Filosofie magazine (mei 2011)
De waarde van niets
We zijn lang verblind geweest door de schittering van de vrije markt, zegt Raj Patel. De crisis laat ons met een schok zien dat alles anders is dan we dachten. Wat dat betreft lijken we wel op de grote kakkerlak van Kafka.
363 x bekeken- Lees ook: 'De bereidheid om kernwapens in te zetten, is groter dan we denken' (Trouw)
We zijn lang verblind geweest door de schittering van de vrije markt, schrijft Raj Patel in zijn nieuwe boek De Waarde van Niets. Volgens de Britse schrijver van Indiase komaf haalt de recessie ons met een schok uit onze slaap. Alles blijkt anders te zijn dan we dachten, net als bij de hoofdpersoon uit Kafka's verhaal De gedaanteverwisseling, die op een dag wakker wordt als grote kakkerlak.
Zijn wij die kakkerlak?
"Ja, in elk geval in ons gedrag. Kafka beschrijft hoe hij niet eens boos wordt, of zich afvraagt hoe het allemaal heeft kunnen gebeuren. Hij denkt vooral: arme ik, straks raak ik mijn baan nog kwijt. Op zich een prima vraag, maar op een gegeven moment zul je toch bij jezelf te rade moeten gaan waar het is misgelopen. Dat moeten wij ook. Jarenlang hebben we gehoord dat het allemaal goed komt met onze wereld als de markt maar met rust wordt gelaten. Nu heeft zelfs Alan Greenspan, de voorzitter van het stelsel van centrale banken in Amerika, bekend dat er een fout in die ideologie zit. Dat zou toch reden moeten zijn om de mythes in ons wereldbeeld te ontdekken? Maar dat doen we amper."
Patel is niet alleen filosoof, maar ook econoom en politicoloog. Hij heeft veel onderzoek gedaan aan topuniversiteiten, maar ook gewerkt voor internationale instellingen zoals de Wereldbank, en kent daardoor het vrijemarktdenken van binnenuit.
Wat voor mythes heeft u ontdekt?
"De mythe dat markten losstaande, zwevende dingen zijn die zichzelf het beste reguleren. En dat de uitkomst het best is wanneer iedereen zijn rationele eigenbelang volgt. Op zichzelf is dat al een mythe, het beeld van de mens als 'homo economicus' die altijd zo handelt dat hij, in de woorden van de negentiende-eeuwse John Stuart Mill, de meeste gemakken en behoeften kan vervullen met zo min mogelijk moeite. De homo economicus bestaat niet. Mensen hebben zowel egoïstische als altruïstische neigingen. Stel dat je een miljoen zou krijgen voor een moord die zo perfect is dat je nooit gepakt zal worden, zou je dat doen? Nee. Je bent meer dan de rationele homo economicus."
Hoe kon dat concept zo leidend worden in de economie?
"Het is in Amerika enorm gepopulariseerd door de schrijfster Ayn Rand, die nog verder ging en het egoïsme verheerlijkte. Als ieder maar z'n eigen belang volgt, wordt de totale welvaart het hoogst, geloofde zij. Het was Gary Becker die dit in economische modellen vertaalde. Hij kreeg er in 1992 zelfs de Nobelprijs voor. Volgens hem is alles en iedereen een maximaliserend dier. Hij paste dat beeld op elk terrein toe, zo zag hij democratie ook als markt om stemmen te winnen. De homo economicus bestaat echter niet in menselijke gedaante. Hij is wel gecreëerd: in de vorm van ondernemingen, die vrij over de hele wereld kunnen operereren en zich daarbij alleen door prijzen laten leiden, niet door wat van waarde is."
Zijn prijzen, die in een vrije markt totstandkomen, niet een goede uitdrukking van de onderliggende waarde?
