De Groene Amsterdammer 34 (24 augustus 2022)
Elementen voor de toekomst: zeldzame aardes
Om windmolens en elektrische auto’s te maken kunnen we niet zonder zeldzame aardmetalen uit China. Maar wat als China niet meer wil leveren? Of niet meer kan?
Dit artikel is deel van een reeks van Sanne Bloemink en mij over de elementen die we nodig hebben voor een duurzame toekomst.
- Lees ook: Potenze alimentari (overig)
Begin dit jaar werd er een nieuwe mijn voor zeldzame aardmetalen aangelegd in Pangwa, Kachin, Myanmar, dicht bij de Chinese grens; © Global Witness / AP / ANP
In 1787 vond Carl Axel Arrhenius in een steengroeve net buiten Stockholm een bijzonder zware, zwarte steen. De Zweedse luitenant noemde de steen ytterbiet, genoemd naar het gehucht Ytterby waar de groeve zich bevond. In de loop van de jaren werd er veel onderzoek gedaan naar deze en vergelijkbare brokken mineraal. Wat bleek: deze stenen bevatten niet alleen een onbekend element, maar een hele reeks metalen die zo op elkaar leken dat ze alleen met speciale zuren van elkaar konden worden geïsoleerd. Er was een nieuwe chemische groep elementen ontdekt: de zeldzame aardmetalen, ook wel de ‘lanthaniden’ genoemd, naar het element lanthanum (‘verborgen’) dat in 1839 uit de zwarte Zweedse steen werd geïsoleerd.
Wat begon als fundamentele wetenschap werd in de twintigste eeuw wereld veranderende technologie. De elementen, die curieuze namen kregen als neodymium, dysprosium, samarium, praseodymium en gadolinium, bleken heel specifieke eigenschappen te hebben die konden worden gebruikt voor allerlei toepassingen, in lampen, televisie, katalysatoren en allerlei elektronica. Met name hun sterke magnetische veld was interessant. Amerikaanse en Japanse onderzoekers wisten in 1983 met het element neodymium een permanente magneet te maken die zo sterk was dat het een enorme schaalverkleining mogelijk maakte in allerlei producten, van smartphones tot slimme bommen, koptelefoons, wasmachines, elektrische auto’s, liften, airconditioners, e-bikes en windmolens. En daar gaan we alleen maar meer van gebruiken.
In de kantine van de faculteit industrieel ontwerpen aan de TU Delft legt Benjamin Sprecher een harde schijf op tafel. Sprecher is gastonderzoeker in Leiden en Delft en is al tien jaar gespecialiseerd in zeldzame aardmetalen, of ree (rare earth elements) zoals ze internationaal worden genoemd. ‘Kijk maar eens naar deze ring, in het midden van de harde schijf. Dat is een legering van neodymium met ijzer en boor dat in een polymeer wordt gegoten. Dan heb je een sterke magneet. Maar de tweede magneet in deze harde schijf is nog veel interessanter.’ Sprecher wijst op het motortje dat de schijflezer aanstuurt. ‘Dat stukje metaal is gesinterd, dat wil zeggen: in poedervorm op hoge temperatuur in de gewenste vorm geperst. Als je dat magnetiseert zodat alle kristalkorrels dezelfde richting op staan, krijg je een extreem sterke magneet.’
We willen steeds minder afhankelijk zijn van olie, gas en kolen. Maar voor de groene economie zijn nieuwe bouwstenen nodig. In deze serie onderzoeken we (chemische) elementen die onontbeerlijk zijn voor de economie van de toekomst. Lees hier de hele serie.
Het lijkt een stukje lood, dat los op de rest ligt. Maar ik krijg het er niet af zonder een vork, die ik als hefboom gebruik, en wanneer ik hem even laat schieten valt hij met een klap terug op z’n plek. ‘Daar moet je niet je vinger tussen hebben. Grote motoren, van een windturbine bijvoorbeeld, hebben meerdere tonnen aan magneten. Als er eentje in de fabriek op de verkeerde plek terechtkomt, dan kunnen ze helemaal opnieuw beginnen. Die komt nooit meer los.’
