Inter Press Service (4 maart 2015)
Meer ontwikkelingslanden willen nieuw investeringsbeleid
Steeds meer ontwikkelingslanden herzien hun investeringsbeleid en willen nieuwe verdragen. Het is de vraag of de Europese plannen voor een nieuw model iets wezenlijks veranderen.
33 x bekeken- Lees ook: De grenzen worden steeds slimmer (De Groene Amsterdammer)
Investeringsbescherming vormt een belangrijk onderdeel van verdragen die Europese landen en de Europese Commissie met derden afsluiten om wederzijdse investeringen aan te moedigen. Via zogenaamde Investor to State Dispute Settlement (ISDS)-mechanismes mogen investeerders overheden aanklagen voor een tribunaal als ze menen te zijn benadeeld. Dat kan bijvoorbeeld wanneer hun eigendom is geconfisceerd of wanneer de overheid met nieuwe milieuwetgeving komt die ten koste gaat van hun winst.
Volgens steeds meer ontwikkelingslanden is dit systeem schadelijk voor hun eigen ontwikkeling. De tribunalen zijn niet transparant en onafhankelijk, de boetes lopen in de miljoenen, dan wel miljarden, en de ruimte om zelf een ontwikkelingsbeleid te voeren wordt ondermijnd.
Roken
Dat gebeurt zelfs als een land niet direct wordt aangeklaagd, zegt Charles Santiago, parlementslid namens de Democratische Actiepartij in Maleisië. Santiago deed zijn uitspraak dinsdag bij de presentatie van een rapport van een aantal ngo's, waaronder Transnational Institute, over Internationale Investeringsverdragen (IIA's), getiteld “International Investment Agreements under Scrutiny”.
“In ons land willen we bijvoorbeeld waarschuwingen tegen roken op sigarettenpakjes zetten. Toen ik de minister naar de plannen vroeg, zei hij dat het onmogelijk was. Philip Morris heeft Australië en Uruguay namelijk aangeklaagd omdat die dat hebben gedaan. Zolang er nog geen uitspraak is, kunnen we ons plan niet uitvoeren, aldus de minister.”
Volgens Santiago speelt hetzelfde probleem in Nieuw-Zeeland, Ierland, Canada, Bangladesh, Togo en Namibië. “De macht van dit soort tribunalen is dus heel sterk. Zelfs al beroept Philip Morris zich op een Zwitsers verdrag, waarin zelfs staat dat het land het recht geeft om beleid voor volksgezondheid te maken, toch gebruiken ze het om hun punt te maken. Kortom, met dit soort verdragen ondermijnen we de democratie. We hebben monsters gebaard.”
Schimmige sector
“Dit soort verdragen staan op gespannen voet met de rechtsstaat”, zegt ook Gus van Harten, hoogleraar Rechten aan de York University in Toronto. “De binnenlandse rechtspraak wordt gewoonweg opzijgezet. Dat is vreemd, ook in internationale geschillen. Zelfs slachtoffers van marteling moeten eerst de binnenlandse rechtspraak doorlopen.”
Een tweede bezwaar volgens Van Harten is dat het de macht van onafhankelijke rechters naar arbitrators verschuift, die niet onafhankelijk zijn en die zich niet hoeven te houden aan de regels die gelden voor rechters, wat betreft salaris en nevenfuncties bijvoorbeeld.” Daardoor is er een hele schimmige juridische sector omheen ontstaan. “Ook is het een probleem dat alleen de investeerder de staat mag aanklagen, en niet andersom. Zo heeft de arbitrage een sterke prikkel om zaken door het bedrijfsleven aan te moedigen en om de verdragen te interpreteren ten gunste van toekomstige klanten.”
Verkeerd gegokt
Waarom zijn landen ooit akkoord gegaan met dit soort verdragen? “Ze hebben een deel van hun macht ingeleverd, uit hoop hiermee FDI te trekken”, zegt Thomas Fritz van Powershift, auteur van het rapport. “Uit gesprekken met ambtenaren die ooit de verdragen hebben behandeld, blijkt dat ze zich toen niet bewust waren van de gevaren. Pas na de eeuwwisseling is het aantal zaken echt toegenomen.”
