VPRO Gids 18 (3 mei 2012)
Iedereen verdacht
Camera's op straat, vingerafdrukbestanden, persoonsdossiers: de moderne controlestaat zou er niet zijn geweest zonder J. Edgar Hoover, oud-directeur van de FBI. Hij bespioneerde 53 jaar lang iedereen die hij wilde, en wee de president die het met hem aan de stok kreeg.
67 x bekeken- Lees ook: De keten van conflict in het Midden-Oosten (VPRO Gids)
"Mensen denken dat we de FBI hebben om de wet te handhaven", zegt Tim Weiner, die voor The New York Times jarenlang de veiligheidsdiensten heeft gevolgd. "Maar dat klopt niet. De FBI, de Federal Bureau of Investigation, is niets minder dan de persoonlijke geheime dienst van de president." De werkwijze van deze dienst, een van de machtigste ter wereld, wordt door Weiner onthuld in zijn nieuwe boek, Vijanden van de staat.
"Het was puur geluk", erkent Weiner. Kort nadat hij vier jaar geleden uitkwam met een succesvol boek waarin hij de CIA, de buitenlandse inlichtingendienst, affakkelde, belde z'n advocaat. "Of ik 70.000 geheime stukken uit het persoonlijk archief van J. Edgar Hoover wilde hebben. Die waren 26 jaar geleden door iemand aangevraagd met een beroep op de Wet Vrijheid van Informatie en waren nu pas vrijgegeven. Maar de aanvrager leefde niet meer."
Het bleek een goudmijn. "Tienduizenden stukken, door Hoover ondertekend, met handgeschreven commentaar. Het was alsof ik over zijn schouders kon meekijken. Hij was de de uitvinder van Big Brother, maar wat ik zag was geen monster. Eerder een Machiavelli, een machtspoliticus, die zijn leven wijdde aan de strijd tegen de communisten."
Staatsvijanden
De Verenigde Staten waren in de eerste helft van de twintigste eeuw het toneel van de strijd tussen ideologieën. Anarchisten pleegden bomaanslagen, vakbonden predikten de revolutie en Duitse agenten infiltreerden in de hoogste Amerikaanse regionen. In 1908 was daarom een kleine inlichtingendienst in het leven geroepen, de latere FBI. Hier ging Hoover in 1919 werken, vijf jaar later werd hij directeur.
"Om de veiligheid van je land te verdedigen, moet je soms inbreuk maken op de burgerrechten", zegt Weiner. "Dat weet iedere president." Maar Amerikanen zijn allergisch voor een sterke staat. Telkens als Hoover mensen bespioneerde die niet verdacht waren, werd hij op het matje geroepen door zijn meerderen. Heel frustrerend voor iemand die geloofde dat de revolutie alleen kon worden voorkomen door bij dubieuze Amerikanen in te breken, af te luisteren, te infiltreren en af te tappen.
De nakende wereldoorlog bood hem een kans. Hoover wist dat president Franklin D. Roosevelt heel beducht was voor het fascisme, dat ook in Amerika heel sterk was. Hij wist een vertrouweling van Roosevelt ervan te overtuigen dat de nazi's het land zouden ondermijnen als hij zich moest houden aan het afluisterverbod van het Hooggerechtshof. "Hij kreeg binnen een dag een persoonlijk briefje van de president die verklaarde dat de staatsveiligheid boven de wet gaat. Oftewel: naar de hel met het Hooggerechtshof. Jarenlang zou Hoover bij zijn meerderen met dit briefje wapperen." Vanaf nu was de FBI de persoonlijke spionagedienst van de president.
Communisten
Ondanks de nazi's wist Hoover dat de echte vijand het communisme was. "Hij voelde tot in zijn botten dat het een besmettelijke ziekte was die Amerika ondermijnde." Het was waar, veel Amerikanen, tot in de hoogste kringen, waren daadwerkelijk bereid voor de KGB te werken. "Mensen dachten echt dat Stalin de strijd zou winnen. Zelfs de technologie voor de waterstofbom is aan de Russen toegespeeld."
Maar de ziekte zat volgens Hoover nog veel dieper. Hij geloofde dat er een onzichtbaar leger bestond, met tienduizenden ondergrondse leden die Amerika wilden vernietigen zodra Moskou daartoe de opdracht zou geven. In het computerloze tijdperk legde hij lijsten aan van alle Amerikanen die hij verdacht vond. Hoover bedacht het vingerafdrukbestand en de kaartenbak en stelde een lijst op van meer dan 25.000 mensen die hij preventief wilde laten oppakken in geval van oorlog. De FBI hield honderdduizenden persoonsdossiers bij, waarvan een deel door Hoover persoonlijk werd bewaard omdat zijn bazen, de ministers van Justitie, daar niet van mochten weten.