Terwijl we over magneten praten, wordt door studenten achter ons een groot feest opgetuigd dat pas rond middernacht gaat beginnen. Ze lopen rond met speakers, microfoons, telefoons, oortjes en nog veel meer spullen die mede dankzij de permanente magneetjes zo klein en goedkoop zijn. ‘In gewicht is dat niet zo veel, maar voor een windturbine zit je zo aan honderd tot 180 kilo aardmetaal per megawatt capaciteit’, schat Sprecher. Dat is vooral neodymium, in combinatie met het zeldzame aardbroertje dysprosium.
Een andere grote toepassing is de elektrische auto. In één motor zit misschien maar 1,5 kilo aan zeldzame aardmetalen, maar gezien de enorme aantallen die van de band moeten rollen in de komende tijd zal er in 2030 alleen al voor auto’s de helft nodig zijn van wat er nu in de hele wereld aan zeldzame aardmetalen wordt geproduceerd.
Onze afhankelijkheid van zeldzame aardmetalen vormt een toenemend probleem. Zeldzame aardmetalen zijn in weerwil van hun naam helemaal niet zo zeldzaam, maar wel moeilijk te winnen. Ze lijken op elkaar en hebben veel dezelfde eigenschappen, waardoor er complexe chemische handelingen met zuur nodig zijn om ze te isoleren. Er komt vaak radioactief materiaal bij vrij. De mijnbouw en de verwerking zijn berucht. Het afval heeft onder meer geleid tot veel kanker in de mijnstreek in Binnen-Mongolië, in het noorden van China, het wingebied van de zogenaamde ‘lichte’ zeldzame aardmetalen zoals neodymium. In het zuiden van China, waar meer ‘zware’ zeldzame aardmetalen in de grond zitten, wordt er vooral met zuur gewerkt in open klei-afgravingen, wat het grondwater heeft vergiftigd. De laatste jaren is er veel verbeterd, maar het blijft een complexe operatie.
Verschillende landen met productiefaciliteiten, zoals de Verenigde Staten en Frankrijk, waren maar wat blij toen de sector naar China verschoof. Dat land stelde weinig milieuregels, gaf fabrieken belastingvoordelen en veroverde zo in een paar jaar tijd bijna een monopoliepositie. Toen het land in 2010 ook nog eens exportquota afkondigde, voor zeldzame aardmetalen, schreeuwde het Westen moord en brand, maar voor veel bedrijven downstream was het alleen maar het laatste zetje om ook naar China te verkassen. Je weet anders nooit of je zeker bent van levering. De exportquota zijn er onder druk van de Wereldhandelsorganisatie weer af gehaald, en de VS en Australië zijn vervolgens weer zelf gaan graven, maar nog steeds levert China 71 procent van alle aardmetalen. En wat nog belangrijker is: het heeft ook de verwerking (87 procent), de metaalproductie (91 procent) en de productie van permanente magneten (94 procent) strategisch in eigen handen.
Aan de vervuiling probeert China intussen iets te doen, door illegale mijnen te sluiten, milieuregels aan te scherpen én door zo veel mogelijk zware aardmetalen in te kopen bij de bevriende generaals in het buurland Myanmar. Maar het monopolie ligt stevig in de handen van Beijing.
Tijdens een bijeenkomst over dit thema fluistert de directeur van een Engels mijnbouwbedrijf me toe: ‘Als we op een dag net zo’n conflict krijgen met China als nu met Rusland – denk aan Taiwan – dan kunnen we dag zeggen tegen groene energie.’
Als je ergens metaal uit de grond kunt halen zonder mensen lastig te vallen, dan is het wel hier, denk ik, terwijl ik vanuit Oslo naar het zuiden rijd. Noorwegen is één uitgestrekt bos, golvend over heuvels en bergen, tussen meren en watervallen, dat slechts af en toe wordt onderbroken door een dorp. Na drie uur rijden kom ik uit bij Ulefoss, een oud ijzermijnstadje, waar een paar jaar geleden zeldzame aardmetalen in de grond zijn gevonden.
