De Nieuwe Koers (oktober 2012)
De stamtafel: Moeten we de Noordpool ontginnen?
Niet eerder is er zo weinig ijs op de Noordpool gemeten als deze zomer. Dat biedt kansen voor de omringende landen die maar wat graag zouden boren naar olie en gas. Maar gaan we niet een heel riskante grens over? Moeten we de Noordpool ontginnen?
144 x bekeken- Lees ook: Onvrijheid in de hyperrealiteit (overig)
Onafhankelijk worden van instabiele oliedictators, daar zouden de VS heel wat voor over hebben. En daarom komt het heel goed uit dat het ijs zich terugtrekt, in Tsjoektsjenzee rond Alaska. Shell hoopt er olie te vinden, deze herfst nog, en anders volgend jaar. En ook in andere gebieden lopen projecten.
"De belangen in de Arctische regio worden steeds groter ", zegt Lucia van Geuns, olie-expert bij Instituut Clingendael. "Alleen al vanwege de kortere vaarroutes naar Tokyo die zullen ontstaan. En nu ook de olie- en gasvelden binnen bereik komen te liggen, zien de landen in de regio alleen maar winst."
Gert Polet niet. De Noordpooldeskundige van het Wereld Natuur Fonds zit tegenover Van Geuns in een Haags bruin café, en hij maakt zich grote zorgen. “Het ecosysteem in het poolgebied is ontzettend kwetsbaar", zegt hij. "Voedselketens zijn er heel eenvoudig: algen, krill, vis, zeehond, ijsbeer. Als er één schakel uitvalt, is het gedaan met de keten. We weten dat walvissen al reageren op seismisch onderzoek. Walrussen raken al in paniek als ze schepen zien. Er moet in dit gebied niet worden geboord. Ik denk dat de aarde er niet alleen maar voor de mens is. We moeten onze verantwoording voor de natuur serieus nemen door haar met rust te laten. Over de langetermijngevolgen weten we namelijk nog niets. Achteraf krijgen we spijt als haren op ons hoofd, wanneer de paaigronden van de kabeljauw zijn verdwenen.”
“Plausibel verhaal”, zegt Van Geuns. “Maar we hebben er niets aan. Zo werkt de wereldeconomie namelijk niet. De Noordpool is een zee. Alaska, Canada, Rusland, Noorwegen en Groenland – Denemarken dus – hebben de zeggenschap over de grondstoffen in de Exclusieve Economische Zone, tot 200 zeemijl (370 km) buiten de kust. Dat is ook waar de meeste boringen zullen plaatsvinden. Het is hun gebied, zij mogen de regels bepalen. Wij ontginnen de Noordpool niet, zij doen dat. Dat deden ze in het verleden al, want kernonderzeeërs hebben er eindeloos rondgevaren.”
“Het gaat in totaal maar om olie voor drie jaar van de wereldconsumptie”, zegt Polet. “Het is het niet waard om daarvoor zo’n gebied in gevaar te brengen.”
“Die landen zien echt alleen maar kansen,” zegt Van Geuns. “Inkomsten, banen, prestige. Ze zitten samen in een praatgroepje, de Arctic Council, maar denk maar niet dat ze er veel onenigheid over hebben.”
“Een olielekkage zoals in de Golf van Mexico zal rampzalig zijn”, zegt Polet. “Ongelukken gaan zeker een keer gebeuren. Maar hier is het niet op te lossen. Het gebied is afgelegen, het is zes maanden per jaar donker en overal is zee-ijs. Reguliere opruimtechnieken zijn daardoor niet mogelijk.”
Van Geuns ziet liever dat Shell boort dan een of ander onbeduidend oliebedrijf. “De voorwaarden zijn streng. Shell heeft er zes jaar en 4,5 miljard dollar in geïnvesteerd om daaraan te voldoen. Daar kun je niets van zeggen.”
“Ze spannen anders wel rechtszaken tegen ons aan om ons het recht op inspraak te ontzeggen. Daarmee laten ze hun ware gezicht zien: koste wat het kost die olie proberen te bereiken.” En wat Polet, ook uit bedrijfseconomisch oogpunt, niet begrijpt: “Waarom kiest het bedrijf voor operaties die technisch en financieel zo riskant zijn?”