"Nee. Volgens Adam Smith wordt de echte waarde van een product bepaald door de arbeid die ervoor nodig is. De prijs daarentegen komt tot stand wanneer het wordt geruild op de markt. Vooral Karl Marx heeft laten zien hoe in deze prijs - de ruilwaarde - niet de arbeid en de sociale relaties die ten grondslag liggen aan de productie worden weerspiegeld. Een prijs laat niet zien of iemand ervoor is uitgebuit, of dat de natuur is vervuild. En dat het functioneren van de economie volledig afhankelijk is van de enorme hoeveelheid onbetaalde arbeid, vaak door vrouwen gedaan, blijft eveneens onzichtbaar."
Vrije markten kunnen dus wel voor scherpe prijzen zorgen - maar zorgen niet voor wat van waarde is?
"Klopt. Terwijl ze er op hun beurt wel van afhankelijk zijn. Vrije markten zijn namelijk helemaal niet zo vrij, dat is een mythe waar Karl Polanyi in de Tweede Wereldoorlog al over schreef. Markten zijn ingebed in een samenleving. Ze zijn niet los verkrijgbaar. Dat hebben we nu gezien: wie moet de schulden van de financiële markten overnemen? Wij. Polanyi beschrijft hoe de verschillende markten zijn gegroeid. De 'grote transformatie' in de geschiedenis is volgens hem de kolonisatie van de 'commons', de gemeenschapsgronden, de gezamenlijke grondstoffen. Hij beschrijft hoe de commons in het achttiende-eeuwse Engeland werden getransformeerd tot verhandelbaar privébezit. Daarvoor moesten de boeren wel worden verdreven naar de steden, om voor loon in fabrieken te gaan werken. Economen spreken van liberalisering, maar dat verhult dat dat altijd met veel dwang gepaard is gegaan. Dat proces ging verder, denk aan de koloniën. John Locke heeft zelfs nog een rechtvaardiging geschreven voor het koloniseren van land waar inheemse volken wonen. Volgens hem mag iemand die land individueel bewerkt, het land als privébezit beschouwen. Ook al zijn er indianen die er - gemeenschappelijk - gebruik van maken."
Privébezit heeft dus een dubieuze geschiedenis. Maar zorgt het uiteindelijk niet voor meer welvaart?
"Tot op zekere hoogte. De eindeloze zucht naar meer privébezit ondermijnt de samenleving en dus ook de markt, want die is daarin ingebed. Adam Smith, die ten onrechte wordt gezien als de kampioen van de vrije markt, zag de ijdelheid hierachter al en hij waarschuwde al voor bedrijven die puur op de winst letten. Het kapitalisme heeft altijd winst nodig en dus nieuwe 'commons' om te exploiteren. Dat heeft weinig te maken met het creëren van welvaart, van wat echt van waarde is. Een voorbeeld: het blijkt dat veel gemeenschappen in het oerwoud, zonder privébezit, beter voor hun bos zorgen dan overheden en bedrijven die het via de markt willen doen."
Wat moeten we doen?
"We moeten terugwinnen wat de markt ons psychologisch heeft ontnomen. We zijn vergeten hoe we niet alleen maar consumenten, maar burgers kunnen zijn. Daar moeten we over nadenken. Die reflectie is een dagelijkse praktijk. Het begint al bij stilstaan bij hoeveel privébezit we nodig hebben en bij de herkomst van ons voedsel. Maar tegelijkertijd moeten we werken aan nieuwe structuren, aan democratie van onderaf, zodat de miljoenen arbeiders die worden uitgebuit weer een stem krijgen. Zodat rijkdommen eerlijker worden verdeeld."
Gerelateerde artikelen
- De Bruderhof (3) - Jutta en Detlef (Karavaan der Zotten)
- De Bruderhof (1) - Een dorp zonder geld (Karavaan der Zotten)
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Hoe Hollandse zaadbedrijven de wereld veroverden (De Groene Amsterdammer)
- Staan in de wereld van nu (overig)
Gebruikte Tags: armoede, boeken, crisis, economie, geld, geschiedenis, globalisering