Trouw Letter & Geest (29 juni 2013)
Ook de moderne mens heeft z'n mythes
De maatschappij versplintert en mensen voelen zich steeds meer ontheemd, maar dat betekent niet dat er geen verbanden en religies meer zijn. Integendeel: modernisering gaat juist gelijk op met nieuwe mythes en nieuwe religies. Zegt Stef Aupers, socioloog in Rotterdam.
540 x bekeken- Lees ook: Een nieuwe familie - de toekomst van het christendom (De Groene Amsterdammer)
Met mij gaat het goed, maar met de samenleving niet. Zo vatte het Sociaal en Cultureel Planbureau de stemming in Nederland samen, een paar jaar geleden. Cultureel onbehagen, heet dat, het gevoel van ontheemding in een maatschappij waar je niet bij wilt horen. Het grijpt om zich heen. En het komt niet uit de lucht vallen. Al in de negentiende eeuw zagen de stamvaders van de sociologie, Emile Durkheim, Karl Marx en Max Weber, dat dit de onvermijdelijke keerzijde was van vooruitgang en rationalisering. Anonieme, bureaucratische structuren en de kapitalistische efficiency zorgen ervoor dat de mens vervreemd raakt van zijn omgeving en vervalt in zogenaamde anomie: een toestand van bindingloosheid. Mensen voelen zich ontheemd, en voor zingeving is in de onttoverde wereld geen plaats meer.
Maar de klassieke sociologen zagen met al deze negatieve termen één ding over het hoofd, zegt Stef Aupers, socioloog in Rotterdam, en dat is dat dit onbehagen een voedingsbodem kan zijn voor iets nieuws. Ja, de moderne maatschappij valt in stukjes uit elkaar, maar uit deze stukjes ontstaan weer nieuwe verbanden, nieuwe zingeving en nieuwe mythes.
Is de rationalisering ten einde?
“Integendeel. Het is sinds Weber alleen maar erger en grootschaliger geworden. In zijn tijd had de burgemeester nog wat te zeggen. Die kon je zien, of ruiken. Je kon hem de hand schudden. Maar alles is nu vervangen door een abstract, bureaucratisch systeem, grotendeels op Europees of zelfs mondiaal niveau. Ook technologische en politieke systemen worden almaar abstracter, ze bestaan uit laag op laag op laag. Toen onlangs de ING werd gehackt, vertelden de experts op tv dat zij het systeem ook niet konden doorgronden. Maar wat we niet kunnen begrijpen, fascineert ons en maakt ons tegelijkertijd bang. De rationalisering baart nieuwe mythen.”
Mythen, in de zin van illusies?
“Nee, ik bedoel heel neutraal alle verhalen die zingeving bieden. Ik heb veldwerk gedaan in Silicon Valley, in San Francisco, onder de technologische voorhoede. Die remythologisering gebeurt daar voor je ogen! Er is een diep ontzag voor internet en computertechnologie. Je ziet het ook aan de spiritualiteit in de films en de games, zoals World of Warcraft. We denken graag dat we rationeel en progressief zijn, maar we kijken nu naar onze sociale systemen zoals de premoderne mens naar de natuur keek.”
U ziet ontzag, maar waarom is dat ook remythologisering?
“Waar het mij om gaat is dat de technologie steeds meer gezien wordt als hogere macht of kracht. Weber dacht dat verhalen over mysterieuze machten zouden verdwijnen. Dat gebeurt dus niet. Hoe mensen praten over kunstmatige intelligentie en kunstmatig leven lijkt opvallend veel op een soort primitief animisme, waarin aan de materiële omgeving een ziel werd toegekend. Mensen hebben het gevoel dat de machine meer is dan een machine, een bezielde entiteit die invloed uitoefent op ons leven. Het wordt iets heiligs. Dat roept fascinatie op, maar ook angst, omdat we er geen controle meer over hebben. Anomie blijkt dus een voedingsbodem voor mythen.”
En dus voor nieuwe verbanden?