“Boortechnisch is het risico niet erg groot. De grootste uitdaging is het weer. En wat financiën betreft: de eventuele productie in Alaska begint op z'n vroegst over vijftien jaar. Er zijn dan minstens een miljard auto’s op aarde bijgekomen, dus je weet zeker dat olie dan nog steeds enorm belangrijk is. Daarom zijn investeerders geïnteresseerd in projecten in Alaska en in de Canadese teerzanden.”
“Maar ook dat gaat een keer ophouden. Wat denken ze op lange termijn te doen? Olie gaat toch onherroepelijk een keer stoppen? Laat ze een voorbeeld nemen aan Nokia. Dat bedrijf maakte eerst laarzen en banden, maar gooide het roer om toen de markt verzadigd was.”
"Ik kan niet voor Shell spreken, maar ze zetten stevig in op meer efficiente en schonere brandstoffen naast biobrandstoffen zoals suikerriet. Bedenk dat dit soort bedrijven groot en log zijn: je kan een tanker niet makkelijk van koers laten veranderen!"
Volgens Polet loopt de wereld in een fuik door de verslaving aan fossiele brandstoffen. “Tenzij we ons geld op duurzame energie zetten. Dat is wat China ook doet. Dat is al een marktleider op het gebied van zonne-energie.”
“Omdat China een centraal aangestuurde staat is en minder afhankelijk wil worden van vervuilende steenkool en buitenlandse olie”, zegt Van Geuns. “Democratie werkt remmend. En de nationale belangen zijn zo groot dat de wereld er eigenlijk niet uitkomt. Inderdaad, duurzame alternatieven zijn technisch mogelijk. We kunnen volgens het Internationaal Energie Agentschap de klimaatverandering op aarde met de huidige technologie beperken tot twee graden Celcius. Maar in de praktijk lukt dat niet. Nederland wilde in 2020 20 procent van zijn energie uit duurzame bronnen halen. Dat werd later teruggebracht tot 14 procent, de Europese afspraak. We zitten nu nog niet op 4 procent.”
“Dat is toch erg? Tot hoever moeten we naar de mammon luisteren? De politiek moet visie tonen en de leiding nemen.”
“Dat is democratie. Kijk naar de verkiezingen, afgelopen maand. De partijen hebben duurzaamheid volledig van de agenda gehaald, schandalig vind ik dat. We zijn verslaafd aan fossiele brandstoffen.”
“De wal zal het schip keren”, denkt Polet.
“Ja”, zegt van Geuns. “En de grote vraag is daarbij: gebeurt het geleidelijk, of gaat het gepaard met oorlogen en natuurrampen. Daar gaat het eigenlijk om.”
Dus?
“Dus niets”, zegt Van Geuns. “Ik doe niet aan idealistische luchtfietserij.” Maar Polet staat er anders in. “De politiek kan heel veel doen. Zij kunnen duurzame energie steunen, en om te beginnen stoppen met de subsidies aan de olieindustrie.”
“Ik vind dat vooral de burger verantwoordelijkheid moet nemen”, zegt Van Geuns. “Dat kan best, ik rijd ook geen auto, bijvoorbeeld, en ik ben echt geen idealist. Politieke stappen zijn ook nodig, maar zullen weinig zin hebben als ze niet Europabreed worden gedragen.”
Lucia van Geuns werkt bij Instituut Clingendael, waar ze onderzoek doet naar oliemarkten en energiepolitiek. Ze heeft jarenlang voor Shell gewerkt.
Gert Polet is bij het Wereld Natuur Fonds in Nederland verantwoordelijk voor het Arctisch programma.
Gerelateerde artikelen
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Hoe Hollandse zaadbedrijven de wereld veroverden (De Groene Amsterdammer)
- 'Ik ben keiblij dat ik dit mag doen' (De Groene Amsterdammer)
- Europa spoort niet (VPRO Gids)
- Amsterdammers verwarmen eigen woning met aquathermie (overig)
Gebruikte Tags: duurzaam, economie, olie