overig - Global Dutch (winter 2006)
Piet Heyn - Zijn daden zijn groter dan zijn naam
Piet Heyn, de heldhaftigste piraat van de Nederlanden, had geen militaire academie of Business School op zijn cv. Zijn opleiding bestond uit vier jaar roeien (als galeislaaf voor de Spanjaarden) en een paar jaar zitten (in een Spaanse cel). Niks loopbaanmanagement.
168 x bekeken- Lees ook: Menschen zijn geen Brüder (De Groene Amsterdammer)
Piet Heyn, de heldhaftigste piraat van de Nederlanden, had geen militaire academie of Business School op zijn cv. Zijn opleiding bestond uit vier jaar roeien (als galeislaaf voor de Spanjaarden) en een paar jaar zitten (in een Spaanse cel). Niks loopbaanmanagement.
Pieter Pieterszoon Heyn werd geboren in 1577 in een arm gezinnetje in Delfshaven. Zijn vader beschermde als commandant van een klein oorlogsschip de haringvloot. De pleidooien van zijn moeder om een veilige baan aan land te zoeken, sloeg de jonge Piet Heyn in de wind. Hij wilde ook de zee op.
Een echte zeeheld doet natuurlijk geen militaire studie. Nee, ervaring doe je op in de strijd, in de zoute, harde wereld van kapen en gekaapt worden. Het was oorlog tussen Spanje en de Republiek, en van Geneefse conventies had nog nooit iemand gehoord. In 1598, op 21-jarige leeftijd werd Heyn samen met zijn vader gevangen genomen door de Spanjaarden, waar hij vier jaar lang als galeislaaf aan de riemen moest zitten. Hij was amper vrij of de ellende begon opnieuw: hij werd weer gevangen genomen en kwam pas in 1607 definitief vrij.
Piet Heyn meldde zich meteen voor een reis naar Oost-Indië, op een schip van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. De reis was zo hard en het aantal sterfgevallen was zo hoog, dat hij vijf jaar later als schipper terugkwam, op het schip de Hollandia. Hij trouwde met Anneken de Reis en ging tot 1623 als particulier varen voor de Compagnie, op de Middellandse Zee.
Intussen was de oorlog met Spanje weer losgebarsten. De wapenstilstand, tussen 1609 en 1621, was voorbij, en de gouden jaren van de Nederlanden braken aan, waarin de Republiek zich zou ontwikkelen tot absolute supermacht op zee. Vooral in de Oost, waar grote successen werden geboekt en rijkdommen aangeboord. Maar het westelijk halfrond trok ook. Spanje en Portugal verdienden fortuinen in Amerika - waarom deden de Nederlanden niet mee? Het was de hoogste tijd voor een West-Indische Compagnie. Om het suikerrijke Brazilië te veroveren op de Portugezen, en om slaven te halen uit Afrika.
Het zou de Hollanders niet lukken om Brazilië te veroveren, of Peru, of zelfs maar de zilvermijnen in Bolivia. Maar gelukkig had de WIC nog een derde doelstelling meegekregen: Spaanse schepen plunderen. Dat zag Piet Heyn wel zitten; welke zeerot wil niet legaal piraat worden? Hij trad in 1623 in dienst van de Compagnie en maakte drie lange reizen in zes jaar tijd.
Waar de VOC zich voornamelijk richtte op handel, mocht de WIC met officiële kapersbrieven op zak schepen plunderen. Dit heeft onlangs nog geleid tot een nieuwe animatiefilm, die op dit moment een groot succes is in heel Zuid-Amerika: Piraten in de Stille Oceaan. Het gaat over twee Peruaanse jongetjes die het opnemen tegen wrede Hollandse piraten. Een kaskraker, en niet allemaal fictie. Want van het normen- en waardendebat hadden onze jongens in de West nog niet gehoord. In 1624 staken de Hollanders uit frustratie de Equadoriaanse havenstad Guayaquil in brand.
