VPRO Gids 24 (12 juni 2021)
Ontsnapt aan het heropvoedingskamp
De Kazachse Sayragul Sauytbay doet in De kroongetuige verslag van haar ervaringen in een Chinees ‘heropvoedingskamp’. In een videogesprek spreekt ze van genocide op Oeigoeren en Kazachen. ‘Bijna niemand komt terug uit de doodskampen.’
20 x bekeken- Lees ook: ‘Dit is één grote doofpotaffaire’ (De Groene Amsterdammer)
Nooit emoties laten zien. Niet met leerlingen spreken, nooit je eigen mening uiten en nooit zelfstandig handelen. Doe je dat wel, dan krijg je de doodstraf. Dat kreeg de etnisch Kazachse arts en schoolleider Sayragul Sauytbay te horen toen ze als docent in een ‘heropvoedingskamp’ werd geplaatst in het westen van China. ‘Heropvoeding’ is een eufemisme voor de martelingen waaraan talloze Oeigoeren, Kazachen en andere minderheden worden onderworpen in concentratiekampen waar ze worden gehersenspoeld tot geknakte, gedweeë schapen van de Communistische Partij. Sauytbay werd na vijf maanden voor even vrijgelaten en wist toen op wonderbaarlijke wijze te ontkomen. Vanuit Zweden doet ze nu haar indrukwekkende verhaal, over indoctrinatie, angst, slavenarbeid en genocide, in het boek De kroongetuige.
‘De Partij zegt in geheime documenten dat ze vanaf 2035 gaat werken aan de verovering van Europa’
Onpatriottische gedachten
Sauytbay trouwde, kreeg twee kinderen, en werd directeur van een kleuterschool. De greep van Beijing op het leven werd steeds groter, alles onder het mom van het bestrijden van moslimextremisme. Toen Xi Jinping aan de macht kwam, werd discriminatie repressie. Op haar school mocht Sauytbay bijna alleen nog maar Chinezen aannemen, en moest ze in zelfkritieksessies in het openbaar bekennen welke verkeerde en onpatriottische gedachten ze ooit had gehad. Alles werd geregistreerd.
Op een dag, het was in 2016, besloten Sauytbay en haar man Wali te emigreren naar Kazachstan. Eerst zouden Wali en de kinderen gaan, want als ambtenaar had Sauytbay haar paspoort tijdelijk moeten inleveren. ‘Ik kom jullie achterna zodra ik mijn paspoort weer terugheb,’ zei ze. Dat moment zou helaas niet meer komen. Oost-Turkestan kreeg een nieuwe partijsecretaris, Chen Quanguo – ‘de massamoordenaar van Tibet’ – die tot taak had de wil te breken van de minderheden in Xinjiang. Iedereen die niet etnisch Chinees was moest zijn paspoort inleveren. Camera’s verschenen op straat, telefoons werden gescand en iedereen die zich kritisch of gelovig uitliet verdween van de radar. Moslims moesten verplicht acht dagen per maand overnachten bij Chinezen, om varkensvlees en alcohol te nuttigen en in sommige gevallen zelfs het bed te delen met de heer des huizes. Dat laatste gold ook voor alleenwonende vrouwen als Sauytbay, die haar gastheer smeergeld betaalde om ’s avonds laat naar haar eigen huis te mogen.
Waarom bijna niemand in opstand kwam? ‘In zo’n situatie kun je bijna geen kritiek meer uiten,’ zegt Sauytbay. ‘De Communistische Partij zaait oorlog en wantrouwen tussen mensen. Er is een speciale kliklijn die je 24 uur per dag kunt bellen als je iemand wilt beschuldigen. Zo word je almaar banger dat je een regel overtreedt. Zelfs binnen families moet je oppassen, je kind kan iets verklappen, je broer kan je beschuldigen, overal zijn spionnen. Zo werkt de Communistische Partij. Iedereen wordt onderworpen. Het land wordt een kolonie van psychisch gestoorden. Mensen worden apathisch.’
