Filosofie magazine (januari 2012)
"Economisch denken is zo glamorous"
Ja, zelfs nu is er nog iemand enthousiast over economen! De Amerikaanse schrijfster Sylvia Nasar, bekend van A Beautiful Mind, gelooft dat de economie alsmaar beter wordt en vindt Marx een belabberde denker.
146 x bekeken- Lees ook: Populisme in de jaren dertig: Jose Ortega y Gasset (Filosofie magazine)
Vroeger dachten mensen dat hun lot werd beschikt door God of de natuur. Iedereen kende z'n plaats, niemand durfde dat te betwijfelen. Maar de armoe was bitter en ons bord leger dan in de armste landen nu, schrijft Sylvia Nasar in haar nieuwe boek De wil tot welvaart. Het verhaal van geniale economen. Tot halverwege de negentiende eeuw. Toen begonnen grote denkers op te staan. Zij ontdekten dat de wereld door middel van economie kon worden verbeterd en dat we ons kunnen ontrukken uit ellende en stilstand. Als we maar willen.
De Amerikaanse econome en schrijfster Sylvia Nasar (geb. 1949) is diep onder de indruk van de vooruitgang. Na het grote succes van haar verfilmde A Beautiful Mind was ze niet direct ingenomen met het verzoek van de uitgever om een boek te schrijven over denkers die belangrijk zijn geweest voor de economie. Ze wilde iets spannends. Maar toen ze onderzoek ging doen, werd ze meegezogen. "De geschiedenis van het economisch denken is echt glamorous. Het streven naar welvaart heeft ons bevrijd uit een wereld die moreel en materieel failliet was."
Denktank
De kamer waarin we praten is warm en bedompt. "Nu weten we een beetje hoe Beatrice Webb zich voelde", lacht Nasar, "toen ze in een naaifabriek ging werken omdat ze meer over armoede wilde weten. Met een bezwete rug en pijn in haar nek." Beatrice Webb (1858-1943) is een van de namen aan de hand van wie Nasar de geschiedenis aan elkaar weeft. Met haar man Sidney was ze de oprichter van wat je de eerste denktank zou kunnen noemen. Vanuit hun huis werd onderzoek gedaan, gediscussieerd, politiek bedreven en vooral veel gegeten met hoge dames en heren, zoals Winston Churchill. Hij had veel van zijn socialistische ideeën van Webb. "Allerlei ideeën, zoals het idee van de verzorgingsstaat, komen uit haar koker", zegt Nasar. De Webbs beschouwden zich als voorlopers van een nieuwe klasse van invloedrijke deskundigen. Om die klasse op te leiden, richtten ze de London School of Economics op.
Behalve een boek over de levens van economische denkers is De wil tot welvaart ook bedoeld als lofdicht op de vooruitgang. "Ik wil laten zien hoe ver ideeën ons hebben gebracht. Economische inzichten zijn veel belangrijker gebleken voor succes dan grondgebied, bevolking of zelfs politieke kleur. Kijk naar de twee landen met de best presterende aandelenmarkten: Zweden en de Verenigde Staten. Compleet verschillend, maar allebei erkennen ze het belang van een goed financieel systeem en van vrije concurrentie. Wie dat afbreekt, zoals in Venezuela, zakt terug in de armoede."
Over de inhoud van de ideeën geeft Nasar weinig waardeoordelen. Behalve over één man: Karl Marx. Dat is echt een belabberde denker, vindt ze. "Stel je voor, hij woont in het Londen van de negentiende eeuw. Op nog geen drie kilometer van elkaar wonen Dickens, Darwin, Eliot, Mill, Spencer, die met elkaar debatteren, hun mening scherpen, feiten verzamelen. Nee, dan Marx. Hij praat alleen met mensen die het met hem eens zijn. Hij weet het antwoord al: alles is gedoemd, alles gaat instorten. Hij leeft in de grootste bloeiperiode van de geschiedenis en het gaat volledig langs hem heen. Hij bezoekt niet eens één fabriek! Hij had net zo goed op Madagascar kunnen zitten, zoals zijn biograaf Isaiah Berlin al schreef. Hij wordt volledig overschat. Hij rommelt met citaten. Die man is een grap."