Piet Heyn veroverde in 1624, tijdens zijn eerste tocht, de Portugese hoofdstad San Salvador in Brazilië. Later dat jaar stak hij over naar Angola, een belangrijke Portugese slavenhandelplaats, maar zijn poging om deze stad in te nemen mislukte. En toen hij terugkwam in San Salvador was zijn veroverde gebied daar in handen gevallen van de Spaanse Don Fabrique de Toledo, die net een maand eerder van de val van San Salvador had vernomen dan de Nederlanders. Heyn leerde op deze reis in ieder geval dat het niet om gebied ging, maar om de buit.
Op de tweede tocht werd Heyn aangesteld als admiraal. Hij veroverde opnieuw San Salvador, maar hij verloor twee van de 14 schepen. Toch werd hij bij thuiskomst geroemd: hij had 38 schepen buitgemaakt en een grote hoeveelheid suiker. Als beloning stelden ze hem aan over een vloot van 31 schepen en 4000 man, gefinancierd door de laatste buit. Hij voer uit in 1628.
Aan de grootste opdracht had Heyn nog niet voldaan: de jaarlijkse zilvervloot van de Spanjaarden onderscheppen en veroveren. En dan niet losse schepen, maar de hele vloot, een soort waardetransport van de koloniën naar het moederland, in één keer. In de zomer van 1628 kwam zijn kans. Toen Heyn Cuba was genaderd, bleef hij met de vloot een eindje buiten de kust liggen. De Spanjaarden probeerden met een paar snelle koerierschepen hun schepen in Colombia en Mexico te waarschuwen. Helaas voor hen: Piet Heyn wist één van de boodschappers te onderscheppen. De Tierra Firme-vloot bleef in Colombia wachten, maar de Nieuw Spanje-vloot uit Mexico, onder leiding van Juan de Benavides, voer uit. Heyn wist dat zijn prooi vanzelf zou komen, en hij bleef liggen voor Matanzas.
Op 8 september kwamen de twaalf Spaanse galjoenen in de buurt van Matanzas, toen ze meer dan 30 Hollandse oorlogsschepen op zich af zagen komen. In paniek voer Benavides met vier schepen de baai in, waar ze vastliepen en volledig geplunderd werden door de musketiers van Piet Heyn. Zeven andere schepen werden ook veroverd. Dag na dag brachten de Hollanders alle schatten over naar hun eigen schepen: sieraden, specerijen, edelstenen en 46 ton zilver. De waarde van dit alles was maar liefst twaalf miljoen gulden, een zeer hoog bedrag voor die tijd. Na aftrek van de kosten bleef er zeven miljoen over.
Admiraal Benavides had nog nooit een slag gewonnen. Hij had zijn post gekregen door zijn status, niet zijn ervaring. En dat nekte hem. In zijn dagboek schreef hij: "I continued my course, resolved to die", maar later bleek dat hij als een dwaas de baai in was gevlucht en dat zijn eigen admiraalsschip, met al zijn kanonnen, geen schot had gelost. In Spanje werd hij uitgejouwd in een optocht en vervolgens onthoofd. Piet Heyn echter werd binnengehaald als held in verschillende Hollandse steden en ontving 7000 gulden als dank voor zijn heldendaad.
Hij had nu genoeg gedaan voor de WIC. Van Holland en West-Friesland kreeg hij het aanbod om als luitenant-admiraal opperbevelhebber te worden van de vloot. Heyn begon meteen te werken aan een betere discipline door te hameren op een betere betaling en een betere voeding van zijn mannen. Lang heeft hij niet kunnen genieten van zijn heldenstatus. Op 18 juni 1629, dat is al een paar maanden later, werd hij tijdens een zeeslag met Duinkerker kapers voor de Vlaamse kust doormidden geschoten door een kogel. De ex-piraat werd gedood door zeerovers.
De miljoenen die hij had geroofd zouden na zijn dood helaas worden gestoken in de mislukte kolonisatie van Brazilië. Maar dat hij wraak kon nemen op de vijand die hem als kind gevangen nam, dat heeft hij laten zien, en in de voetbalstadions klinkt nog steeds zijn naam.
Gerelateerde artikelen
- De leegte van geweld (Karavaan der Zotten)
- Staan in de wereld van nu (overig)
- Dodendans (VPRO Gids)
- ‘Onze maatschappij biedt grond voor totalitair denken’ (De Groene Amsterdammer)
- Smachten naar autoriteit (VPRO Gids)
Gebruikte Tags: geschiedenis, geweld