Kijk 2 (februari 2014)
De mislukte holocaust van Denemarken
Midden in de oorlog gebeurde er in Denemarken een wonder. Door het moedige optreden van de bevolking werden nagenoeg alle Joden uit de handen van de nazi's gered. Hoe kon dat gebeuren? En waarom in andere landen niet?
1049 x bekeken- Lees ook: Fort Europa krijgt bewakingscamera's en toegangspoortjes (Inter Press Service)
Op 29 september 1943 lekte Georg Ferdinand Duckwitz, een hoge nazidiplomaat in Kopenhagen, een groot geheim: over drie dagen gaat de Gestapo alle Joden van hun bed lichten. Het nieuws ging als een lopend vuurtje rond in de Joodse gemeenschap, en op 1 oktober, toen de razzia losbarstte, waren de meeste van de zeven- à achtduizend Joden in Denemarken ondergedoken.
In het hele land werden massaal hulpcomité's opgericht. Kerken werden opengesteld, dokters kwamen in actie, ondernemersverenigingen schakelden hun leden in: een land dat tot dan toe amper georganiseerde actie tegen de Duitsers had gevoerd, stampte in een paar dagen een verzet uit de grond, met als doel: vissers zoeken die de Joden naar Zweden konden brengen. In een paar weken tijd ontsnapten bijna alle Joden over zee. De Duitsers deden er weinig tegen.
Natuurlijk, Duckwitz was een held. Maar desondanks blijven er twee levensgrote mysteries. Eén: waarom kwamen de Denen massaal in actie? Twee: waarom lieten de Duitsers dit gebeuren?
Evenwichtsspel
Een nieuw boek van Bo Lidegaard, diplomaat en historicus, beschrijft tot in detail de gebeurtenissen. Het grote verschil met veel andere landen, zoals Nederland, was dat de Deense regering mocht blijven zitten tijdens de bezetting. Ze hadden niet teruggevochten toen de Duitsers waren binnengevallen, op 9 mei 1940, en ze kozen voor een moeilijk evenwichtsspel: samenwerken. De nazi's waren er blij mee. Ze leunden zwaar op Denemarken voor de landbouw en konden bovendien de wereld laten zien hoe mooi de vriendschap met Duitsland zou uitpakken voor het “modelprotectoraat”.
Toch waren de leiders vanaf dag één heel duidelijk: van onze Joden blijf je af. De Denen moesten veel slechte maatregelen slikken, tegen hun principes in, maar ze hadden een rode lijn: als we onderscheid moeten gaan maken tussen burgers, treden we af. Joden? Er wonen alleen maar Denen in ons land. En welke religie ze aanhangen, dat gaan we niet in het bevolkingsregister opnemen.
De Duitsers wisten niet wat ze moesten met deze koppigheid, zegt Lidegaard. “Ze wisten niet hoe om te gaan met een partner die totaal ongevoelig was voor alle anti-Joodse propaganda, over dat Joden de staat ondermijnen bijvoorbeeld. Daardoor gingen ze twijfelen.” In 1943 trad de Deense regering af uit protest voor de steeds hardere maatregelen. Het Duitse leger nam het bestuur over en Berlijn maakte van de gelegenheid gebruikt om nu eindelijk de Joden op te pakken.
Maar Werner Best, een fanatieke nazi die Hitler vertegenwoordigde in Denemarken, was bang. Lidegaard: “Hij kwam terecht in een logica waarbij hij ontdekte dat het beter was om niet door te zetten. Omdat de Deense ambtenaren, die op hun post waren blijven zitten, bleven zeggen dat de bevolking dan écht in opstand zou komen. Hij wist zijn meerderen in Berlijn ervan te overtuigen en liet zelfs toe dat Duckwitz het geheim lekte. Hij had alle verzet kunnen breken. Maar de logica van 'ons electoraat zal het niet begrijpen' was heel erg sterk.”