De burgemeester, Bjørg Tveito Lundefaret, toert me trots rond, samen met de gemeentelijke planoloog die voor haar in het Engels vertaalt. We rijden naar een heuveltop met een eeuwenoud Noors kerkje, uit de tijd van de Vikingen, en van daar af hebben we een mooi overzicht op het gebied waar het om gaat. ‘Die helling hier tegenover is een oude vulkaan’, aldus de burgemeester en haar planoloog. ‘De grond hier bestaat uit carbonatiet, dat is een weinig voorkomend gesteente waar doorgaans zeldzame aardmetalen te vinden zijn. Ze hebben in de afgelopen tien jaar verschillende boringen gedaan, duizenden meters lang in totaal, en wat blijkt: er zit heel veel in de grond.’
De bevolking is enthousiast, zegt Lundefaret opgetogen. Ze draagt een speldje van de Arbeiderspartij op haar blouse. ‘Ulefoss is een oud mijnstadje. Er werken nog 140 mensen in de oude ijzersmelterij. Maar er is niet veel werk en de bevolking vergrijst. We denken dat we als gemeente wel kunnen profiteren van mijnbouw, en we willen ook graag een rol krijgen in de groene transitie. Het is in het belang van Noorwegen en Europa dat we zelf eigenaarschap krijgen over zo’n kritiek metaal.’
‘Hypocriet: we willen in Europa minder CO2 uitstoten, en daarvoor hebben we grondstoffen nodig, maar we willen niet de vervuiling accepteren die daarbij hoort’
In een kantoortje in Oslo vertelt de vriendelijke voorzitter van REE Minerals, Thor Bendik Weiner, over de plannen in Ulefoss. Weiner heeft vooral verstand van het gezond maken van veelbelovende start-ups zodat ze kapitaal kunnen aantrekken. Hij is ervan overtuigd dat de mijn een succes kan worden: ‘We hebben intussen tien miljoen besteed aan de voorbereiding. We zijn bezig met een nieuwe ronde proefboringen. We weten dat het kan. Er zit veel neodymium en praseodymium in de grond, dat is intussen wel duidelijk. Het is echt een unieke plek!’
Het zogenaamde Fen-complex, zoals de vulkanische bodem hier heet, bevat een van de grootste voorraden zeldzame aardmetalen van Europa. ‘We zouden hier tien- tot twaalfduizend ton per jaar kunnen winnen, afhankelijk van de investeringen die we kunnen doen. De mondiale vraag is op dit moment 160.000 ton per jaar, maar dat neemt snel toe. Er is ook een grote voorraad gevonden in Zweden, Norra Kärr, maar dat is een ander gesteente. Je hebt veel meer chemicaliën nodig om het te scheiden, en aangezien het naast een Natura 2000-gebied ligt, ligt het politiek heel gevoelig. Ook in Groenland zijn er zeldzame aardmetalen gevonden, maar het lokale parlement heeft daar afgelopen jaar een streep door gezet omdat er radioactief afval bij vrijkomt.’ Met andere woorden: wie zou hier nog nee tegen zeggen?
‘Wij kunnen het hier winnen en vervolgens leveren aan een Europese fabriek die het kan verwerken, maar beter is nog als we dat zelf gaan doen hier.’ Het is een enorm complex proces, legt Weiner uit terwijl hij door een powerpointpresentatie gaat. ‘Eerst moet je het uitgraven. Dan moet je een eerste scheiding maken van het droge gesteente. Dan moet je het vermalen tot flakes en die flakes worden vervolgens behandeld met loog om de aardmetalen eruit te krijgen. Als laatste moeten de elementen nog worden gezuiverd door de verschillende aardmetalen, die door elkaar voorkomen, één voor één met behulp van een zuurbad uit elkaar te halen.’
