De Groene Amsterdammer (26 oktober 2016)
We hebben geen boze buitenwereld meer
Een vreedzame samenleving is alleen maar mogelijk als we ons geweld veilig op een externe vijand kunnen richten. Maar in een tijd van globalisering is die er niet langer. Dat zegt de Canadese filosoof Paul Dumouchel.
Dit interview is deel van de serie de "Nieuwe Chaos", waarin De Groene Amsterdammer onderzoekt hoe we moeten omgaan met de nieuwe wanorde in de wereld.
35 x bekeken- Lees ook: Oliereuzen straffen Venezuela via Nederlands verdrag (Inter Press Service)
Wie had dat gedacht, in de optimistische jaren negentig? Terwijl de liberale democratie zich opmaakte voor een triomftocht over de wereld, vervielen onder haar neus hele regio's tot chaos en anarchie. Libië, Irak, Syrië, Afghanistan, delen van Pakistan, Soedan, Congo, Mali, Somalië, delen van Midden-Amerika – het geweld doet denken aan de omschrijving van Thomas Hobbes over de oersituatie van de mens. Een oorlog, niet tussen staten, maar tussen legers, rebellengroepen en bendes, kortom, van allen tegen allen.
Moderne mensen denken vaak dat dit geweld een anomalie is, een uitzondering op de wet van de immer voortschrijdende vooruitgang. Maar dat hebben ze mis, zegt de Canadese filosoof Paul Dumouchel. "Deze états de violence, deze regio's met structureel geweld, zijn het nieuwe gezicht van onze wereldorde."
Dumouchel is niet zozeer geïnteresseerd in diplomatieke verwikkelingen of de nieuwste veroveringen in Syrië. Hij is filosoof. Hij wil begrijpen hoe de sociale mechanismes werken die politiek geweld veroorzaken. Hij wil bovenal begrijpen wat de staat precies voor ding is. Hij onderzocht het al jaren geleden in Cambodja: hoe kan het toch dat juist het instituut dat mensen moet beschermen tegen geweld, de staat, zo bloeddorstig kan worden? "Op de een of andere manier zit politiek geweld ingebakken in de structuur van de staat zelf."
Dumouchel doet onderzoek aan de Ritsumeikan Universiteit in Kyoto, op het snijvlak van emoties, ethiek, economie en politiek. Een paar jaar geleden was hij in Nederland, waar we in een groene, vredige tuin van een filosofisch instituut uitgebreid spraken over politiek geweld en andere wereldproblemen. In een Skypegesprek vanuit zijn vakantieadres in Canada laat hij zijn gedachten nog eens gaan over de recente ontwikkelingen. Nog steeds draait een belangrijk deel van zijn denken om de staat.
De staat is een bijzonder instituut, dat zag Hobbes al. Want als de permanente strijd onze natuurlijke toestand is, is het heel bijzonder dat er een macht opkomt die het monopolie op geweld verwerft. Het is in feite een een contract, zegt Hobbes: als we allemaal onze wapens nu in de handen van één heerser leggen, vaart iedereen daar wel bij. Maar let op, zegt Dumouchel, er gebeurt nog iets. "De staat krijgt niet alleen het geweldsmonopolie, de staat krijgt ook het monopolie over het oordeel over welk geweld goed en slecht is. De staat mag bijvoorbeeld eerwraak gaan bestrijden. De staat krijgt dus een morele autoriteit. Die is haar gegeven door individuen, op basis van de rede." Althans, dat is het verhaal.
Een mooi verhaal, zegt Dumouchel, maar wel een mythe. "Het is de mythe van de moderniteit. Dat individuen allemaal morele autoriteiten waren tot ze het oordeel over goed en kwaad na rationeel overleg overdroegen aan een monarch. Maar zo'n individualisme was helemaal niet mogelijk vóór de natiestaat. Verschillende verbanden van solidariteit en vijandschap liepen door elkaar heen, van families, clans, stammen, heren, vazallen en edelen." Die hebben hun geweld opgegeven, ja. "Maar alleen omdat één speler sterker was."
Dat bracht orde voor een meerderheid, maar voor een minderheid niet. In dit proces werden altijd minderheden uitgesloten of vernietigd. Dat dit redelijk of aanvaardbaar was, dat werd achteraf bepaald, door de winnaars. Zo werkt staatsvorming nu eenmaal. Met deze bewering ondergraaft Dumouchel iets heel wezenlijks in ons politieke denken, namelijk de tegenstelling tussen rede en geweld. Niet het redelijke denken leidde tot orde, zegt hij, maar de orde – die door geweld tot stand kwam – is de basis voor wat wij wel en niet redelijk geweld vinden.