Toen de geheime politie op 1 oktober de actie uitvoerde, had Best verordonneerd dat die geen deuren mocht forceren, geen halfjoden mochten meenemen en geen geweld mochten gebruiken. En toen de nacht voorbij was, zei hij, was de klus geklaard. “Er mochten geen vervolgacties meer komen. Ze hadden gedaan wat ze konden, liet hij aan Berlijn weten.”
Nationale plicht
Maar hoe kwam het dat de Denen zo vastberaden waren? “Er was net zo veel 'klein' antisemitisme als in andere landen”, zegt Lidegaard. “Maar niemand accepteerde dat Joden daarom weg moesten uit de samenleving. Ze hadden een andere religie, maar het bleven Deense burgers. Het werd gezien als nationale plicht.”
Cruciaal daarbij was de houding van de leiders. “Al jarenlang hadden alle grote politieke partijen volgehouden dat het grote gevaar niet van buiten komt, maar van het totalitaire denken zelf. Dat de democratie ten onder gaat als je gaat doen alsof er twee soorten mensen zijn. Wie dat deed, zoals de nazi's en de communisten, was niet welkom in de politiek. Die waren anti-Deens, vond men.” Toen het moment vervolgens daar was, durfden ook gewone burgers hun nek uit te steken. “Niemand wachtte op een ander; iedereen handelde.”
Ondanks alles werden 472 Joden gedeporteerd. De Denen bleven echter zo verontwaardigd lobbyen voor hun behandeling, dat ze naar het ‘mildere’ kamp Theresienstadt werden gebracht, waar de meesten, op een veertigtal na, overleefden. Volgens Yad Vashem zijn in totaal ongeveer zestig Deense Joden omgekomen.
Terreur in Nederland
In Nederland zijn minstens 102.000 Joden zijn uitgeroeid, driekwart van het totaal. Hoe was dit mogelijk? Het is niet helemaal eerlijk om landen te vergelijken, alleen al omdat omgevingsfactoren cruciaal verschilden. Nederland was heel dichtbevolkt, en we hadden geen buurland dat vluchtelingen opving. Maar het grootste verschil was nog wel dat de nazi's in Nederland een terreurbewind opzetten.
Dat zegt Ad van Liempt, een historicus die de jodenvervolging in verschillende landen heeft onderzocht. “Niet alleen werd Nederland bezet door een leger, op het laatste moment werd het militaire bewind ook nog eens vervangen door een civiel nazibewind.” Dat klinkt gunstig, maar dat was het niet. “Voor de SS was de jodenjacht een van de twee hoofddoelstellingen. Het Duitse leger hield de SS meestal op afstand.” Dat was bijvoorbeeld te zien in Frankrijk en Wallonnië, waar “slechts” een vijfde van de Joden omkwam. In Vlaanderen daarentegen waren speciaal SS'ers aangewezen voor de jodenjacht en daar kwam driekwart om – net als in Nederland dus.
De SS had hier vrij spel. “Bovendien hadden ze ook nog een leider, Hanns Rauter, die sterk en hartstochtelijk was. Hij heeft in de hele oorlog nooit één dag vrijgenomen. Hij had een bijna onbegrensde invloed op Arthur Seyss-Inquart, de rijkscommissaris van Nederland. Stakingen beantwoordde hij met standrecht en beschietingen.”
In Nederland werd vervolgens het hele ambtenarenapparaat genazificeerd. “Wie niet wilde luisteren, werd vervangen door Nederlandse SS'ers, of door sympathisanten.” En dat was een dodelijk verschil met Denemarken, zegt ook Lidegaard. “Daar kregen ambtenaren en agenten soms orders om niet naar de Duitsers te luisteren. In Nederland moesten ambtenaren die zware keuze persoonlijk maken.”