Dat veel economen na de crisis erkennen dat Marx' theorie van geld toch beter klopte dan we dachten, wuift Nasar weg. "Dat zijn mensen die het antwoord al weten: alles wordt slechter. En die zoeken er dan observaties bij. Marx zat er met alles faliekant naast. Alles werd namelijk beter. Goede denkers laten zich leiden door feiten."
Keynes
Neem John Maynard Keynes, een van de helden in haar boek. "Keynes zag niet aankomen dat de recessie zichzelf zou versterken. Het bracht hem terug naar de tekentafel om een nieuwe monetaire theorie op te stellen. Bovendien legde hij zijn inzichten voor aan andersdenkenden." Zoals de filosoof en econoom Friedrich von Hayek, de mascotte van het anti-keynesianisme. "Ze luisterden naar elkaar en ze scherpten elkaar. Zo hebben ze de wereld kunnen verbeteren."
Met de levensbeschrijvingen van haar helden, inclusief hun teleurstellingen en frustraties, weet Nasar goed duidelijk te maken waar bepaalde economische inzichten vandaan komen. Is het gek dat Hayek, die vaak wordt weggezet als vrijemarktfundamentalist, overheden wantrouwde? Hij had in zijn eigen land Oostenrijk gezien op wat voor ellende dat kan uitlopen.
Wie wist trouwens dat Hayek de neef was van Ludwig Wittgenstein? Ze hebben elkaar één keer ontmoet, schrijft Nasar, in 1918, op een perron in Servië, waar hun leger net in de pan was gehakt. Het is 'de plicht van elk genie' om de waarheid te zoeken, prentte de filosoof zijn jonge neef in. Hayek zou die 'radicale passie voor de waarheid' nooit vergeten. Met dit soort anekdotes brengt Nasar ideeëngeschiedenis tot leven, vol denkers die discussiëren, rivaliseren, verliefd zijn, in de goot belanden - en toch geniale ideeën ontwikkelen.
Nasar is lovend over de kracht van die ideeën. Toch moet ze erkennen dat economen keer op keer worden verrast door crises, zoals de financiële crisis van nu. "Maar ze weten wel wat er vervolgens gedaan moet worden. De economie is geen corpus van waarheden, schreef Alfred Marshall in de negentiende eeuw, maar een 'analytische machine', waarmee je waarheden kunt ontdekken. Maar die machine moet constant verbeterd worden. Keynes noemde de economie een 'apparaat van de geest', ontontbeerlijk voor mensen die de wereld willen analyseren en in die wereld alle mogelijkheden wil benutten."
Optimistisch
Nasar is optimistisch. Ze gelooft in vooruitgang, in groei, in de macht van de mens om de wereld naar zijn hand te zetten. Maar daar wringt het wel. Af en toe lijkt ze dezelfde fout te maken als Marx, maar dan andersom. Alles wat er verkeerd ging en gaat, ziet ze als restant van de achterlijkheid van vroeger. Over de keerzijden van de welvaart maakt ze zich geen zorgen. "We beseffen ons niet waar we vandaan komen", werpt ze tegen. "In 1800 leefden mensen in Engeland van een hongerdieet, net genoeg om zichzelf te reproduceren. Toen ik als kind uit Europa naar de VS kwam, konden vrouwen alleen nog maar verpleegster of lerares worden. Zwarten werden vermoord. De samenleving is beter en genereuzer dan toen. Mensen gaan vanzelf verkeerde systemen van zich afschudden als ze rijker worden."
Als dat al waar zou zijn, dan loopt die welvaart toch nog steeds tegen grenzen op, alleen al ecologisch? "Nee. Bedrijven worden alsmaar productiever. Ons moderne systeem van vrije concurrentie dwingt hen ertoe. Zo zullen we ook problemen met grondstoffen en energie oplossen." Nasar is een idealist. "De geschiedenis wordt gevormd door ideeën. Zolang we ons die welvarende toekomst blijven verbeelden, komt de nachtmerrie van vroeger niet terug."
Gerelateerde artikelen
- De Bruderhof (1) - Een dorp zonder geld (Karavaan der Zotten)
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Hoe Hollandse zaadbedrijven de wereld veroverden (De Groene Amsterdammer)
- Staan in de wereld van nu (overig)
- Elementen voor de toekomst: terugblik (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: armoede, boeken, crisis, economie, geschiedenis