Hoover verdacht iedereen. Homo's, want die leidden een dubbelleven en waren vatbaar voor communistische chantage. Stonden allemaal op een lijst. Ook zwarten en burgerrechtenactivisten waren volgens Hoover halve communisten die allemaal in de gaten gehouden moesten worden. "En inderdaad, een naaste medewerker van Martin Luther King Jr. was een voormalige KGB-informant. Hoover bestookte Washington zolang met dreigende memo's dat hij toestemming kreeg om King af te luisteren. Dag en nacht." Communistische sympathieën ontdekte hij niet, alleen sympathie voor vrouwen.
Hoover zei bijna nooit nee tegen een president. "Maar áls hij het deed... dan was dat vernietigend! Toen president Richard Nixon buiten de wet om de man wilde aanpakken die papieren over de Vietnamoorlog uit het Pentagon had gestolen, vond Hoover dat te gevaarlijk. Hij vreesde te worden gepakt." Nixon was woedend en zette een eigen spionageteam op dat zelfs de Democratische Partij moest afluisteren (in het Watergategebouw). "Het gevolg was dat de spionnen werden gepakt, de FBI zijn tanden erin zette en Nixon uiteindelijk moest aftreden. Nixon is niet afgemaakt door de media. Hij is afgemaakt door door de FBI."
Neergang
In 1972 stierf Hoover, op 77-jarige leeftijd. Met Hoover stierf ook de macht van zijn dienst. "Zijn opvolgers waren minder sluw en luisterden teveel naar de president. Toen FBI-agenten hun boekje te buiten gingen, werd de FBI doelwit van een diepgaand onderzoek naar illegale spionagemethoden." Hoover had altijd sluw gelaveerd, maar nu raakte de organisatie alle macht en aanzien kwijt. Tot overmaat van ramp werd de FBI ook nog eens geïnfiltreerd, niet alleen door de Russen en de Chinezen, maar ook door Cuba en zelfs door iemand van Al Qaida."
Het dieptepunt was 11 september 2001, dat het complete falen van de inlichtingendiensten aantoonde. "De FBI wist dat er een aanslag aan zat te komen, maar niemand had de regie over de zeventien inlichtingendiensten. Ik geloof niet in complotten, dat de FBI bewust niets heeft gedaan. Zoiets kan niet geheim blijven. Stupiditeit is een veel logischer verklaring. Er was een systemische wanorganisatie."
Opvallend genoeg heeft de FBI zich sindsdien weer herpakt, vindt Weiner. "Robert Mueller, de huidige directeur, is sterk en opmerkelijk integer. Toen hij ontdekte wat de CIA in Guantanamo Bay deed, zwengelde hij een onderzoek aan. Toen hij erachter kwam dat president Bush zonder gerechtelijk bevel massaal elektronische communicatie van Amerikanen liet onderscheppen, dreigde hij ontslag te nemen. Bush moest buigen."
Het lijkt erop dat Amerika de verhouding tussen vrijheid en veiligheid weer terug begint te vinden, vindt Weiner. "Mueller wil niet dat de VS van terroristen wint door de burgerrechten in te perken. En onze president is het daarmee eens. De FBI maakt nog steeds fouten, maar ze worden nu erkend en rechtgezet."
Honderd jaar infiltratie en politiek gekonkel, de geschiedenis van de FBI is spannender dan een spionageroman. Weiner is blij dat hij die niet hoeft te schrijven. "Zo'n man als Hoover, die kun je toch niet verzinnen? De werkelijkheid is ongelooflijk, veel vreemder dan fictie."
Tim Weiner, Vijanden van de staat. De geschiedenis van de FBI.
Oorspronkelijke titel: Enemies. A History of the FBI.
Gerelateerde artikelen
- Nederland volledig vegan: het kán (De Groene Amsterdammer)
- Docu: Vlucht uit Noord-Korea (VPRO Gids)
- Staan in de wereld van nu (overig)
- Poor People Don’t Need Help (overig, English)
- Dodendans (VPRO Gids)
Gebruikte Tags: amerika, boeken, geschiedenis, recht