De Groene Amsterdammer 10 (6 maart 2019)
Movies that Matter: Welcome to Sodom
De vuilnisbelt in Agbogbloshie in Ghana is de grootste elektronische dumpplaats ter wereld. Sodom en Gomorra heet dit beest in de volksmond, een post-apocalyptische non-plaats, in de film Welcome to Sodom.
- Lees ook: “We zijn totaal doordrongen van propaganda, wist Ellul” (overig)
Wat zouden we moeten zonder onze apparaten, onze accu’s en onze schermen? Ze zijn onze zuurstof, ons water, ons voedsel. We kunnen niet meer zonder. Ze zijn de toegangspoort tot het nieuws, ons werk, onze vrienden, de beschaving. Ze beloven ons vooruitgang en geven ons hoop dat ons weerbarstige en onoverzichtelijke leven steeds beter en slimmer wordt.
Maar op een dag, altijd veel sneller dan gedacht, verworden ze tot schroot. Ze zijn leeg, gebarsten, of meestal gewoon ingehaald door een nieuwe model dat ons nog meer geluk gaat brengen. Dan leggen we ze nog in een doos voor een paar jaar, maar bij de eerstvolgende schoonmaak of verhuizing halen we onze schouders op en vragen ons af wat we toch moeten met die zooi. En dan gaan ze de container in, richting vuilnisbelt. Een groot deel ervan komt via tussenhandelaren terecht op een boot naar het zuiden, bij wijze van omgekeerde migratie. Richting India of West-Afrika, waar geheime stortplaatsen zijn waar slimme kapiteins ze gratis van de hand kunnen doen. De vuilnisbelten daar zijn letterlijk de afvoerputjes van onze beschaving. Het einde van de tijd, Ground Zero, waar alles eindigt dat ons ooit zo veel hoop gaf. Waar de computers uit elkaar worden getimmerd, het ijzer wordt gescheiden van het plastic, en waar het rubber wordt verbrand zodat de koperdraden overblijven.
De goden zagen dat de mensen een rotzooi maakten op aarde, zegt een voice-over, en daarom stuurden ze spionnen naar de aarde: kameleons. Je ziet ze niet, maar ze registreren alles. Die kwamen ook naar de vuilnisbelt in Agbogbloshie, in de Ghanese hoofdstuk Accra, de grootste elektronische dumpplaats ter wereld, waar ieder jaar een kwart miljoen ton elektronica illegaal wordt gestort, uit Accra zelf maar ook uit Europa, bovenop een stinkend moeras. Sodom en Gomorra, heet dit beest in de volksmond, genoemd naar de steden die door God werden verwoest met zwavel en zout. Het is een van de giftigste plekken op aarde, zestien vierkante kilometers groot. De rivier ziet zwart van de zware metalen en chemicaliën die uit het afval lekken, maar dat belet de boeren in de buurt niet om hun land ermee te bevloeien. Er wonen duizenden mensen op de stortplaats die hier hun kostje letterlijk bij elkaar schrapen.
Aan het begin van de film Welcome to Sodom kijken we langzaam rond op deze post-apocalyptische non-plaats. We horen de geiten blaten in de zon, en kunnen de geur van rook en verbrand rubber bijna ruiken. Op de voorgrond zit een kameleon bovenop een plaat van een kapotte pc of een printer, doodstil, te loeren. Zijn perspectief wordt de rest van de film overgenomen door de camera. De camera is deze kameleon. Hij praat niet, hij oordeelt niet, hij registreert alleen maar, in prachtige, langzame beelden die laten zien hoe het leven in Sodom eruitziet. Ook na het einde van de geschiedenis is er leven. Zelfs op de dumpplaats is er werk, vriendschap en muziek, wordt er water verkocht en eten kinderen snoepjes.
De Oostenrijkse filmmakers, Florian Weigensamer en Christian Krönes hebben een documentaire gemaakt waar ze zelf niet in aanwezig zijn. Ze hebben ervoor gekozen steeds mee te bewegen met een persoon op de vuilnisbelt en van hem of haar het gewone, dagelijkse leven vast te leggen. Die vertellen in voice-over over hun werk en hun dromen, terwijl we kijken naar hun grapjes, hun zwoegen, hun vriendschap, hun werk. De moslims uit het arme noorden van het land, die hier zijn neergestreken op zoek naar een inkomen. Een jood die de maatschappij moest ontvluchten omdat hij homo is. Een doemprediker die het einde der tijden aankondigt, hier, midden in het einde der tijden. Er is een meisje dat zich verkleed als jongen en er is een vrouw die de mannen van water voorziet. Er zijn rappers die hun liedjes opnemen in een muziekstudio, en er is zelfs een kapper die hier midden op de rokerige berg een markt heeft gevonden, want ja, ook na de apocalyps willen mensen geschoren en geknipt worden.
Het is een schokkende ervaring, zeiden de filmmakers in een interview, om hier voor het eerst overheen te lopen. Het vuil, de rook, de smaak van metaal in je mond, en de continue herrie die je hoofd in de war brengt. Men zegt dat je hier voor je gezondheid beter niet langer dan twee uur kan zijn. De filmmakers bleven twee maanden. Met het prachtige camerawerk van Christian Kermer komen zowel de smerige achtergrond als de creativiteit van de bewoners allebei mooi in beeld, zonder de armoede te romantiseren.
De donkere soundscapes geven de film een onheilspellende ondertoon, maar voor de mensen hier is Sodom hun gewone omgeving. Hier zoeken ze naar een beter leven. Hier verdienen ze hun geld en hopen ze op een dag een gouden vondst te doen die hen in één klap rijkt maakt. Europa is hier ver weg, maar ook heel dichtbij. Europa is in ieders gedachten. Het is het land van de hoop. Maar de afvalproducten van die hoop komen weer terug hier, in Sodom. En de kans is groot dat het scherm waar je deze film op bekijkt, uiteindelijk ook hier weer eindigt.
Gerelateerde artikelen
- Poor People Don’t Need Help (overig, English)
- Elementen voor de toekomst: kobalt (De Groene Amsterdammer)
- Elementen voor de toekomst: fosfor (De Groene Amsterdammer)
- Verslaafd aan China (De Groene Amsterdammer)
- De grote stad (Nederlands Dagblad)
Gebruikte Tags: afrika, globalisering