Het was een gok, aldus Fritz, en ze hebben verkeerd gegokt. “Uit onderzoek van de VN-Commissie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) blijkt dat er geen relatie te vinden is tussen de investeringsbescherming van landen en hoe het investeringsklimaat wordt gewaardeerd.”
Zo is Brazilië één van de aantrekkelijkste landen voor investeerders, blijkt uit verschillende lijstjes. Hun binnenkomende FDI is hoger dan voor vergelijkbare landen, zoals Mexico. Toch heeft het land geen investeringsverdragen. Opeenvolgende regeringen hebben wel dit soort verdragen getekend, veertien zelfs, maar het Congres heeft altijd geweigerd ze te ratificeren.
Opzeggingen
Een hele reeks aan dure zaken heeft verschillende ontwikkelingslanden ertoe aangezet om het beleid te herijken. Bolivia, Ecuador en Venezuela hebben in de afgelopen jaren hun lidmaatschap opgezegd van ICSID, het tribunaal bij de Wereldbank dat veel investeringsgeschillen behandelt. De twaalf leden van de Unie van Zuid-Amerikaanse Naties (UNASUR) willen dit jaar met een regionaal investeringscentrum komen, als alternatief voor ICSID.
Verschillende landen hebben besloten om hun investeringsverdragen op te zeggen. Ecuador heeft dat met negen verdragen gedaan, waaronder met Nederland. In 2014 besloot ook Indonesië zijn verdrag met Nederland niet te verlengen en meer onderzoek te doen naar een investeringsbeleid dat ten goede komt aan de eigen ontwikkeling. India heeft in 2013 alle onderhandelingen over BIT's bevroren en werkt aan een nieuw model. Zuid-Afrika heeft verschillende BIT's opgezegd, onder andere met België en Nederland, en is bezig met een nieuw model voor investeringsbescherming dat niet de ruimte voor eigen beleid aantast en bovendien bepaalt dat de geschillen via de Zuid-Afrikaanse rechtspraak moeten worden opgelost.
TTIP
De investeringsverdragen worden in toenemende mate ingehaald door alomvattende vrijhandelsverdragen, die ook over investeringen gaan. De bekendste daarvan is het Europees-Amerikaanse TTIP, waar nu over wordt onderhandeld, en het Europees-Canadese CETA, dat afgelopen jaar is getekend. ISDS is ook hier een cruciaal onderdeel van. Het is dan geen verdrag tussen ontwikkelingslanden, maar het is wel de bedoeling dat dit hét model wordt van handels- en investeringsverdragen van de toekomst.
Volgens een woordvoerder van de Europese Commissie zijn de onderhandelaars bezig met aanpassingen aan het ISDS-model, om de schadelijke kanten ervan tegen te gaan. Er is in het afgelopen jaar een verhit debat uitgebroken, vooral in Duitsland. Maar de voorstellen die al bekend zijn, stemmen Van Harten niet hoopvol.
“Er zitten zeker wat verbeteringen in. Zo worden er bijvoorbeeld goede stappen gezet wat betreft openheid. Informatie over geschillen moet openbaar zijn, onder dit verdrag. Dat is ook heel normaal in een rechtsstaat. Maar op alle andere terreinen valt de vernieuwing tegen. Er wordt geen maximum gesteld aan vergoedingen, het recht van overheden om te reguleren wordt niet expliciet erkend, er wordt niet geëist dat investeerders eerst de lokale rechtspraak volgen, enzovoorts. Kortom, ze zijn gewoon meegegaan met de wensen van de juridische sector.”
Deze week hebben alle europarlementariërs een brief ontvangen, ondertekend door 375 ngo's uit heel Europa, die oproept om strenge eisen te stellen aan TTIP en het ISDS-mechanisme te verwerpen.
Gerelateerde artikelen
- De Bruderhof (1) - Een dorp zonder geld (Karavaan der Zotten)
- De toekomst is van kurk (De Groene Amsterdammer)
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Nederland volledig vegan: het kán (De Groene Amsterdammer)
- Hoe Hollandse zaadbedrijven de wereld veroverden (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: amerika, economie, europa, globalisering, recht