De goede verstaander hoort hierin een echo van René Girard, de Franse sociaalwetenschapper die vorig jaar op 91-jarige leeftijd overleed. Dumouchel heeft hem gekend en is diepgaand door hem beïnvloed. De Franse denker is vooral bekend om zijn zondeboktheorie. De mens, zegt Girard, heeft een innerlijke neiging om met een ander te rivaliseren. Mensen willen niet gelijk zijn. Hoe gelijker ze zijn, hoe meer ze geobsedeerd raken door de buurman, wiens gras groener is, wiens huis groter en wiens vrouw mooier. Mensen rivaliseren. Zoals Hobbes ook zei: onze natuurlijke staat is een strijd van allen tegen allen.
Er is echter een mechanisme dat deze strijd in toom houdt. Dat treedt op wanneer een derde partij in het vizier komt. Mensen zijn in staat hun rivaliteit te vergeten als ze iemand anders de schuld kunnen geven, als oorzaak van het kwaad. Deze zondebok was in de menselijke geschiedenis vaak letterlijk een persoon, die werd verbannen of gelyncht, waardoor de lucht opklaarde en de gemeenschap weer samen verder kon. De zondebok kreeg zo achteraf een aura van heiligheid, en de rituele herhaling van zijn dood in een offercultus ligt volgens Girard aan de basis van alle structuren die de mens in de loop der tijd heeft bedacht om de orde te bewaren, of het nu religies zijn of politieke instellingen zoals het koningschap.
In het kort: mensen hebben altijd een uitlaatklep nodig om te voorkomen dat het geweld zich naar binnen keert. En die uitlaatklep is meestal een ander.
Dit inzicht is pijnlijk ontnuchterend. Ook Girard zegt dus dat de orde die wij kennen niet gebaseerd is op een bepaalde rationaliteit of moraal die gegeven is. Het is andersom: onze rede, en onze ideeën over wat een redelijke samenleving is, wat goed en kwaad is, en welk geweld wel en niet is toegestaan, zijn een product van een gewelddadig sociaal mechanisme. Daarom is het ook een illusie dat de rede het geweld in toom kan houden.
Dumouchel kijkt met de ogen van Girard naar de moderne staat. "Ik zie dezelfde structuur als bij oude religies. De moderne staat beschermt ons voor geweld van elkaar, maar doet dat door zelf ook geweld te gebruiken. Dat zijn ook zondebokken, minderheden of andere groepen die geofferd mogen worden. Bijna alle Europese staten zijn gevormd in een strijd tegen een gezamenlijke vijand, vaak een interne vijand, een minderheid met een andere godsdienst of taal. We zien de staat als redelijke en morele manier om de samenleving te ordenen, maar het kanaliseren van geweld naar een vijand zit ingebakken in de structuur van de staat."
Dat kanaliseren van geweld is een doorgaand proces. "Denk aan de koloniën. Er zijn prachtige pleidooien bekend om criminelen naar de koloniën te sturen, omdat ze hier zo lastig zijn maar 'daar hun vaardigheden op een andere manier kunnen uitoefenen'. De koloniën waren een uitlaatklep voor ons geweld. Het geweld van de Fransen in Algerije was van een onvoorstelbaar niveau, de soldaten moesten letterlijk tellen hoeveel hoofden ze terugbrachten. Ook de Nederlanders in Indonesië waren niet zo lief. De nazifilosoof Carl Schmitt zag een rechtstreeks verband tussen de bloedige oorlogen in Europa en het verdwijnen van onze 'vrije ruimte' in de koloniën doordat mensen daar rechten kregen. Ook Hannah Arendt zei dat het geweld uit de koloniën terugkeerde op Europese bodem."
Dat we niet zonder externe vijand kunnen, laten sommige antropologische studies mooi zien. "Stammen in het zuiden van Soedan trekken tegen elkaar alleen met stokken op, maar naar buiten toe gebruiken ze AK-47's. Mensen hebben blijkbaar een uitlaatklep nodig om te voorkomen dat het geweld zich naar binnen keert. Die uitlaatklep is altijd een 'ander', die net ver genoeg van ons afstaat."
