Trouw (9 november 2013)
Verbeter de wereld, begin een bedrijf
Een nieuw boek over sociaal ondernemen komt met inspirerende voorbeelden. Tegelijk is het treurig om te zien ver heen we blijkbaar zijn.
61 x bekeken- Lees ook: Alles gaat op elkaar lijken (Filosofie magazine)
Bij het Utrechtse bedrijf Specialisterren wordt software getest. Niet door zomaar techneuten, maar door techneuten die allemaal kenmerken van autisme hebben. Dat is nog een voordeel ook, want die hebben de gave om zich beter te kunnen concentreren dan 'gewone' mensen. En ze nemen dingen letterlijk, waardoor ze goed zijn in eentonig werk zoals het testen van software.
Specialisterren is opgericht om kansen te creëren voor mensen die elders niet aan de bak komen. Maar ook om geld te verdienen en commercieel levensvatbaar te zijn. En daarmee is het een raar ding. Is het een goed doel of een bedrijf? Het is iets nieuws: een “social enterprise”, aldus Willemijn Verloop en Mark Hillen in hun nieuwe boek Verbeter de wereld, begin een bedrijf. Verloop was oprichter van War Child, Hillen werkte eerder bij organisatieadviesbureau Accenture. Samen hebben ze Social Enterprise NL opgericht, een platform ter ondersteuning van de groeiende groep sociaal ondernemers in ons land.
“Sociaal ondernemen” is iets anders dan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dan staat nog steeds de commerciële missie vooraan, ook al wordt gepoogd om maatschappelijke schade te beperken. Sociaal ondernemers hebben primair een maatschappelijk doel en willen dat bereiken via de commerciële weg. En daarmee verdienen ze een aparte plek tussen goede doelen, gewone bedrijven en de publieke sector, vinden de auteurs. Door op de markt te opereren, kosten ze geen geld, maar leveren ze geld op dat teruggepompt kan worden in de missie en daarmee kunnen ze zeer effectief zijn.
De auteurs onderscheiden een paar typen. Er zijn pioniers die nieuwe economische modellen creëren om een bepaalde ontwikkeling in gang te zetten. Denk aan Muhammad Yunus, die met zijn Grameen Bank een aantal armen aan microkredieten hielp en met de winst een miljoenenbank bouwde, die nu miljoenen armen aan microkredieten helpt. Denk ook aan Max Havelaar of Tony Chocolonely die met kleine initiatieven de hele sector willen beïnvloeden.
Tot een tweede type behoort ook het eerdergenoemde Specialisterren: sociale firma's die mensen met een lage loonwaarde een plek geven. Een zorgboerderij, een taxibedrijf waar alleen mensen werken die langdurig werkloos zijn geweest, of een restaurant dat gerund wordt door blinde mensen. Een derde type is volgens de auteurs de zogenaamde community enterprise: bedrijven, opgezet door bewoners om in een bepaalde behoefte te voorzien maar ook lokale verbanden te versterken. Denk aan de veerboot naar Texel, die in eigendom is van de eilandbewoners zelf, of aan de coöperaties die her en der opspringen om windenergie op te wekken.
Er komen in het boek heel veel ondernemers en initiatieven voorbij. Veel inspirerende verhalen over mensen die echt een verschil maken. Dat maakt het een heel sympathiek boek, soms wat té sympathiek, met oneliners zoals “social entrepreneurs blinken uit in togetherness”. Tja. In plaats daarvan hadden ze best wat meer mogen vertellen over de dilemma's, de mislukkingen en de spanning tussen commerciële en ideële doelen die vast niet altijd te overbruggen is. Het blijft dus een beetje bij een pr-verhaal.
In de loop van de hoofdstukken wordt het wel inhoudelijker, waardoor het boek zeker iets kan betekenen voor mensen die zich zelf ook op dit pad willen begeven. Tegelijk geeft het ook wel een treurig gevoel. Er zijn blijkbaar een hoop nieuwe woorden, ideeën en hippe initiatieven nodig om uit te leggen wat van oorsprong natuurlijk gewoon de bedoeling is van ieder bedrijf: niet alleen geld verdienen, maar samen iets moois maken en daarmee medewerkers van inkomen voorzien, inclusief misschien gekke Henkie uit het dorp die ergens anders niet aan de bak komt. Dat is voor veel ondernemers altijd de normaalste zaak van de wereld geweest. Ook het type wereldverbeteraar is niet nieuw. Denk aan de investeerders die anderhalve eeuw geleden met eigen geld bedrijven oprichtten om woningen te bouwen voor mensen die het niet zelf konden betalen. Die noemden zich geen social enterpreneurs, maar gewoon “woningcorporaties”.
Maar goed, daar hebben we meteen een pijnlijk voorbeeld te pakken. De recente perikelen rond die corporaties laten zien hoe diep de oude idealen zijn weggezakt. Wat dat betreft hebben de auteurs gelijk en is het hoogste tijd om te kijken naar ondernemers die het roer durven omgooien.
Willemijn Verloop en Mark Hillen, Verbeter de wereld, begin een bedrijf. Hoe social enterprises winst creëren voor iedereen, Uitgeverij Business Contact, 174 pagina's, € 19,95.
Gerelateerde artikelen
- We moeten waarde uit het bos halen (overig)
- De Bruderhof (1) - Een dorp zonder geld (Karavaan der Zotten)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (3) - Keurmerken (De Groene Amsterdammer)
- De toekomst is van kurk (De Groene Amsterdammer)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (2) - landbouw zonder overheid (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: boeken, duurzaam, economie