Rauter richtte in 1942 en 1943 speciale politiediensten op met fanatieke NSB'ers en SS'ers. Van Liempt: “Dat waren gewoon criminele organisaties, die leefden van roof, geweld en jodenvervolging. Het was weerzinwekkend.” Parallel daaraan konden burgers bijverdienen door voor de Zentralstelle Judische Ausstellung, een organisatie die speciaal gericht was op de jodenvervolging, op Joden te jagen. “Deze twee groepen samen wisten al 20.000 Joden op te pakken.” Toch is er ook een ander verhaal. Er zijn hier 25.000 Joden ondergedoken geweest, meer dan waar dan ook. “Ik geloof dus niet dat Nederlanders antisemitischer waren dan anderen. Dat was niet nodig met zulke op geld beluste fanatiekelingen.” In 1943 werd de stemming zelfs regelrecht anti-Duits. Maar toen was het voor de meeste Joden al te laat.
Er was nog een ander verschil en dat is Nederland wél zelf aan te rekenen: de administratie. Die was hier gevaarlijk perfect. “Toen godsdienst erin werd opgenomen, hoefden ze alleen maar de lijsten af te lopen.” Daarbij had Nederland ook nog eens een persoonsbewijs dat niet na te maken was. “Ze waren er in Berlijn jaloers op! Zowel de kaartenbak als het persoonsbewijs waren ontworpen door Jacob Lentz, een fanatieke technocraat, die er een eer in stelde om het hele register op orde te hebben.” Die plichtsgetrouwheid was er ook bij gewone burgers. “Nederlanders hadden volop vertrouwen in de overheid. Als die een oproep doet, dan moet je gehoorzamen.”
Maar, waarschuwt Van Liempt, we moeten oppassen dat we niet gaan moraliseren. “Hadden we het net als de Denen moeten doen? Ja, natuurlijk. Maar dan vergeet je de totale misleiding van dat moment. Het was één grote fake-operatie. Heel veel Joden meldden zichzelf vrijwillig voor de Arbeidsinzet. Ze geloofden gewoon niet dat er een moordmachine bestond.”
Italiaanse humaniteit
Denemarken is niet het enige land waar de Jodenvervolging mislukte. De Italianen bijvoorbeeld hadden er niets mee. Sterker nog: veel Joden uit door Duitsland bezette gebieden vluchtten naar gebieden die onder Italiaans bewind stonden. En wanneer de Duitsers dat gebied overnamen, trokken de vluchtelingen met het Italiaanse leger mee. “Duitsland maakte hier kennis met de Italiaanse stijl om de zaken niet op te lossen”, schrijft de bekende Joods-Amerikaanse filosofe Hannah Arendt, in haar klassieke boek Eichmann in Jeruzalem. Telkens weer deed Italië beloften om nu echt mee te werken, op hoog niveau, en telkens weer werd er op lager niveau gewoon niet naar geluisterd.
Het was bijna lachwekkend. Al in de jaren dertig, toen de Italiaanse leider Mussolini onder Duitse druk anti-joodse wetten invoerde, liet hij ze vergezeld gaan van ruime uitzonderingen. Iedereen die ooit lid was geweest van de fascistische partij werd vrijgesteld, inclusief zijn ouders, grootouders, broers, zussen, vrouwen, kinderen en kleinkinderen. Dat is zo ongeveer heel Italië, want iedereen die ooit ambtenaar wilde worden, moest lid zijn van de partij.
Op laag niveau was in de hele oorlog geen steun voor anti-joodse maatregelen. En zelfs toen Duitsland Italië bezette, in 1943, bleven de Italiaanse fascisten de Duitsers hierin tegenwerken. Hoe was dat mogelijk? Uiteindelijk was dit de “humaniteit van een oude cultuur”, denkt Arendt, “die in alle lagen van de samenleving was doorgedrongen.”
Bulgarije
In Oost-Europa waren de Joden veel sterker een aparte groep, als één van de vele minderheden die in elkaars grondgebied woonden. Het antisemitisme tierde hier welig en verschillende landen sloten zich dan ook vrijwillig aan bij de uitroeiing. Zo werden er in Roemenië bijvoorbeeld 300.000 Joden afgeslacht, zonder Duitse hulp.