Het proces levert veel chemisch afvalwater op, vooral door het logen. ‘Maar als er íets is wat Noorwegen moet kunnen, is zo’n activiteit op een duurzame, gecontroleerde manier uitvoeren. Er zijn ideeën om dit proces in een volledig gesloten omgeving uit te voeren. We hebben heel veel mijnbouw in de bergen. We hebben er ervaring mee in dit land. Waarom zouden we dit niet op een verantwoorde manier opzetten? Dat is mijn persoonlijke drijfveer. Ik ga hier geen miljonair van worden. Ik wil een verantwoorde mijn voor metalen die de groene transitie mogelijk maken.’
Weiner begrijpt niet waarom we in Europa liggen te slapen. Er is één grote mijn in Australië, maar daar zit Japans geld in, dus in tijden van crisis gaat Japan voor. Amerika heeft een oude mijn heropend, maar de belangrijkste investeerder is… Chinees. ‘En Europa? We hebben niets zelf, alleen een kleine verwerkingsfabriek in Estland. Wat als China de export stopzet? Als ze op een dag alles zelf nodig hebben? Analisten zijn heel duidelijk: we moeten ieder jaar een mijn ter grootte van dit Fen-complex openen om aan de verwachte vraag te kunnen voldoen.’ Mijnbouw kost heel veel tijd om op te zetten. ‘Als alles goed gaat met alle boringen, vergunningen en financiering’, en hij zegt bewust ‘als’, ‘dan nog kunnen we op z’n vroegst over vijf jaar beginnen.’ En daar zou zowel de Noorse als de Europese overheid weleens over mogen nadenken, zegt hij, want behalve mooie woorden merkt hij nog maar bar weinig van enige steun.
Fabrieksarbeiders van de Neo Material Technologies Inc.‘s Magnequench Tianjin Co. factory in Tianjin, China verplaatsen staven van neodymium voor deze bewerkt worden © Doug Kanter / Bloomberg / Getty Images
Sommige mensen in Europa beginnen intussen ongemakkelijk heen en weer te schuiven op hun stoel. Er is intussen een lijst van ‘kritieke’ metalen samengesteld waar de Europese Commissie aandacht voor vraagt. Er is een grondstoffenalliantie opgericht, de European Raw Material Alliance (erma), die pleit voor meer strategische autonomie van Europa. En er zijn mensen in de handel, de mijnbouw en de verwerkende industrie die de noodklok luiden. Afgelopen mei waren ze allemaal bij elkaar in Berlijn op uitnodiging van erma voor een heuse grondstoffenconferentie. Naast nikkel, koper en kobalt stonden de zeldzame aardmetalen hoog op de agenda. Kunnen we die in Europa winnen? Kunnen we ze hier scheiden, er metaal van smelten, legeringen van maken en permanente magneten? En uiteindelijk windmolens?
Moeilijk, zegt de een, de keten is te complex en China is nu eenmaal te goedkoop. Je moet mijnen, verwerken, scheiden, legeringen maken, zegt een productmanager van een magnetenfabriek in Zwitserland, en als je dan met heel veel moeite één activiteit hebt opgetuigd, moet je je eindproduct alsnog naar China verschepen voor het volgende stadium. ‘Bovendien is de verwerking zo vervuilend, dat komt er in de EU nooit doorheen.’ De man zelf maakt met zijn Zwitserse bedrijf alleen nog speciale magneten met het zeldzame aardmetaal samarium, dat is voor gebruik bij hoge temperaturen, maar de hele neodymium-business is verplaatst naar een dochter in China. ‘Ik denk dat de vraag eerder is: hoe voorkomen we dat de Chinezen ook de laatste productie in Europa gaan overnemen?’
‘De milieuregels staan in de weg’, zegt een mijnbouwer. ‘Het is hypocriet. We willen in Europa minder CO2 uitstoten, en daarvoor hebben we grondstoffen nodig, maar we willen niet de vervuiling accepteren die daarbij hoort. Terwijl wij het hier veel schoner en beter zouden kunnen doen, laten we andere landen het milieu vervuilen.’
