Karavaan der Zotten (11 juni 2024)

De Bruderhof (1) - Een dorp zonder geld

Is het mogelijk om alles gemeenschappelijk te hebben, net als de eerste christenen? Ja, zeggen ze bij de Bruderhof. Vandaag nemen we een kijkje in één van hun dorpjes. Een dorpje zonder geld.

3 x bekeken

Stel je voor: een net christelijk dorp, de dames dragen een rok, het uitzicht is groen en niemand gooit papiertjes op straat. Kinderen spelen buiten, de winkelier zegt hallo en de hortensia’s worden netjes bijgehouden.

Jahaa, denk je dan, dat is de brave buitenkant. Binnenshuis wordt er vast op los geroddeld en zijn ze zo rechts als de neten, met hun dikke auto.

Darvell in Zuid-Engeland (Danny Burrows)

Maar dan valt je iets geks op: in dit dorp heeft niemand een auto. Er is niet eens zoiets als privé-bezit. Ze delen alles wat ze hebben, zo verbouwen hun groente biologisch, ze zijn pacifistisch en ze hebben één hoofdregel: er wordt niet geroddeld. En geld is afgeschaft.

Het dorp bestaat echt, in Zuid-Engeland, tussen de glooiende heuvels van East Sussex ten zuiden van Londen. Het heet Darvell en wij zijn er een paar dagen op bezoek. Vanuit ons gastenappartement zie ik kinderen buiten spelen bij een caviahok. Een vader klimt met zijn zoontje in een boomhut die is gebouwd op een afgetopte wilg van een paar eeuwen oud. De bakstenen huizen zijn afgewerkt met rode leisteen en groene regenpijpen. Darvell is een soort hobbitland, met 250 inwoners. Samen hebben ze een school, een dokter, een bibliotheek en een fabriek voor houten kinderspeelgoed waar de gemeenschap haar inkomsten uit haalt.

Bruderhof

Het dorp is deel van een grotere beweging, de Bruderhof genaamd, die bestaat uit een tiental ‘dorpjes’, vooral in de VS, en een aantal kleinere leefgemeenschappen. Samen vormen ze een kerkgemeenschap, waar je je bij kunt aansluiten, als je je laat dopen in de naam van Jezus en de geloften voor het leven aflegt. Het is een soort kloosterbeweging, want in feite leg je de oude geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af – maar dan aangepast zodat ook gezinnen mee kunnen doen. Net als in een kloosterorde kun je soms worden overgeplaatst, als dat nodig is voor de gemeenschap.

We volgen de Bruderhof al heel wat jaar, uit de verte. We kennen het prachtige tijdschrift Plough (‘ploeg’) en hun dagelijkse email met een quote over de Bergrede. Het is een radicaal geluid dat helemaal gericht is op het navolgen van Christus, met kritische beschouwingen over geld en macht. Het was een van de inspiratiebronnen voor de oprichting van onze Karavaan. Maar hoe de leefgemeenschap er zelf uitziet, dat wisten we niet. Langskomen was geen bezwaar, mailden ze. Oké dan, afgesproken.

O ja, zeiden ze later: dan moeten de kinderen wel mee naar school en jullie draaien mee in de fabriek.

We worden hartelijk opgevangen door een gastgezin. Overdag draaien we mee met de activiteiten van de gemeenschap. Eén keer per dag eten ze samen, in de grote hal. Het eten is eenvoudig, maar lekker, en het komt grotendeels van eigen land. Ook hun bier is zelfgemaakt. Wat meteen opvalt, is de radicale eenvoud hier. Alle (kleine) appartementen hebben hetzelfde eenvoudige meubilair. Alles is perfect onderhouden. Twee gezinnen delen één keuken. Aan mode doen ze niet, en de vrouwen dragen zelfgemaakte rokken. Techniek is er alleen als het de gemeenschap dient. Volwassenen hebben wel een telefoon, maar in de tijd dat we hier zijn zien we niemand bellen. Wat een verademing! Als je iets nodig hebt, wordt het centraal besteld, en kun je het ophalen in het winkeltje. Zonder betaling natuurlijk.

Wij zitten natuurlijk vol vragen. Hoe doe je dat, alles delen? Mag je niks zelf? Wat zijn hier de regels, en vooral: wie maakt die? Waarom hebben mannen en vrouwen aparte taken, kom je dan tot je recht? En zijn de kinderen die hier opgroeien wel klaar voor de echte wereld?

Vreugde

Met iedereen die we tegenkomen hebben we goede gesprekken. Onze vragen zijn vaak ook de vragen van de bewoners zelf. Iedereen denkt daarover na, blijkt, als we in ons gedeelde keukentje aan de praat raken met onze buren, of in de koffiepauze kennismaken met collega’s in de fabriek. Iedereen heeft een eigen levensverhaal. Iedereen heeft bewust gekozen. Sommige mensen zijn hier als kind opgegroeid, maar hebben een tijdje buiten geleefd, om te studeren, en daarna zelf te kiezen of ze lid willen worden. Wat ons het meest raakt, zijn niet de structuren en de specifieke antwoorden, maar de vriendelijkheid en de vreugde die hier overal in de lucht hangen. Je zou zeggen dat je heel wat moet inleveren om zo duidelijk je eigen verlangens en ambities opzij te zetten. Voor de gemeenschap moet hard worden gewerkt: de wasserij, de keuken, de gezamenlijke inkoop, de zorg, het bedrijf, het onderwijs, de moestuin en de dieren. De lijst is eindeloos. Alleenstaanden wonen niet alleen, die worden ingedeeld bij een familie en die leven ook met elkaar. Dat moet wel zwaar zijn, op z’n tijd, want soms zijn deze alleenstaanden bejaard en hulpbehoevend. Maar we zien een cultuur waar mensen heel nederig en dienend overkomen. Maar: met een enorme ontspanning. Zelfs de kinderen op school zijn ontspannen. Maar wat wil je, zonder schermen en met elke middag een buitenprogramma, in de tuin of in het bos.

