Nederlands Dagblad (15 november 2014)
De weggeefwinkel
Voor het ND schrijf ik een paar keer per jaar een column in de rubriek Sporen. Op zoek naar sporen van Gods koninkrijk. Deze keer: de weggeefwinkel.
58 x bekeken- Lees ook: Een moeder en een meisje (Nederlands Dagblad)
Als de deur opengaat, om tien uur 's ochtends, staan er al mensen te wachten. Ze dringen zich naar binnen, op zoek naar vers spul. Ze kijken rond tussen de tweedehands kleren, snuffelen tussen de boeken en cd's, kijken of er nog een vaas ligt, een mooi stuk gereedschap of kerstballen.
“Wat vragen jullie hiervoor?”, vraagt een Turkse man die een buitenband heeft opgevist.
“Niks, het is gratis.”
“Gratis, wat? Maar waar verdien je dan aan?”
“Nergens aan. We krijgen alles gratis en we geven het ook weer weg. Dit is een weggeefwinkel.”
Zijn mond valt open van verbazing. Hij lacht, geeft een hand, en stamelt nog iets over “als iedereen dit zou weten, hoefden we geen oorlog meer te voeren”, en draait zich weer om.
De winkel is opgezet door mijn vrouw, samen met een huisgenoot, in een leegstaande ruimte aan ons plein. In no time is het een bruisende ontmoetingsplek geworden waar de hele buurt op afkomt, niet alleen voor spullen, maar ook gezelligheid of een kop koffie. Er worden creatieve vrouwenochtenden gehouden en er is elke maand een Repaircafé, waar je kapotte apparaten kunt laten maken.
In de kinderhoek zit een Afrikaans jongetje met een auto te spelen. Aan de koffietafel zit een Marokkaanse man. Hij zit hier altijd, zwijgend. Hij lacht altijd vriendelijk, drinkt een kop thee en dan gaat hij weer. Een Iraanse man staat samen met een Koerdische dozen vol kleding te doorzoeken om te zien wat we wel en niet moeten ophangen. In één uur tijd is er al weer zo veel binnengebracht dat je een hele dag nodig hebt om het te verwerken. Een bevriende vluchteling brengt de spullen naar het kledingrek. Voor hem is deze winkel een soort werkgelegenheidsproject geworden.
Hoe simpel kan het zijn. Je opent een ruimte waar de één z'n mooie zooi kan achterlaten, gratis, en je laat anderen het weer meenemen, ook gratis. Je zet er een kan thee bij en de rest gaat vanzelf.
Het is vaak heel ontroerend. Een man die blij is met een jas die hij zelf nooit had kunnen betalen. Een vluchteling die een vork, mes en lepel zoekt voor in het opvanghuis. Mensen hebben zo weinig dat ze overal dankbaar voor zijn. Niet iedereen, trouwens. Sommigen laden stiekem hun hele tas vol. Dan is alles gratis, en nóg kunnen ze hun neiging niet bedwingen om te stelen.
Tegenover dat soort nare momenten staan talloze bijzondere ontmoetingen. Mensen die elkaar op straat niet zouden aankijken schenken hier koffie voor elkaar. En ik kan me vergissen, maar het lijkt wel alsof hier wondertjes gebeuren. Pas weer zo iemand, een vluchteling die voor het eerst een huis kreeg. Wat hoort er zoal in een keuken? Ze wist het niet. Ze kwam eens even kijken wat wij hadden. Op dat moment komt er een vrouw binnenstappen. “Ik ga samenwonen en heb mijn hele keukeninventaris in de auto liggen. Kunnen jullie daar iets mee?”
Dat is nou genade. Je hebt het niet verdiend, en je krijgt het toch. Allemaal gratis, om weer uit te delen.
Meer sporen?
Lees hier mijn oudere bijdragen in deze rubriek.
Gerelateerde artikelen
- Tegeltuinen, Jacques Ellul en de invloed van techniek (podcasts)
- Vrije ruimte uithakken (Karavaan der Zotten)
- 'Gastvrijheid mag je nooit uitbesteden' (overig)
- Back to reality (English, overig)
- Wil de gemeente meebetalen aan duurzame energiebronnen? (overig)
Gebruikte Tags: overvecht, sporen
Mooi opgeschreven Frank! Thanks!
De huisgenoot - 31-12-’14 19:29