“Jazeker. Denk aan de enorme populariteit van spirituele groeperingen, in plaats van de georganiseerde religie. Aan de ene kant zie ik dus een religieus ontzag voor de grote systemen, maar tegelijkertijd voor het zelf, het individu. Ook dat wordt heilig verklaard. Cursussen voor spirituele groei en bewustwording zijn immens populair. De moraal van het ‘jezelf zijn’ en ‘jezelf worden’ is een massaverschijnsel geworden. Maar deze beweging van de gevestigde orde af zie je op alle terreinen. In de politiek, denk aan het populisme. En in de wetenschap, waar tegenover de autoriteit van wetenschappers een wijdverbreid geloof is in complottheorieën. Daar doe ik zelf veel onderzoek naar.”
U verklaart complotdenken dus uit sociaal onbehagen?
“Ik wil geen oordeel vellen over de inhoud van de theorieën. Misschien bestaan sommige complotten wel echt. Maar we doen onderzoek naar anomie door mensen in enquêtes stellingen voor te leggen, zoals 'Je weet niet wie je moet vertrouwen', en 'Ik voel me vaak onzeker'. Dan blijkt anomie sterk te correleren met complotdenken.”
Zijn complotten niet van alle tijden?
“Ja, maar ze veranderen wel. Vroeger gingen ze over de exotische ander. De joden, de communisten. Nu gaan ze over de eigen overheid. De oermoeder van dit type is dat John F. Kennedy zou zijn vermoord door de CIA, de FBI en Cuba samen. Een andere grote is de landing op de maan, die in scène gezet is, en natuurlijk de verhalen over de aanslagen van 11 september. Anomie speelt hier een prominente rol. Mensen zeggen in feite: 'Ik ben niet anomisch, want ik weet wat er echt aan de hand is.' Het anonieme systeem krijgt zo een gezicht. Als je alle structuren loslaat, zoek je weer naar nieuwe patronen om je aan vast te houden. Dat proces van culturele vernieuwing komt telkens weer terug.”
Je kunt complottheorieën toch moeilijk een nieuw sociaal verband noemen.
“Nou, het zijn collectief gedeelde verhalen. Ze zitten op internet, ze schrijven stukken op websites, ze organiseren conferenties, ze ontmoeten elkaar, en je kunt erover praten op feestjes. Dit is hetzelfde wat je ziet in de kringen van de nieuwe spiritualiteit. Je moet niet vergelijken met wat is verdwenen. Het zijn ook sociale verbanden, alleen dan lichter. Je kunt makkelijker wisselen en je kunt ook in meer dan een verband tegelijk zitten. En ze ontstaan van onderaf.”
Wat betekent dit voor de samenleving? Is die ontwikkeling gezond?
“Het is ambivalent. De individuele vrijheid groeit, maar het kan ook leiden tot gevoelens van anomie en dat is altijd negatief. Je ziet een tweedeling ontstaan. Hoogopgeleiden kunnen iets met die vrijheid. Ze hebben overwegend werk en een groot sociaal netwerk. Laagopgeleiden omarmen diezelfde individuele vrijheid maar kunnen er veel minder mee. Zij hebben bijvoorbeeld minder kansen om zich te ontplooien op de arbeidsmarkt en worden buitengesloten. Er is veel meer anomie onder laagopgeleiden.”
Drijft dat groepen in onze samenleving uiteen?
“Je moet je wel realiseren dat iedere kracht weer een tegenkracht oproept. Tegen het systeem van de moderniteit ontstond in de jaren zestig een romantische kritiek. Deze tegencultuur van individuele vrijheid is intussen de hoofdstroom geworden. ”
Dit kun je toch moeilijk een moraal noemen die de samenleving ondersteunt?
“Kijk naar de twintigers, volgens mij de erfgenamen van die losse jarenzestigcultuur. Ze zijn niet alleen individualisten maar zijn de hele dag wired. Ze zoeken elkaar op op Facebook, maar ook in niet-virtuele verbanden zoals de sportclub. Kleine, lichte gemeenschappen dus. Networked individualism noemen we dat. Ik kan het alleen onderzoeken en constateren. Ik kan en wil daar als socioloog geen oordeel over vellen.”
Maar als je als socioloog desintegrerende krachten ontdekt? Wie zorgt er in een tijd van netwerkindividalisme nog voor ouderen, voor vluchtelingen?
