Nederlands Dagblad (4 januari 2014)
Winter
Voor het ND schrijf ik een paar keer per jaar een column in de rubriek Sporen. Op zoek naar sporen van Gods koninkrijk. Deze keer: winter.
37 x bekeken- Lees ook: De stamtafel: Moeten wij wel iets vinden van Israƫl? (De Nieuwe Koers)
Het is winter. De lucht hangt grijs en vochtig boven het land. De wereld staat stil, van de meeste dieren is geen spoor te bekennen. Vogels zijn weg en akkers kaal, en de bomen laten hun takken roerloos hangen, alsof ze het hebben opgegeven en alleen nog maar wachten op een onvermijdelijke dood. Maar dit alles is schijn. Onder de oppervlakte zijn allerlei processen bezig zich voor te bereiden op het moment dat al het leven weer gaat openbarsten. Maar je ziet nog niks.
Soms helpt de natuur me beter begrijpen hoe de wereld werkt, hoe God werkt. Bij ons lijkt het soms ook stil te staan. Oude projecten worden gesnoeid, activiteiten bloeden dood en mensen verhuizen. Zoals bijna alle bewoners van ons plein, die plaats moeten maken voor koophuizen. Ook wij moeten dus een nieuwe plek zoeken, maar waar dat is, en of we dat kunnen betalen, weet niemand. En met wie allemaal, ook dat is niet zeker, omdat veel huisgenoten ook in hun eigen leven op een kruispunt staan, of beter gezegd: net ervoor. Soms lijken we vooral te wachten, maar weten we niet waarop.
We dromen wel. Van groots en meeslepend. Een huis vol muziek en warmte voor iedereen die een thuis zoekt. Bruisend contact met moslims en open vieringen waar mensen uit alle culturen zich thuisvoelen en waar criminelen wenend hun leven geven aan Jezus. Buurtmaaltijden met hoeren en tollenaars waar dan twaalf manden eten van overblijven.
Aan een plein waar iedereen wegverhuist vind ik het al moeilijk om aan de buurt te denken. Gods koninkrijk komt met kracht, lezen we, maar ik zie weinig groots gebeuren.
Gisteren begon ik toevallig weer eens aan De gebroeders Karamazov (dat doe ik wel vaker, eraan beginnen). Er komt op een gegeven moment een moderne wereldverbeteraar aan het woord, die barst van liefde voor de mensheid, maar individuen lastig vindt. "Ik zou me misschien wel aan het kruis laten nagelen voor de mensheid", zegt de wereldverbeteraar. "Maar ik kan niet twee dagen met iemand in een kamer zijn, omdat hij te lang aan tafel zit bij het eten, snurkt of voortdurend zijn neus snuit."
Misschien is dat precies waar de winter voor is bedoeld: naastenliefde oefenen. Geen grootse daden doen, maar kleine daden, met grote liefde. Ze gebeuren. Onbekenden die voor onze neus staan omdat ze hebben besloten dat ze in een arme wijk willen wonen. Een oude vrouw die al jarenlang voor haar moeilijke buren bidt. Een kinderkerk vol lachende kinderen. Een filmavond waar maar twee mensen komen, maar die vervolgens wel genieten. Een Iraanse man die de tuin opknapt van een Afrikaanse vrouw. Of gewoon mensen die hun auto uitlenen, of hun geld. Ik begin een kerk te ontwaren. Een kerk, in brede zin, van mensen die samen familie worden, en vanuit hun woongroep of hun rijtjeshuis besluiten om hun leven te delen. Misschien is dat wel precies het goede nieuws dat we voor de wereld hebben. Dat moeten we ontdekken voordat het lente wordt.
Meer sporen?
Lees hier mijn oudere bijdragen in deze rubriek.
Gerelateerde artikelen
- De Bruderhof (3) - Jutta en Detlef (Karavaan der Zotten)
- De Bruderhof (1) - Een dorp zonder geld (Karavaan der Zotten)
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Oorlog is hel (Karavaan der Zotten)
- Vrije ruimte uithakken (Karavaan der Zotten)
Gebruikte Tags: geloof, overvecht, sporen