Donkere kamer
Op een dag werd haar angst bewaarheid. ‘Omscholing’ zeiden de agenten. Maar het was duidelijk dat zij moest boeten voor de verhuizing van haar gezin. Met een zak over haar hoofd werd ze naar een betonnen cel gebracht met een plastic matje op de grond. Ze had nog geluk: ze kreeg zes vierkante meter voor zichzelf, omdat ze leraar moest worden. De andere gevangenen deelden met twintig personen één ruimte en één emmer per dag om hun behoefte in te doen.
‘Ik moest de gevangenen instructie gaan geven over de Chinese gewoonten en rituelen, over feesten en begrafenissen en over de besluiten van het negentiende partijcongres. Alle partijpropaganda en de principes en daden van Xi Jinping moest ik ze bijbrengen.’ Van alle Kazachse en Oeigoerse gevangenen werd een score bijgehouden. Wie te dom werd bevonden werd afgevoerd naar een andere afdeling. Wie uit de toon viel, wie protesteerde of van uitputting omviel, werd afgevoerd.
‘Ik had geen keus dan meedoen. Ik wilde mijn kinderen weer zien. Ik had me voorgenomen om geen enkele emotie te laten zien. Ik wilde blijven leven. Ik mocht geen contact hebben met de gevangenen, ik mocht geen oogcontact maken, ik mocht niet communiceren.’ Van zes uur ’s ochtends tot één uur ’s nachts werd ze geleefd door lessen, sessies zelfkritiek, wachtdiensten en bijeenkomsten om de glorieuze daden van Xi Jinping te declameren. Op een dag ging het mis. ‘Een oude Kazachse herderin werd binnengebracht. Ze rende op me af, klemde zich aan me vast en huilde om hulp. Daarmee had ik de regel gebroken. Ik werd weggebracht. Naar de donkere kamer.’ Dat is de kamer waar middeleeuwse werktuigen aan de muur hangen, de kamer waar mannen met zwarte maskers haar met elektriciteit bewerkten totdat ze iets kon verzinnen wat de oude vrouw, die zij niet kende, vroeger fout zou hebben gedaan. De oude vrouw trokken ze als straf de vingernagels uit.
Genocide
Het relaas van Sauytbay, opgetekend door de Duitse journalist Alexandra Cavelius, is schokkend in zijn eenvoud. Sauytbay vertelt over lessen, werktijden, straffen, sterilisaties en openlijke verkrachtingen. Dit is geen bestrijding van de extreme islam, dit is het planmatig uitroeien van een cultuur. Ook wel genoemd: genocide. En China zal niet stoppen bij de Kazachen en de Oeigoeren, zegt Sauytbay. ‘Bij de instructies kreeg ik soms geheime documenten. Zo zegt de Partij dat ze vanaf 2035 gaat werken aan de verovering van Europa. Dat zeggen ze openlijk, om ons te hersenspoelen en te leren dat de hele wereld communistisch zal worden en dat de toekomst aan hen is.’
Wie is Sayragul Sauytbay?
Sauytbay werd in 1976 geboren in een Kazachse nomadenfamilie in de bergachtige Chinese provincie Xinjiang. Net als de Oeigoeren, een ander Turks volk dat er woont, noemden ze de streek Oost-Turkestan. Al in haar jeugd zag ze het aantal Han-Chinezen toenemen, die steeds meer grond inpikten om er wegen en fabrieken op te bouwen. Toen ze geneeskunde ging studeren, werd ze pas echt bezorgd, vertelt ze in een videogesprek dat we me haar hadden: ‘De immigratie werd steeds massaler en de kloof tussen ons en de kolonisten werd groter. We werden achtergesteld op school, op ons werk; we werden steeds meer behandeld als tweederangs burgers.’ Aan protesteren dachten weinig mensen. ‘We wisten niet wat er gebeurde. We wisten niet wat democratie was, of wat onze rechten waren. We zijn allemaal geboren onder communistische propaganda. Dan weet je niet wat normaal is.’
Gerelateerde artikelen
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Nederland volledig vegan: het kán (De Groene Amsterdammer)
- Docu: Vlucht uit Noord-Korea (VPRO Gids)
- Als mannen huilen (Karavaan der Zotten)
- Poor People Don’t Need Help (overig, English)
Gebruikte Tags: china, dictatuur, recht