Met ons Nederlandse hoofd gaan we natuurlijk op zoek naar de structuur. We willen praten met iemand die ‘erover gaat’ om uit te leggen ‘hoe het zit’, maar die persoon ontmoeten we helemaal niet. Telkens worden we weer door iemand anders uitgenodigd, en zo worden we even deelgenoot van het gemeenschapsleven. Het lijkt een mierenhoop, waar iedereen precies weet wat hij of zij moet doen en getraind is om verschillende posities in te nemen. Er zijn mensen die de leiding hebben en eindverantwoordelijk zijn, er zijn mensen die pastor zijn en de Bijbeluitleg doen, maar we zouden niet weten wie. Zelfs in de groepsmeetings kom je daar maar moeilijk achter. De mensen die het woord nemen, blijven zitten, in de grote kring, met een draadloze microfoon in de hand, dus je hoort ze praten maar je komt er niet achter wie het is. Het lijkt erop dat ze dat oprecht niet belangrijk vinden.

Gevlucht

De Bruderhof ontstond een eeuw geleden rond Eberhard en Emmy Arnold, die met allerlei mensen in een huis gingen wonen om in gemeenschap van goederen Jezus te volgen. Toen de nazi’s aan de macht kwamen, zijn ze gevlucht naar Engeland, maar omdat ze Duits waren zijn ze eruit gezet. Ze verbleven een aantal jaar in de jungle van Paraguay en van daaruit zijn ze weer teruggekomen naar de Oostkust van de VS en naar Engeland. De laatste jaren is er een enorme groei en hebben ze zich ook weer in Duitsland gevestigd.

Het is een bere-interessant experiment. Wat gebeurt er als je allemaal gaat leven zonder geld? Wat als iedereen gemeenschapstaken vooropzet in plaats van eigen ambities? Wat als alleenstaande ouderen niet op de bank gaan zitten maar meehelpen bij het werk? Wat als je afspreekt om nooit over elkaar te roddelen maar bij onenigheid altijd op elkaar afstapt?

Theologie

De Bruderhof produceert goede theologische boeken, van auteurs uit allerlei kerkelijke stromingen. Theologisch gezien voelen ze zich verwant aan de Anabaptisten (net zoals de mennonieten en de Amish) maar ze hebben de theologische ramen en deuren wijd open staan. Zelf leggen ze vooral de nadruk op de Bergrede en het leven van de eerste gemeente. Toen iemand eens vroeg wat de Bruderhof leert over de hel en de duivel, kreeg hij als antwoord: ‘God is God. Al het andere is van geen enkel belang. Bij het laatste oordeel kunnen we alleen maar bevend voor God staan. Wat de Bruderhof of wie dan ook leert, zal Gods wil geen enkel beetje veranderen. We hebben het recht niet om God uit te leggen. Jezus zegt: “Verkoop wat je hebt en geef het aan de armen; zondig niet meer; heb je naaste lief als jezelf.” Wij hebben dit niet te interpreteren. We hebben het te doen.’

Het is niet hun missie om de wereld veranderen (ook al doen ze wel goed werk buiten de deur) maar alleen maar om iets te zijn, om ergens van te getuigen. En dat werkt. Bij alles wat we hier zien, worden we aan het denken gezet: waarom doen we wat we doen? Waarom leven we zoals we leven? Ook onze kinderen kijken hun ogen uit en genieten van het goede leven hier. Iedereen wordt serieus genomen. Als onze zoons een middag geen programma hebben, krijgen ze doodleuk de taak om mee te helpen met het graven van een graf voor een oudere man die gisteren is overleden.

Wat we meenemen naar huis is vooral heel veel hoop. Wat een bemoediging dat er mensen zijn die radicale keuzes durven maken in geld, bezit en status. Niemand doet hier alsof je moet worden als zij, en ook niet alsof ze de ware kerk zijn. Niemand geeft hier argumenten voor een bepaalde organisatiestructuur. Eenmaal thuis worden we bestookt met kritische vragen van Nederlanders. Is dat echt iets wat je zou willen? Is het niet fatalistisch om zo de wereld op te geven en op een eilandje te gaan leven? We hebben daar geen antwoord op. Het enige wat we hebben meegenomen, op de een of andere manier, is een heel blij gevoel. Zou dat iets van Gods Geest zijn?

In de volgende aflevering ga ik kijken hoe de Bruderhof de waarden waar ze in geloven doorvoeren in hun bedrijfsvoering.




Gerelateerde artikelen


Gebruikte Tags: ,


Reageren?



(optioneel veld)
(optioneel veld)

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.




Terug naar www.frankmulder.info