Inter Press Service (3 december 2015)

Oliereuzen straffen Venezuela via Nederlands verdrag

Venezuela wil geen verdragen meer met Europese landen, als die investeerders het recht geven om het land zomaar voor een commerciële rechter te dagen. "Dat systeem is opgezet om de natiestaat kapot te maken."

41 x bekeken

Dit artikel is ook verschenen in het EngelsSpaans, Zweeds en Fins.

Het gaat niet goed met Venezuela. Terwijl het binnenland wordt verscheurd door slecht bestuur, armoede en polarisatie, wordt het van buitenaf bestookt door oliefirma's die tientallen miljarden dollars claimen.

De methode die ze gebruiken heet ISDS, oftewel: Investor-State Dispute Settlement. Hierbij kunnen investeerders een staat aanklagen door middel van arbitrage, dat is een soort geprivatiseerde rechtbank. Voorstanders wijzen erop dat je niet meer langs de lokale rechter hoeft, een partij die in veel landen niet neutraal is. Je mag zelf een rechter kiezen, de tegenpartij doet dat ook, en samen kiezen ze een voorzitter. Arbitrage, heet dat. Het vindt plaats bij een gerenommeerd instituut, vaak de Wereldbank. Eerlijker kan niet.

Monsterboete

Maar Bernard Mommer, onderminister van Olie onder voormalig president Hugo Chavez (1999-2013) en nu fulltime bezig met de claims tegen Venezuela, moet lachen. "Ik zal echt niet beweren dat Caracas een neutrale plek is. Maar doe niet alsof Washington dat wel is. Het hele arbitragesysteem is bevooroordeeld ten gunste van investeerders."

Behalve Argentinië is er geen land dat zo vaak is aangeklaagd als Venezuela: 37 zaken zijn er bekend. Maar de boete die hen nu boven het hoofd hangt, overtreft die boetes allemaal. Conoco-Philips, een Texaans oliebedrijf, eist 31 miljard dollar, en is aan de winnende hand. De zaak bevat volgens critici alles wat er mis is aan het ISDS-systeem.

Uitkoop

De olieruzie begon in 2006. Onder de activistische leiding van Hugo Chavez besloot Venezuela tot de hervorming van de oliesector. Olieprojecten moesten deels in staatshanden komen en de belastingen moesten omhoog. Bernard Mommer was verantwoordelijk voor de onderhandelingen over de compensatie. De meeste van de 41 oliefirma's in het land gingen akkoord met de uitkoop. Twee niet. Dat waren de Texaanse bedrijven ConocoPhillips en Mobil (nu Exxon).

"Toen wij begonnen met de onteigening, gingen ze over tot arbitrage", vertelt Mommer. "Ik wist niet dat dat kon. Daar moeten beide partijen toch toestemming voor geven?" Maar Mommer ontdekte dat Venezuela in 1991 bilaterale investeringsverdragen (BIT's) had afgesloten, onder andere met Nederland. Daarin kregen alle investeerders, die zich oneerlijk behandeld voelen, recht op arbitrage.

Hollandse boterham

Conoco-Philips en Mobil lieten zich in 2006 snel inschrijven in Nederland. Zo konden ze als Nederlandse investeerder claimen dat de onverwachte beleidswijziging een schending was van hun BIT-rechten. Ze eisten samen 42 miljard dollar.

"Dit heet de Dutch sandwich", aldus George Kahale III, een Newyorkse topadvocaat, die ook Venezuela verdedigt. "Je stop een Nederlands bedrijfje tussen je bedrijfsketen en dan mag je je Nederlands noemen."

Dat mag overigens niet als er al een geschil loopt. ExxonMobil en Conoco zeggen ook dat ze deze verhuizing los van het geschil al hadden gepland. Tussen de Wikileaks-cables is echter een opvallend bericht gevonden. Een medewerker van Conoco vertelt daarin tegen iemand van de Amerikaanse ambassade dat ze "al" naar Nederland zijn verhuisd "om hun arbitragerechten veilig te stellen."

Onwettig

De zaken slepen zich intussen voort, nog steeds. ExxonMobil heeft geen geluk. De drie arbiters (de rechters, in feite) hebben geoordeeld dat de onteigening wettig was. Exxon krijgt wel een vergoeding, maar niet veel meer dan wat het eerder aangeboden kreeg: iets meer dan een miljard dollar.