‘Uiteindelijk is het een kwestie van geld’, zegt Denis Rollik, productmanager bij Vacuumschmelze, de enige fabriek van permanente magneten met neodymium die we in Europa nog hebben. De fabriek staat in het Duitse Hanau en levert magneten voor auto’s, voor sensors en voor militaire toepassingen. Ik spreek Rollik in de koffiepauze, terwijl hij staat te wachten op een gesprekje met een bedrijf dat zeldzame aardmetalen in Afrika wil gaan winnen. Ook Vacuumschmelze zoekt naar manieren om niet afhankelijk te zijn van één leverancier. In stabiele tijden is dat allemaal niet zo belangrijk, zegt Rollik. ‘Maar kun je er nog bij als er crisis is? Dat is de vraag. Alleen: je kunt geen bedrijf opstarten dat alleen een markt heeft in crisistijd. Een bedrijf heeft een business case nodig. En dat is waar de overheid moet instappen.’
Weet je wat het probleem is, zegt een Amerikaanse milieuwetenschapper: we hebben jarenlang alles willen overlaten aan de markt. De prijs was alles, internationale ketens waren het toverwoord. Nu zitten we met de gebakken peren. We waren zo enthousiast over vrijhandel dat we zijn vergeten onze industrie overeind te houden.
Er is een grote olifant in het Berlijnse conferentiecentrum. De Europese Unie wil graag minder afhankelijk worden van China, de milieuregels voor mijnbouw moeten soepeler, en er moet geld komen voor een eigen industrie. Alle producenten en investeerders klappen luid. Maar hoeveel aardmetaal en hoeveel magneten hebben we eigenlijk nodig in 2030 om al onze groene ambities waar te maken? Is er eigenlijk wel genoeg, zelfs als we voor altijd vrienden met China zouden blijven?
Je slaat de spijker op z’n kop, zegt Henry Stienen, als ik hem bezoek op een bedrijventerrein net buiten het Brabantse dorpje Schijndel. Je zou niet vermoeden dat in dit pand het Europese filiaal zit van de grootste producent van permanente magneten ter wereld, het Chinese bedrijf JL Mag. Het is ooit opgericht door Chinese mijnbouwers en door Goldwind, de grootste windmolenproducent ter wereld, en het is de hofleverancier van de magneten voor Tesla. Vanuit Schijndel bezoekt Stienen met zijn team van ingenieurs de klanten in Europa, de automakers en iedereen die de Chinese magneten nodig heeft, om voor elke toepassing de juiste magneet en de juiste oplossing te vinden, want elke magneet is maatwerk, en voor elke magneet is er naast neodymium ook een klein beetje nodig van andere aardmetalen, en dat wil je tot een minimum beperken, want die zijn nog schaarser en duurder dan neodymium.
Veel mensen zeggen dat de Chinezen het wel zullen bieden als de vraag er is. ‘Serieus? Maar weet iemand hoeveel windmolens er zullen worden gebouwd?’
Als iemand deze markt kent, dan is het Stienen wel. Hij was ook in Berlijn en hij heeft daar af en toe met kromme tenen zitten luisteren. ‘Ik zie een boot met heel veel mensen die allemaal één roeispaan hebben’, zegt hij. ‘En ze roeien allemaal een andere kant op, afhankelijk van hun persoonlijke agenda. Ze willen snel onafhankelijk worden van China. Maar de echte vraag is: hoe kunnen we zo snel mogelijk samen opschalen? We hebben héél veel nodig. Ik zeg niet dat het onmogelijk is. Maar het wordt wél krap. We hebben dus geen tijd voor geopolitieke spelletjes.’ JL Mag is een beursgenoteerd bedrijf. ‘Onze officiële doelstelling is om van een Chinese speler te transformeren tot mondiale speler. We moeten namelijk overal in de wereld de capaciteit vergroten, zo snel mogelijk. Wij kunnen nu 23.000 ton magneten per jaar maken. In 2030 willen we op tachtigduizend zitten.’