Het nieuwe is nu dat door de globalisering dit "buiten" is verdwenen. "De hele wereld is economisch met elkaar verbonden. Er is geen buitenwereld meer. Maar ons geweld heeft nog steeds een uitweg nodig. Dat richt zich dus naar binnen." Schmitt is een dubieuze denker, maar hij zag heel scherp in dat een groep niet zonder vijand kan. "Wat hij vervolgens doet, is een 'interne vijand' zoeken. Die vindt hij het gevaarlijkst, omdat hij niet tot buiten de grens gebracht kan worden. Hij moet volledig worden vernietigd."
Mensen hebben altijd vijanden gezocht, al was het de vrouw in het dorp die van hekserij werd beschuldigd. "Het mechanisme is altijd hetzelfde. Maar de structuur van de wereld is veranderd. Heksen kon je buiten het territorium plaatsen. Dat kan nu niet meer. Er is met de globalisering geen 'buiten' meer. De verrader, of hij nu jood, communist of terrorist is, kan naast je wonen." Dat zet de poort open voor ongebreideld geweld, want dat kan rationeel worden verdedigd.
Dumouchel zag het in Cambodja, waar in de jaren zeventig anderhalf tot twee miljoen mensen werden vermoord door de Rode Khmer. "Iedereen die maar enigszins verdacht werd van anticommunistische sympathieën werd vermoord, zoals monniken, minderheidsgroepen en intellectuelen, waar je al toe werd gerekend als je een bril droeg, of een buitenlandse broek. De zuiveringen ontstonden uit een massale angst voor de 'verrader'. De verrader kon overal zitten - 'misschien hier, onder tafel!'. Doordat de vijand zo dichtbij kwam, gingen persoonlijke en politieke motieven in elkaar overlopen. Daardoor verdween het monopolie van de staat op legitiem geweld, en werd de rede een instrument van systematisch en dwaas geweld."
De uitholling van dit geweldsmonopolie is geen Cambodjaans fenomeen. "Wereldwijd geven staten het monopolie vrijwillig op! Kijk naar de oorlog tegen terrorisme. Geweld wordt geoutsourced naar private veiligheidsbedrijven. Deze private soldaten vormden in Irak het op één na grootste contingent, nog groter dan het Britse. Maar denk ook aan het Europese Frontex, dat door geen enkele staat wordt gecontroleerd maar wel de grenzen moet bewaken. Een prachtig en tegelijk verschrikkelijk voorbeeld vind ik het akkoord tussen Europa en Turkije waarbij Turkije voor een paar miljard euro en gesprekken over EU-lidmaatschap de immigranten moet tegenhouden. Het recht van de bewaking van de Europese grens is uitbesteed aan iemand anders. En dat zijn geen nice guys."
Daarmee verandert er iets in de relatie tussen de staat en de ruimte die ze inneemt. Staatsgeweld is losgeraakt van haar territorium en dus ook van haar legitimiteit. Denk aan drones, waarmee geweld anoniem en op afstand uitgevoerd wordt, zonder dat er sprake is van een officiële oorlog tussen twee staten. Geweld blijft dus normaal, alleen het is steeds minder in staat om orde te creëren, het raakt op allerlei manieren verweven met andere actoren. De vraag naar de legitimiteit ervan verdwijnt. "Kijk naar Syrië. Niemand heeft geprobeerd om het conflict te stoppen. Er zijn interventies uit vele landen geweest, van Britten, Amerikanen, Fransen, Nederlanders, van Arabische landen, van Iran, van Rusland en ook van Turkije. Er worden alleen meer wapens geleverd dan troepen. Het enige wat men wil is een andere partij verhinderen om te winnen. We weten dat burgerconflicten langer duren naarmate de internationale betrokkenheid groter is, omdat het conflict niet op een natuurlijke wijze kan eindigen, en geen enkel geweld orde schept."
Zo ontstaan regio's met permanent geweld. "États de violence, zegt filosoof Frédéric Gros. Het zijn geen klassieke conflicten tussen groepen die om de staatsmacht strijden. Er zijn regeringssoldaten, rebellengroepen, private securitybedrijven, bendes, tribale krijgsheren, buitenlandse troepen en blauwhelmen. De strijd heeft geen eind, het is een way of life, waar economische belangen omheen zijn ontstaan en waarbij weinig spelers nog baat hebben bij een vreedzame oplossing.
