Volzin (15 juli 2011)
"Vrede moet van ons burgers komen"
De een is een voormalig Fatah-strijder, de ander een Israëlische ex-militair. Samen staan ze nu voor dezelfde zaak: vrede zonder geweld. Muammad Amar: "Ik kwam tot het inzicht dat de gewelddadige revolutie niet het uiteindelijke doel is." Yoni Yahav: "De bezetting van Gaza was een nachtmerrie."
43 x bekeken- Lees ook: 'De bereidheid om kernwapens in te zetten, is groter dan we denken' (Trouw)
Tussen Israëliërs en Palestijnen bevindt zich niet alleen een hoge muur, maar ook een diepe kloof van wederzijds wantrouwen. Vrede lijkt verder weg dan ooit. Toch zijn er talloze groepen die erin blijven geloven. Een daarvan is Combatants for Peace, een beweging van voormalige strijders en soldaten die hebben besloten dat een oplossing alleen mogelijk is zonder geweld.
Twee van hen waren onlangs in Nederland: de Palestijn Muammad Amar uit Toelkarem, vakbondsman en hoogleraar, en de Israëliër Yoni Yahav, student Midden-Oostenstudies in Jeruzalem.
Muammad:
"Ik ben geboren in een vluchtelingenkamp op de Westelijke Jordaanoever, 48 jaar geleden. Als kind maakte ik de Israëlische bezetting van 1967 mee. Mensen die ik kende werden gearresteerd, of vermoord. Pas toen ik wat ouder werd, viel het me op dat mijn moeder maar één been had. Het andere was ze verloren tijdens de naqba, de ramp van 1948, toen ze moesten vluchten voor het Israëlische leger. Toen mijn vader haar ontmoette, dacht hij: ze hebben die vrouw haar toekomst afgenomen, wie wil nu nog kinderen met haar? Hij ging naar haar toe en zei: ik wil met je trouwen en ik wil twaalf kinderen van je. Ik heb nu elf broers en zussen.
Ik ging in Koeweit werken, voor een verzekeringsmaatschappij. Maar ik wilde iets doen voor mijn volk. In 1983 besloot ik me aan te sluiten bij de verzetsbeweging Fatah. Het werd mijn taak om aan wapens te komen. Ik moest contacten onderhouden met bendes in Israël. Ik heb zelf nooit op iemand geschoten, maar ik heb er wel voor gezorgd dat anderen dat konden doen."
Yoni
"In die tijd, in 1983, werd ik geboren, in een nederzetting in Oost-Jeruzalem. Als kind maakte ik het conflict van dichtbij mee. Ik zag uitgebrande auto's en ik leerde al snel dat we moesten uitkijken voor Palestijnen. Niet teveel met ze praten, niet naar hun gebieden gaan. We vochten wel eens met Palestijnse kinderen, als ze op ons veld wilden voetballen. Een keer belden we zelfs de grenspolitie, herinner ik me, die vervolgens hun hele dorp omsingelde en hun huizen doorzocht, alleen maar om de jongens af te schrikken. Het voelde niet goed, maar ik accepteerde het als realiteit. We zijn nu eenmaal omsingeld, dacht ik, dus we moeten krachtig optreden.
foto: Rufus de Vries
Na mijn middelbare school ging ik het leger in. Twee jaar als soldaat, en vervolgens nog twee jaar als inlichtingenofficier. Het was mijn taak om Palestijnen te ondervragen om aan informatie te komen. Ik heb geen mensen gedood of geslagen, ik heb niet eens in de bezette gebieden gediend, maar ik maakte wel deel uit van een gewelddadig systeem. Sommige militaire middelen zijn gewelddadig in zichzelf."
Muammad
"Na twee jaar werd ik gearresteerd. Ik kreeg vier jaar cel. Ik leerde daar Hebreeuws, en Engels, maar vooral bestudeerden we met elkaar de politiek. Ik kwam tot het inzicht dat de gewelddadige revolutie niet het uiteindelijke doel is. Toen ik vrijkwam, was de intifada bezig en voerde Rabin een campagne om de botten van de opstandelingen te breken, om ze onschadelijk te maken. Ik zag dat geweld onze zaak niet verder bracht. Ik zag bovendien dat er Israëliërs waren die aan onze kant stonden. Ze kwamen eten brengen en kleding, uit solidariteit met ons. Ik vond dat we hun uitgestoken hand moesten beantwoorden.
Sommige vrienden vonden dat ik mee moest vechten. Maar ik vond dat het glas half vol was, niet half leeg. Ik hoorde bij de allereersten die met de Israëliërs gingen praten. Het was onvoorstelbaar: er was onderdrukking, er was een avondklok, en wij zaten doodleuk in Jeruzalem met Israëlische activisten te praten over de praktische stappen tot vrede. De politici waren daar nog helemaal niet mee bezig. De vredesbesprekingen later in Oslo en Madrid, en de wederzijdse erkenning van Israël en de PLO, waren nooit mogelijk geweest zonder ons voorwerk."
Yoni
"Heel langzaam begon ik kritischer te kijken. Ik herinner me vooral een reis naar Polen, naar de concentratiekampen. Dat is vrij gebruikelijk om te doen voordat je gaat studeren. Je leert daar dat Israël nooit op anderen moet vertrouwen. We moeten onafhankelijk zijn. Maar ik schrok van het patriottisme dat ik daar bij scholieren zag. Ze zongen volksliederen en hulden zich in de Israëlische vlag. Het was zo nationalistisch, ik werd er naar van. Ik besloot eerst een jaar Arabisch te leren bij een vredesorganisatie.
Ik las boeken over nationalisme en patriottisme. Maar ik hield het nog vooral voor mezelf. Het belette me niet om het leger in te gaan. Ik heb daar ook geen spijt van, ik vind dat landen het recht hebben zich te verdedigen. Maar op dit moment zijn we een bezettingsmacht. Ik moest een keer naar Gaza, toen wij daar nog zaten. Ik zag de sloppen en de huizen, omringd door hoge torens met zwaarbewapende soldaten. Ik vond het een nachtmerrie, ik wist dat het niet goed was."
Muammad
"In 2005 zijn we begonnen met Combatants for Peace, om mensen uit beide partijen bij elkaar te brengen. We doen campagnes, bij olijfgaarden die worden vernield, of bij nederzettingen. We werken met lokale groepen en die bestaan uit een Israëlisch en een Palestijns deel. In grote lijnen zijn we het met elkaar eens. We hebben twee principes: we steunen een tweestatenoplossing, volgens de grenzen van 1967, en we gebruiken geen geweld.
Het heeft echt geen zin om een definitie te zoeken van geweldloosheid. Elke cultuur bedoelt iets anders met geweld. Hoort het slaan van kinderen daar ook bij? Stenen gooien? Als een soldaat me in elkaar slaat, sla ik terug. Mijn punt is dat ik bloedvergieten zinloos vindt. De Koran zegt dat je geen burgers mag doden, alleen soldaten. Bloed is heilig, ook Israëlisch bloed.
Ik ga mijn geschiedenis niet afvallen en zeggen dat de strijd niet goed was. Maar nu kan het alleen nog maar tot escalatie leiden. Tegen extremistische Palestijnen zeg ik dat ze geen zelfmoordterroristen moeten sturen. Het leidt alleen maar tot meer geweld. Het werkt niet, geweld lokt altijd geweld uit."
Yoni
"De wereld steunt je niet meer als je zo veel geweld gebruikt. Israëliërs beginnen zich dat langzaam te realiseren. Beetje bij beetje zie ik de vredesbeweging groeien. Maar de beide kanten weten heel weinig van elkaar. Ik zit nu twee jaar bij de Combatants en samen met een Palestijn bezoek ik scholen om met jongeren te praten. De ene kant weet helemaal niet wat er met de Palestijnen is gebeurd in 1948. De andere kant weet helemaal niets van de holocaust. Ik vind dat onvoorstelbaar.
Twee weken geleden was ik op tv te zien bij een demonstratie. Familieleden van mijn vader, die uit een conservatief nest komt, zeiden me dat ik me moest schamen. Bovendien vinden ze het naïef dat ik Palestijnen vertrouw. Vertrouwen is het cruciale probleem op dit moment. Als Israëliërs Arabisch horen, denken ze vaak dat ze worden uitgescholden. Ga Arabisch leren, ga samen studeren! Elkaar ontmoeten is echt noodzakelijk.
Maar het is enorm populair om slachtoffer te zijn. Vroeger werd er vooral gepraat over onze kracht en onze capaciteiten. Nu horen we vooral hoezeer we slachtoffer zijn. De holocaust is een van de drijvende krachten geworden in onze maatschappij.
Het helpt ook niet dat de politiek zo verweven is met het leger en de veiligheidsdiensten. Als de premier wakker wordt, is er echt niet iemand die hem vertelt waar vandaag de kansen liggen om aan vrede te werken. Hij krijgt alleen een overzicht van de inlichtingendienst met de grootste dreigingen van de dag."
Muammad
"Ik ben recht voor z'n raap, ik zeg gewoon wat ik vind en dat draag ik uit, binnen Fatah en daarbuiten. Ze weten dat ik bij de Combatants hoor, en ze pikken het. Mijn broers zijn ook bij de Combatants gegaan.
Ik maak me vooral zorgen om de onverschilligheid onder Palestijnen. Mijn studenten zitten liever achter de computer dan dat ze zich verantwoordelijk voelen voor hun land. Maar vrede moet uiteindelijk van ons komen, van de burgers. Dat zijn we moreel verplicht. Politici gaan het namelijk niet doen. Die zitten in een krachtenveld van allerlei verschillende belangen, ze moeten liegen en draaien. Wij zijn de enigen die echt voor vertrouwen kunnen zorgen."
Gerelateerde artikelen
- Oorlog is hel (Karavaan der Zotten)
- Wij weigeren vijanden te zijn (Karavaan der Zotten)
- De leegte van geweld (Karavaan der Zotten)
- ‘Onze kernwapens zijn niet defensief bedoeld’ (De Groene Amsterdammer)
- Following Jesus in Wartime (English, overig)
Gebruikte Tags: geweld, interviews, middenoosten, vrede