“Een goede vraag. Maar als socioloog kan ik daar alleen heel voorzichtig op antwoorden. Er wordt bijvoorbeeld heel veel geklaagd over die nieuwe spiritualiteit, die zo gericht is op zelfontplooiing, maar uit empirisch onderzoek blijkt dat spirituele mensen meer voor hun omgeving doen dan atheïsten. Ze doen minder dan christenen, dat is waar. Maar het beeld is dus genuanceerd. En wat voor de een desintegratie is, is voor de ander individuele vrijheid. En let wel: die individuele vrijheid onderschrijven we collectief. Het wordt dus wél een gezamenlijke culturele waarde! Er komen wél verbanden, en ook nieuwe mythen, en als je ze niet ziet dan kijk je niet goed.”
Zou je kunnen zeggen dat we weer polytheïstisch worden?
“Zo kun je dat wel noemen ja. Onze samenleving lijkt veel meer op de premoderne samenleving dan we denken. Ieder aanbidt zijn eigen god. Bovendien zien we weer plaatsen van verering ontstaan, zoals de technologie.”
Maar je kunt niet straffeloos goden dienen. Goden willen offers. Wie gaan dat zijn?
“Dat is wel elegant gesteld. Misschien al die instituties die van het voetstuk vallen. De politieke klasse, de bankiers. De wetenschappers. De katholieke kerk. De media. Wie koopt er nog dvd’s of cd's? Bijna niemand. De hele muziekbranche gaat onderuit. Allemaal slachtoffers. Ik zie het vooral als het symptoom van morele en culturele vernieuwing. Ik vind het heel fascinerend wat mensen gaan bouwen op de ruïnes van de moderniteit. Want die moderniteit, die heeft de beste tijd gehad.”
Maar dan opnieuw: wat we gaan bouwen, zijn dat nieuwe instituties, of wordt het ieder voor zich?
“Zoals ik al zei: we gaan naar lichte verbanden. Ja, we kunnen daar nu wel heel persoonlijk... ik bedoel, ik vind ook...”
Dingen.
“Ja, ik vind ook dingen, maar als onderzoeker moet ik me daar niet door laten beïnvloeden. Dat hebben mensen niet eens door, tegenwoordig, dat het überhaupt mogelijk is om géén moreel standpunt in te nemen. Alles in de media is moreel, alles is mening, iedereen spuit persoonlijke ideeën. Zelfs in de wetenschap. Ik vind dat dat niet moet.”
Onlangs meldde Trouw dat een flinke groep mensen gelooft dat er ufo's op aarde landen en dat de regering dat verzwijgt. Moet je dat niet gewoon ireëel en eng vinden?
“Tja. Je kan net zo goed zeggen dat natuurwetenschappers eng zijn omdat die de waterstofbom hebben gemaakt. Als wetenschapper kun je alleen maar objectief vaststellen dat er sprake is van re-mythologisering, dat religie en spiritualiteit een rol spelen. En dat dit juist wordt gevoed door de moderniteit.”
Maar dan zoals het was in de tribale samenleving, waar ieder zijn eigen god had.
“En daarmee zijn we weer terug bij Weber. Die heeft dat toch wel erg goed zien aankomen. Meer dan een eeuw geleden schreef hij al dat de samenleving uit elkaar dondert, en dat zelfs de wetenschap niet boven de partijen zou kunnen staan. Er is geen metataal meer, zei hij, en daarmee zijn we polytheïstisch geworden. Dat is de onvoorziene uitkomst van de moderniteit.”
Stef Aupers
Stef Aupers (43) is universitair hoofddocent en cultuursocioloog aan de Erasmus Universiteit. Hij is verbonden aan het programma ‘Cultuur en zingeving in de hedendaagse moderniteit’ van het Centre of Rotterdam Cultural Sociology (CROCUS). Hij heeft veel gepubliceerd over de relatie tussen moderniteit en religie, spiritualiteit, complottheorieën en gamecultuur. Hij voelt zich thuis én ontheemd in verschillende disciplines, zoals de antropologie, filosofie en sociologie. “Ik bevind me dus in een permanente situatie van anomie”, zegt hij zelf. Hij woont met vriendin en twee kinderen in Amsterdam. Waar hij zich overigens wél thuisvoelt.
Gerelateerde artikelen
- De Bruderhof (3) - Jutta en Detlef (Karavaan der Zotten)
- De Bruderhof (1) - Een dorp zonder geld (Karavaan der Zotten)
- De grote kolonisatie (De Groene Amsterdammer)
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Oorlog is hel (Karavaan der Zotten)
Gebruikte Tags: geloof, globalisering, techniek