Op tafel staat een potje met wit poeder, dysprosiumoxide, staat erop, en daarnaast een poeder met een leverkleur, praseodymium-neodymiumoxide. Er liggen magneten in verschillende vormen. ‘Maar niet gemagnetiseerd, anders kunnen er vingers tussen komen.’ Een groot blok in de vensterbank is speciaal gemaakt voor een centrale die energie opwekt uit de getijden.
Stienen zit hier namens een groot succesvol Chinees bedrijf, dus dat hij pleit voor samenwerking met China valt te verwachten. En als ik hem vragen stel over de strategie van Beijing, dan kan hij weinig meer doen dan in zijn koffie roeren. Maar Stienen begrijpt heus wel dat Europa en Amerika er baat bij hebben om hun eigen broek op te houden. ‘Dat is voor elk land verstandig. Het is alleen wishful thinking dat Europa dat binnen tien of vijftien jaar zou kunnen. Mensen doen alsof je er bent als je een magneetfabriek hebt neergezet, maar zo makkelijk is dat niet. Magneten maken voor al die toepassingen, met al hun verschillende samenstellingen, is specialistenwerk.’
En vergeet de recycling niet. ‘We doen nu bijna niets met oude magneten, maar een derde ervan is zeldzaam aardmetaal. De enige manier tot voor kort was om oude magneten te behandelen als erts en alles er opnieuw uit te winnen met alle chemische stappen. Wij hebben nu een manier gevonden om die stap over te slaan, zonder vervuiling dus.’ Hoe, dat is geheim. Stienen wil maar zeggen: om het Chinese JL Mag kun je niet heen als je echt de groene agenda wil halen.
Technicus van het Bureau de Recherches Geologiques et Minieres (BRGM) bewerkt tijdens een recyclingsproces mijnafval om zeldzame aardmetalen te scheiden. Orleans juni 2021 © Christophe Archambault / AFP / ANP
Wordt het ‘krap’ om de wereld in 2030 te voorzien van genoeg aardmetaal? Zeg maar gerust ‘onmogelijk’, zegt Gaius King. Hij is als analist bij het Engelse Fox-Davies Capital een goed ingevoerde kenner, die in videodebatten en vervolgens in een mailwisseling sarcastisch gehakt maakt van alle rooskleurige voorspellingen. ‘Ze hebben het allemaal over koper en zink, maar de bottleneck is absoluut de aardmetalen, en dan vooral neodymium en praseodymium. Alleen al voor elektrische auto’s zal er tot 2030 twintig keer zo veel nodig zijn, is mijn analyse, en dat baseer ik nog op conservatieve voorspellingen.’ Veel mensen zeggen dat de Chinezen het wel zullen bieden als de vraag er is. ‘Serieus? Maar weet iemand hoeveel windmolens er zullen worden gebouwd? En weet iemand wat de echte capaciteit van China is? De cijfers zijn staatsgeheim, dus het is allemaal wensdenken. China heeft die capaciteit niet. Het kost jaren om een mijn op te starten. Ik ken geen enkel serieus project dat in zicht is.’
We redeneren nog als volgt: bij schaarste stijgt de prijs en dan komen vraag en aanbod vanzelf in evenwicht. ‘Maar dat werkt alleen bij vrijhandel. China opereert mercantilistisch. Dat is een economisch beleid dat gericht is op eigen productie en een handelsoverschot, om zo de nationale macht te vergroten. Dat kan alleen met exclusieve toegang tot grondstoffen. Het vorige land dat zo te werk ging was Engeland, in 1840, dankzij grondstoffen uit de koloniën, en het werd de absolute wereldmacht. Dat doet China nu ook. Het heeft een monopoliepositie, niet alleen in nikkel, kobalt en lithium, maar nu ook in zeldzame aardmetalen. China heeft alleen maar baat bij tekorten. Ik denk niet dat landen daar met vrijhandel iets tegenover kunnen stellen.’
