. Zo heeft Solarge de interesse van Sabic, het Saoedische chemiebedrijf dat de uv-bestendige polypropyleenfolie heeft uitgevonden. ‘We gaan samen twee miljoen steken in de verdere ontwikkeling van de polymeren’, vertelt De Leede.
Het is een spannende tijd. Brussel kondigt aan dat overheden voortaan een deel van hun panelen lokaal en duurzaam moeten inkopen. Een goed plan, maar te weinig en te laat voor een Franse producent, Systovi, die faillissement aanvraagt. Het Duitse bedrijf Meyer Burger besluit definitief naar de Verenigde Staten te verkassen. Met Solarge gaat het gelukkig nog goed, zegt De Leede in een telefonisch nagesprek. ‘We hebben verregaande gesprekken met Nigeria om daar samen een fabriek van een gigawatt te bouwen. We zijn ook heel ver met een nieuw plan om ergens in Europa eigen zonnecellen te laten maken.’
Solarge houdt het nog vol. ‘Dat komt doordat er nog groei zit in de markt voor lichte bedrijfsdaken, én doordat we klanten trekken die intrinsiek gemotiveerd zijn voor duurzaamheid. Die hebben wel een paar cent extra over voor betere panelen. Maar als we niet willen dat de rest van de Europese sector eraan gaat, moeten Europese of nationale overheden met maatregelen komen.’
Gerelateerde artikelen
- We moeten waarde uit het bos halen (overig)
- De Bruderhof (1) - Een dorp zonder geld (Karavaan der Zotten)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (3) - Keurmerken (De Groene Amsterdammer)
- De toekomst is van kurk (De Groene Amsterdammer)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (2) - landbouw zonder overheid (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: china, duurzaam, economie, europa, klimaat