Esquire (oktober 2011)
Wees jezelf! (als je dat lukt)
Wie zichzelf in de vaderlandse avant-garde begeeft, valt één ding op: iedereen wil vooral zichzelf zijn. Maar kan dat wel, collectief jezelf zijn? Volgens sommige psychologen zijn we helemaal niet zo autonoom en kunnen we niet zonder de blik van een potentiële rivaal.
61 x bekeken- Lees ook: De moderne maatschappij door kunstenaarsogen (Filosofie magazine)
Kijk maar eens rond op een feestje. Waar Japanners hooguit verschillen in de manier waarop ze hun knopen hebben opgepoetst, zit in Nederland altijd wel iemand met een foute stropdas, een zelfbewuste bril, een gewaagd kapsel of eigenwijze schoenen. Het is alleen al veelzeggend dat de bijvoeglijk naamwoorden uit deze laatste zin door Nederlanders als compliment worden opgevat. We willen heel graag onszelf zijn, met z'n allen.
We hebben het wellicht van de Amerikanen gekopieerd, maar het ideaalbeeld van onze cultuur is nog steeds de Marlboroman, de zelfbewuste pionier die ongeschoren van z’n paard stapt, bij ondergaande zon, om nonchalant een sigaret op te steken. De klus is geklaard, de bizons getemd, de vrouw ingepalmd, en niemand kan hem deren. Hij bepaalt zelf wel wat hij wil.
Maar volgens steeds meer psychologen is dit laatste een mythe. De Franse wetenschapper René Girard noemde het de ‘romantische leugen’. De antropoloog annex letterkundige heeft in de afgelopen decennia een pakhuis vol boeken geschreven over begeerte, verlangen en relaties. We zijn geen autonome, onafhankelijke wezen met eigen verlangens, zegt hij. We zijn ten diepste grote na-apers die altijd willen hebben want een ander wil. Onze begeerte is ‘mimetisch’, oftewel nabootsend.
Mensen willen altijd kopiëren en concurreren met een ander, een model. Dat begint al bij een klein kind dat uit dertig legosteentjes kan kiezen, maar precies het blokje van het andere kind wil. En het eindigt met grote mannen en vrouwen die er op feestjes origineel uit willen zien, maar die het precies afstemmen op de groep, net origineel genoeg om waardering te krijgen maar net niet origineel genoeg om uit de groep te worden geknikkerd. Jezelf zijn is een mythe.
We kunnen niet zonder bewondering. Marlboromannen die in hun eentje op de prairie zichzelf zitten te wezen, zonder de blik van de videocamera, worden doodongelukkig en halen meestal de overkant van de vlakte niet zonder antidepressiva. Dat is, in een notendop, de mimetische theorie. Zo zitten we biologisch in elkaar: we verlangen niet naar zonsondergangen, een cool uiterlijk, een paard en een vrouw op zich, maar we verlangen naar het verlangen van een ander, van erkenning. We willen dat soort dingen omdat een ander ze wil.
Nu is dat voor sommige consumptiegoederen geen probleem. Iedereen kan tegelijk naar een zonsondergang kijken of ongeschoren door de prairie lopen. Maar het wordt al lastiger als het gaat om een paard, of een vrouw. Die willen we voor onszelf hebben. Als er andere kandidaten zijn, wordt onze begeerte sterker, maar bij die ander ook, met andere woorden: we worden jaloerse rivalen, tegelijkertijd het voorbeeld en de bewonderaar van de ander. We willen hebben wat ons model begeert, maar we willen bovendien dat die ander wil wat wij begeren.
De modeontwerper Yves Saint-Laurent werd eens gevraagd: ‘Hoe weet u nou dat de jurken die u ontwerpt, zullen voldoen aan de smaak van het publiek?’ Met een blik vol verbazing antwoordde Saint-Laurent: ‘Maar meneer, zij zullen simpelweg dragen wat ik wil.’
Ook reclamemakers hebben dit mechanisme door. Hun spotjes en advertenties gaan steeds minder over het ding an sich, maar over een model dat dat ding bezit. Ze weten dat kijkers en lezers als zullen volgen. Als George Clooney zo koelbloedig die koffie drinkt, als zulke sexy mensen op dat Bacardifeestje verschijnen - dan kan een zichzelf respecterend man natuurlijk niet achterblijven.
We denken vaak dat dit te verklaren is vanuit erotische begeerte. Willen wij niet zijn zoals Clooney omdat we weten dat de dames massaal in zwijm vallen voor z'n kaaklijn? Nee, zegt de mimetische theorie, het is andersom: wij willen die dames vooral omdat Clooney ze wil - en alle andere mannen om ons heen die meekijken. Er zijn vrouwen zat, maar wij kijken met de ogen van onze modellen en rivalen en begeren dus vooral de vrouwen die het meest modieus zijn. Het is bij uitstek mode dat ons vertelt welke positie ze innemen in de hiërarchie van rivaliteit.
In de jaren zestig dweepte de sociale wetenschap met de autonomie van de mens, maar intussen erkennen de meeste psychologen dat wij voor een groot deel nabootsers zijn. Ook neurowetenschappers hebben hun steentje hieraan bijgedragen met hun ontdekking van zogenaamde spiegelneuronen: hersencellen die activiteiten van anderen spiegelen in het brein. Als je iemand anders iets ziet doen, worden er bij jou cellen actief op de plek in je brein die bij die activiteit hoort. Vandaar de pijn die je soms voelt als je een voetballer in z'n kruis getrapt ziet worden.
Het kopieergedrag zit ons ingebakken. Het helpt kleine kinderen om te leren en capaciteiten te ontwikkelen. Op zo'n manier werkt nabootsing positief, omdat het model (de ouder) geen rivaal kan worden. De afstand is te groot. Pas als we dichter bij ons model komen en er meer op gaan lijken, kan dat model zelf een struikelblok voor ons worden (en wij voor het model) waardoor we in een spiraal van wedijver terechtkomen.