"Wat opkomt is de logica van reservaten, die door niet-statelijke actoren wordt beveiligd, Groene Zones waar niet iedereen gelijke rechten meer heeft. Buiten die reservaten ontstaan no-go areas, waar we ons bij neerleggen, tot aan Parijs toe. De verdeling zie je op verschillende niveaus, met een gelijke structuur: van de Groene Zone in Bagdad tot aan Fort Europa, dat met biometrie en strenge immigratieregels zijn veiligheid wil beschermen. Maar het is geen stabiele orde. De 'ander' is niet meer buiten, maar onder ons. Dat leidt tot discriminatie en de uitholling van politieke en economische gelijkheid.
De moslims, of vreemdelingen in het algemeen, zijn volgens Dumouchel de nieuwe interne vijand. "Hoe staten of leiders zich daartegen opstellen… het is weer dat proces van het overdragen van geweld om het op een minderheidsgroep te richten. De maatregelen zijn extreem. Vijftien jaar geleden hadden we niet kunnen bedenken dat Europese landen wetten zouden hebben over hoe je je moet kleden. Nu vinden heel veel mensen dit normaal en redelijk."
De bekende psycholoog Steven Pinker beweert in zijn populaire boek Our Better Angels dat het geweld in de geschiedenis alsmaar afneemt, doordat mensen steeds verlichter worden en betere structuren verzinnen. "Pinker is niet overtuigend", lacht Dumouchel. "Hij is vooral psycholoog. Hij heeft gelijk dat het geweld in het Westen enorm is afgenomen, maar hij ziet niet wat de prijs daarvan was, in de koloniën bijvoorbeeld. Hij lijkt de sociale mechanismes erachter niet te begrijpen. De economische veranderingen zijn heel negatief voor mensen. De ongelijkheid in het Westen is ongekend hoog geworden. Mensen zijn gefrustreerd en er is een heel reservoir aan wrok ontstaan. En dan gaat er weer gebeuren wat er altijd gebeurt: mensen zoeken een zondebok. Donald Trump is hier natuurlijk een perfect voorbeeld van. Dat de 'ander' de oorzaak is van alle problemen, of dat nu de illegale immigranten zijn of de moslims, daar is zijn hele discours op gebouwd."
"Het is ontzettend moeilijk om door de misinformatie en de misverstanden heen te komen. Mensen roepen 'O my God, waar komen al die vluchtelingen opeens vandaan?' Mensen zijn vergeten dat het Westen zelf mede de oorzaak is van het probleem. En dat het precies de logica van Fort Europa is waardoor westerse smokkelaars de kans krijgen om voor veel geld kinderen in gammele bootjes de zee op te sturen."
Er is geen "oplossing" voor ons geweld, meent Dumouchel. Het zit in ons. René Girard zelf vindt een antwoord in het christelijk geloof. Volgens hem is dat namelijk de definitieve ontmaskering van het zondebokmechanisme, omdat God in de persoon van Jezus zélf de zondebok wordt en daarmee alle vijandschap op zich neemt. Maar let op: dat helpt alleen als we Jezus ook navolgen in het afleggen van iedere vorm van rivaliteit en vijandschap. Doen we dat niet, dan kan het geweld alleen nog maar escaleren. Een zondebokmechanisme waar mensen doorheen prikken, kan de cirkel namelijk niet meer sluiten.
"Girard is niet fatalistisch. Door het geweld heen ontstaan er kansen op iets nieuws, zegt hij. Ik denk zelf dat we niet kunnen wachten tot de hele wereld het evangelische inzicht krijgt. We moeten structuren verzinnen. Die kunnen het geweld nooit definitief oplossen, maar kunnen wel, op kleine schaal, helpen om onze conflicten te beheersen. Dat is ook de functie van de politiek."
Wat wij als intellectuelen moeten doen, is de misinformatie en de verwarring bestrijden. "We moeten laten zien hoe de wereld verandert. Dat de staat niet verdwijnt, maar wel diepgaand verandert. Daar moeten we iets mee, in plaats van nog verder te gaan met het outsourcen van staatsgezag, met nog meer vrijhandelsverdragen, met nog meer Fort Europa, waardoor mensen nog meer geld moeten steken in gevaarlijke bootjes. Maar onze leiders zijn blind. Ze hebben een onthutsend gebrek aan capaciteit om te begrijpen wat er gebeurt. