Nederlands Dagblad (17 december 2011)
Sinterklaas en genade
Een paar keer per jaar schrijf ik een column voor de ND-rubriek 'Sporen'. Op zoek naar sporen van Gods koninkrijk. Deze keer: de goede sint.
59 x bekeken- Lees ook: "De toekomst van evangelisch Amerika is niet blank" (Trouw)
De afgelopen tijd konden we weer genieten van het leukste feest van Nederland, Sinterklaas. Dat feest is eigenlijk het feest van de genade. Ja, echt. Vroeger stond de oude Nicolaas van Myra al bekend om zijn vergevingsgezindheid. Ook in materieel opzicht gaf hij wat hij kon. Dat is misschien niet zo duidelijk in het verhaal van de drie theologiestudenten die in stukken gehakt in pekelvaten waren gestopt (en die hij tot leven wekte) (of was het weckte?) maar wel in het verhaal van de drie meisjes die uit armoede in de prostitutie dreigden te geraken. Nicolaas gooide drie geldbuidels door hun raam (in hun schoen), zodat ze weer een toekomst hadden. Aldus de overlevering.
Maar goed, genade. Genade is dat je krijgt wat je niet verdient en niet krijgt wat je wel verdient. Ik weet nog dat we een paar mensen hadden uitgenodigd voor een kerstdiner, maar niet genoeg eten in huis bleken te hebben. Winkels dicht, vreselijk. Tot er die middag door maar liefst drie buren zomaar ongevraagd een schaal met eten werd gebracht. Voor de kerst! Dat vond ik nou genade. Als je dat meemaakt kun je alleen maar lachen, van oor tot oor, en die lach gaat er de hele avond niet meer af.
Hoe geef je dat door? Heel simpel. Je koopt een mijter, een nepbaard en wat verkleedkleren en je vult een jutezak met snuisterijtjes en chocoladeletters. En dan ga je op pad. Ik heb het zelf niet gedaan, dit jaar, maar een paar huisgenoten wel, en daarom mag ik erover opscheppen. Het was maandagavond, 5 december, en donker. Daar gingen ze, in vol ornaat, op bezoek bij een tiental families aan ons plein die wel een beetje blijdschap konden gebruiken.
Zoals dat Marokkaanse gezin, met die typische Marokkaanse inrichting: glazen tafel, zwarte bank, en verder niets dan een tetterend tv-scherm. Vader zit in de cel, denken we, en moeder werkt de hele dag. Haar zoon van 12 is zo'n bontgekraagd type dat niet lachend gezien wil worden. Normaliter. Want als je persoonlijk van de goede sint een voetbalscheurkalender overhandigd krijgt, word je overstelpt door kinderlijke vreugde, zelfs als je een Marokkaans rotjochie van 12 bent.
"Hij straalt helemaal", zei mijn huisgenoot, Zwarte Piet, tegen z'n moeder.
"Ik straal nog meer", zei ze.
Als sint of piet kun je dingen zeggen die je anders nooit kunt zeggen, zoals: "Uw dochter is echt het liefste meisje van het plein." Zoiets horen ze niet vaak. Een Koerdische vrouw zei achteraf: "Ik moest bijna huilen. Dit is voor het eerst dat iemand aanbelt en me bij m'n naam noemt. Ik wist dat jullie erachter zaten. Er zat oploskoffie bij de kadootjes. Jullie zijn de enigen die weten dat ik dat drink!"
Een Nederlandse buurvrouw, die heel wat met zichzelf te stellen heeft, kwam de volgende dag bedanken: "Ik kon alleen maar lachen", zei ze, "ik kon bijna niet ophouden." Misschien kun je daar genade aan herkennen, dat je zo moet lachen dat je niet meer kunt ophouden.
Gerelateerde artikelen
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Oorlog is hel (Karavaan der Zotten)
- Vrije ruimte uithakken (Karavaan der Zotten)
- Wij weigeren vijanden te zijn (Karavaan der Zotten)
- 'Gastvrijheid mag je nooit uitbesteden' (overig)
Gebruikte Tags: geloof, overvecht, sporen