In onze wereld zonder titels, rangen en standen, maar met meer globalisering en I like-buttons op facebook, gaan we onszelf met steeds meer mensen vergelijken. We raken verwikkeld in een rivaliteit met de hele wereld. Denk aan de steeds sneller wisselende modes, aan de financiële markten waar we massaal achter elkaar aandenderen zonder te weten waar we precies in investeren, of aan de mondiale strijd om schaarse grondstoffen. Dat moet wel gaan leiden tot meer conflicten en geweld, voorspelt René Girard, die niet erg onder de indruk is van de menselijke vooruitgang. Zelf zet hij daarom zijn kaarten op het christelijk geloof, omdat je daarmee zou leren hoe je rivaliteit kunt vervangen voor naastenliefde, doordat het volgens hem een voorbeeld biedt (Jezus) dat je kunt navolgen zonder ermee te rivaliseren.
Dat is een optie. Maar het is natuurlijk duidelijk dat de man daar ook veel bij te verliezen heeft. En dat hij in de zakelijke markt bovendien afhankelijk is van de mimetische begeerte van klanten. Kijk, dan ga je dit geheim natuurlijk niet onschadelijk maken.
Aanwakkeren dus, die begeerte, als je succes je lief is. Buit het uit, zet het in en zorg dat mensen jaloers op je worden. Span George Clooney en andere begeerlijke voorbeelden voor je karretje en als dat niet lukt, probeer er net zo uit te zien als zij. Wees altijd origineel, zorg dat jij de beste vakanties hebt en wees iedereen altijd één stap voor. Bewondering, geld, macht en natuurlijk de begeerlijkste vrouwen zullen je ten deel vallen.
Hoe krijg je de vrouw die je wil?
(volgens de mimetische theorie)
Zorg voor de blik van een rivaal, want niets wakkert haar begeerte zo aan als de begeerte van iemand die zij bewondert. Leer van de arme romanfiguur Julien (uit Rood en zwart van de 19e eeuwse schrijver Stendhal) die de hele mimetische trukendoos opentrekt om de begeerlijke freule Mathilde de la Mole te krijgen. Zijn tips:
1 Laat zien hoe onbereikbaar je bent. Julien laat haar duidelijk merken dat zij onmogelijk van hem kan houden, daar is hun standsverschil te groot voor. Dat frustreert haar.
2 Zorg voor een rivaal. Julien flirt met de vrouw van de maarschalk, schrijft haar liefdesbrieven en zorgt dat ze in het openbaar haar waardering laat zien, in aanwezigheid van de freule uiteraard.
3 Kom over alsof je vooral jezelf begeert. Julien gedraagt zich tegenover haar afstandelijk en is vooral ingenomen met zichzelf. Dat is ook een soort driehoeksrelatie, die hem in haar ogen heel begeerlijk maakt.
Nodeloos te zeggen dat de freule krankzinnig wordt van liefde en niets anders meer wil dan Julien. Rivaliteit is de snelste weg tot passie.
Hoe word je echt gelukkig?
Ook economen komen er steeds meer achter dat de mens een vergelijkend wezen is. Zo schrijft de bekende arbeidseconoom Richard Layard dat mensen drie tot vier keer zo veel inkomen hebben als zestig jaar geleden. Maar het percentage mensen dat zich ‘heel gelukkig’ of ‘best gelukkig’ noemt, is gelijk gebleven. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken in Europa en de Verenigde Staten. Inkomen heeft - boven een bepaald mimimumniveau - weinig tot geen effect op het geluk.
Toch is er wel een verband tussen rijkdom en geluk binnen een land, zegt de Engelsman. In het rijkste deel van de bevolking noemen meer mensen zich ‘heel gelukkig’ dan in het armste segment. Vooral relatieve rijkdom telt, en dat geldt voor alle westerse landen. Maar nog belangrijker is de referentiegroep. Onderzoek wijst volgens Layard uit dat mensen ongelukkiger zijn met hun baan naarmate hun partner meer verdient. Het blijkt zelfs zo te zijn dat vrouwen sneller een betaalde baan gaan zoeken wanneer hun man minder verdient dan de man van hun zus.
Een jaar of tien geleden werd aan afstudeerstudenten in Harvard gevraagd welk scenario ze prefereerden:
1 50.000 dollar verdienen terwijl hun omgeving de helft zou krijgen;
2 100.000 dollar verdienen terwijl hun omgeving tweeënhalf keer zo veel zou krijgen.
De meerderheid van de studenten koos voor optie 1. Liever minder verdienen, maar meer dan de rest. We halen ons geluk niet zozeer uit geld, maar vooral uit het verschil met de buren.
Je kunt je kaarten dus beter niet zetten op onzichtbare rijkdom, zoals een spaarrekening of een degelijke kast, maar op dingen die opvallen: een auto, een telefoon, een huis. Blijf je collega’s en familieleden altijd een stapje voor. Gaan ze winkelen in Londen? Ga winkelen in New York. Gaan ze op excursie in Thailand? Ga liever naar Antarctica. Het is het verschil waar je gelukkig van wordt. Volgens de onderzoekers, althans.
Gerelateerde artikelen
- Theo Maassen en Thomas Hertog over de kosmos (De Groene Amsterdammer)
- ‘Materie? Die bestaat alleen in onze geest’ (De Groene Amsterdammer)
- Deze ex-activist vindt de milieubeweging te oppervlakkig (Trouw)
- De nieuwe geest van het kapitalisme (De Groene Amsterdammer)
- Zijn mensenrechten ook dierenrechten? (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: filosofie, girard