Het leven houdt niet op als er geen permanente magneten zijn. Je kunt ook elektrische auto’s en windmolens bouwen zonder zeldzame aardmetalen. Ze worden alleen een stuk groter, met meer staal en koper, en zullen meer energie en geld kosten. We zullen rekening moeten houden met die realiteit, zegt King. Veel mensen in de sector hopen natuurlijk dat we China als partner kunnen blijven zien, in plaats van als tegenstander. ‘Maar de inval in Oekraïne stelt ons nu wel voor een moeilijk dilemma: wat doen we als China Taiwan binnenvalt?’
Ook Benjamin Sprecher, in Delft, lijkt zijn rekensom beter op orde te hebben dan de mensen in Brussel. ‘We hebben uitgebreid onderzocht hoeveel we nodig zouden hebben van drie zeldzame aardmetalen als we alle ambities voor elektrische auto’s en windenergie willen waarmaken. Van neodymium, praseodymium en dysprosium zullen we drie tot vijf keer zo veel moeten maken als nu. Dat zit wel in de grond in de wereld. Er is alleen geen productiecapaciteit voor.’ Dit geldt, in mindere mate, ook voor andere metalen zoals lithium.
We ontkomen er dus niet aan om iets aan de vraag te doen. Niet alleen uit ecologisch oogpunt. Ook omdat we allemaal via neodymium en de andere zeldzame aardmetalen verbonden zijn met de geopolitiek in de wereld. Onze auto’s, onze windenergie, onze gadgets: ze voeden de geopolitieke strijd in de wereld om de toegang tot grondstoffen. Er is geen luxe zonder prijskaartje. En dat prijskaartje gaan we voelen, hetzij gestaag, hetzij via een keiharde klap via een inval in Taiwan.
Eén manier om de vraag te verminderen is recyclen. Maar dat is lastig in een groeisector. Weinig elektrische auto’s en windmolens zijn nog afgeschreven, we hebben alleen maar méér nodig, dus voor aardmetalen zet recycling nog niet heel veel zoden aan de dijk. ‘Maar je moet er wel vast over nadenken’, zegt Sprecher. ‘Je kunt bijvoorbeeld verplichten dat producten langer meegaan – dan heb je ook minder grondstoffen nodig. Je kunt eisen dat ze te recyclen of te repareren zijn. In Frankrijk moeten producten vanaf 2024 verplicht te repareren zijn. Waarom sluiten we ons daar niet bij aan?’
Ook ons autogebruik moet anders. ‘Onze overheid mikt op twee miljoen elektrische auto’s in 2030. Maar als we iedere benzineauto één op één gaan vervangen door een elektrische… dat zou verschrikkelijk zijn. Dan hebben we zó veel materiaal nodig. We zullen moeten nadenken over andere vormen van vervoer, gedeeld eigendom, en auto’s met kleinere accu’s.’
We kunnen niet in het fossiele tijdperk blijven, snapt Sprecher. Daarvoor is het klimaatprobleem te ernstig. ‘Maar we moeten álles tegelijk doen. Een eigen industriepolitiek voeren, eisen stellen aan productontwerp, een recyclingindustrie optuigen, anders gaan denken over mobiliteit. En uiteindelijk moeten we minderen. Politici zijn doodsbang om dat tegen mensen te zeggen. Iedereen wil meer elektrische auto’s, meer windmolens, meer duurzame energie. Het is een excuus geworden om lekker door te kunnen groeien. Alle gesprekken over de herkomst van metalen is afleiding van de echte zaak: hoe zorgen we ervoor dat we minder nodig hebben.’
Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten
Gerelateerde artikelen
- We moeten waarde uit het bos halen (overig)
- De Bruderhof (1) - Een dorp zonder geld (Karavaan der Zotten)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (3) - Keurmerken (De Groene Amsterdammer)
- De toekomst is van kurk (De Groene Amsterdammer)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (2) - landbouw zonder overheid (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: china, duurzaam, economie, europa, groei, klimaat, techniek