Er was één opvallende uitzondering: Bulgarije. Daar woonden in totaal 50.000 joden. Omdat het de kant van Duitsland had gekozen, mochten ook hier de koning, het parlement en de regering blijven zitten. Maar om de een of andere reden hadden de Joden de sympathie van de bevolking. Toen Joden in 1941 werden opgeroepen voor de arbeidsdienst, werd een uitzondering gemaakt voor – christelijk – gedoopte Joden. Waarop de meeste Joden zich lieten overdopen.
De nazi's voerden de druk op, net als in Denemarken. De regering besloot daarom in 1943 om te beginnen met de deportatie van de Joden in de gebieden die door Bulgarije waren geannexeerd. Die werden in wagons geladen met bestemming Treblinka. Maar nu kwam de Bulgaars-orthodoxe kerk in verzet. De lokale bisschop kwam persoonlijk naar de treinen toe om ze tegen te houden, samen met driehonderd kerkleden, en hij dreigde op de rails te gaan liggen. Het parlement kwam direct in actie en vroeg de regering om de maatregel terug te draaien. De volgende dag werden alle Joden bevrijd.
De opperrabbijn van Sofia werd verborgen gehouden door de metropoliet Stefan van Sofia, de hoogste functionaris van de kerk. Die had gezegd dat “God het lot van de Joden had voorbeschikt en dat mensen niet het recht hadden om hen te vervolgen”. Veel Bulgaren waren het met hem eens, en gingen de straat op bij wetten die anti-joods waren. De nazi's in het land gaven het op en verzonnen smoezen om Berlijn ervan te overtuigen dat verdere actie geen zin had. Zo is er uiteindelijk geen enkele Bulgaarse jood een onnatuurlijke dood gestorven.
Lessen
We moeten geen makkelijke vergelijkingen trekken. De nazi-overheersing was in sommige landen extreem wreed, terwijl ze zich in andere landen veel toegeeflijker opstelden. Dat neemt niet weg dat we kunnen leren dat – geweldloos – verzet in bepaalde gevallen soms heel krachtig is. Wat opvalt is dat er in alle situaties leiders waren die hun nek durfden uitsteken. En gewone burgers die al in vredestijd hadden geleerd om solidair te zijn met minderheden. Zowel Bulgaren, Denen als Italianen hadden een collectieve houding gekweekt waarin voor tweedeling geen plaats was.
Daarmee viel de steun weg die een onderdrukker – hoe sterk hij ook is – altijd nodig heeft. “Onrecht heeft altijd de schijn van legitimiteit nodig”, zegt Lidegaard. “De Duitsers hadden heel erg de illusie van samenwerking nodig, al is het maar met een deel van de samenleving.” Het bijzondere is: als dat niet lukt, blijken ze helemaal niet zo principieel. Nazi's konden hele redevoeringen houden over hun hardheid en standvastigheid, maar als ze tegen een meerderheid komen te staan, concludeert Arendt, blijken het maar laffe conformisten. Het kwaad heeft zelf geen ruggengraat, zou je kunnen zeggen. Zelfs nazi's kunnen niet zonder goedkeuring. Die kunnen alleen gewone mensen geven. Of niet.
Bronnen
De auteur heeft gesproken met Bo Lidegaard en Ad van Liempt. Hij heeft naast een aantal artikelen op internet de volgende boeken gebruikt, die hij van harte aanbeveelt:
-
Bo Lidegaard, Landgenoten. Het 'wonder van Denemarken' – Hoe de joodse inwoners in 1943 werden gered door het moedige optreden van de bevolking(Uitgeverij Balans, 2013)
-
Hannah Arendt, Eichmann in Jeruzalem. De banaliteit van het kwaad (Uitgeverij Atlas, 1969)
Gerelateerde artikelen
- De leegte van geweld (Karavaan der Zotten)
- Nederland volledig vegan: het kán (De Groene Amsterdammer)
- Docu: Vlucht uit Noord-Korea (VPRO Gids)
- Staan in de wereld van nu (overig)
- Als mannen huilen (Karavaan der Zotten)
Gebruikte Tags: dictatuur, geschiedenis, geweld, recht, wo2