Maar de zaak van Conoco verloopt anders. Twee van de drie arbiters vinden de onteigening niet wettig. Venezuela moet het bedrijf daarom vergoeden, niet tegen de lage olieprijs van 2006, maar tegen de véél hogere olieprijs van toen ze de zaak openden. Het gaat in de tientallen miljarden lopen.

Dat is absurd, zegt Kahale. "In totaal vinden dus vier van de zes arbiters dat de onteigening wettig was. En toch kan Venezuela nu een megaboete verwachten."

Oneerlijk

Over oneerlijk onderhandelen gesproken: tussen de Wikileakscables is nóg een onthullend bericht ontdekt. Daarin vertelt een Conoco-baas de Amerikaanse ambassadeur dat de onderhandelingen goed gaan en dat Venezuela een redelijke koers vaart. In tegenstelling tot wat Conoco altijd beweerde tegenover de arbiters. De arbiters – althans, twee van de drie – zeggen echter dat ze hun tussentijdse oordeel niet meer kunnen veranderen en nu bezig zijn met het bepalen van de boete.

"Met andere woorden," zegt Mommer, "de investeerder mag liegen. Wij kunnen ze toch niet aanklagen. Dat kunnen zij alleen bij ons doen. Dat laat zien waarom de Wereldbank en westerse landen dit systeem hebben bedacht. Het is opgezet om de natiestaat af te breken."

Ramp

ISDS is structureel verkeerd, zegt Kahale. "De uitspraken rammelen. Ze komen niet van rechters, maar van investeringsadvocaten. Hun commerciële achtergrond schemert door hun beslissingen heen. Dat is geen ramp als het om een paar miljoen gaat. Maar het gaat hier vaak om miljarden, en om zaken die direct raken aan de soevereiniteit van een land." De persoon van de arbiter is te belangrijk. "De ene dag zijn ze advocaat voor een partij, de volgende dag moeten ze onafhankelijk oordelen over gelijksoortige zaken. Dan heb je toch een belangenconflict? Er zijn geen checks en balances, zoals bij een rechtbank. Je kunt niet in beroep gaan."

Venezuela is de ISDS-claims zat, en heeft de stekker gehaald uit zowel de ICSID-conventie (die de Wereldbank het recht geeft om als arbitragehof te dienen) als een aantal BIT's. De BIT met Nederland sneuvelde als eerste. Helaas voor Venezuela zit er een clausule in die bepaalt dat investeerders nog tot 2023 lang recht hebben op arbitrage.

Niet uitdagen

Arbitrage is in theorie een mooie methode, die kwetsbare ondernemers kan helpen om zich te verdedigen tegen beleidswillekeur. Maar het is uitgegroeid tot instrument voor multinationals om staten onder druk te zetten.

"Deze oliebedrijven konden een heel nette compensatie krijgen", zegt Juan Carlos Boue, een Venezolaanse onderzoeker bij het Oxford Institute of Energy. "Maar toen de olieprijs steeg, besloten ze om met zo veel mogelijk geld te vertrekken." Voor Exxon, een oliereus die met een omzet van 400 miljard dollar economisch gezien twee keer zo groot is als Venezuela, komt daar nog iets bij. "Hun middelen zijn onbegrensd. Wat zij vooral willen, is de wereld laten zien dat je ze niet moet uitdagen."

En de arbiters? "Veel van hen zijn zakenmensen", zegt Boue. "Sommige van hen willen gewoon niet dat landen hier zomaar mee wegkomen. Aan landen als Venezuela hebben ze een enorme hekel."

ExxonMobil en Conoco-Philips wilden geen reactie geven.

Dit artikel is geschreven in het kader van een onderzoek van De Groene Amsterdammer, Oneworld en Inter Press Service, met steun van het European Journalism Centre (mogelijk gemaakt door de Gates Foundation). Resultaat is onder meer een interactieve kaart met daarop alle ISDS-zaken die ooit zijn gevoerd.

Zie www.oneworld.nl/isds of lees op mijn eigen site al mijn artikelen over ISDS.




Gerelateerde artikelen


Gebruikte Tags: , , , ,


Reageren?



(optioneel veld)
(optioneel veld)

Reactiemoderatie staat aan op deze site. Dit betekent dat je reactie niet zichtbaar zal zijn, tot deze is goedgekeurd door een beheerder.

Persoonlijke info onthouden?
Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of e-mailadres in te typen.




Terug naar www.frankmulder.info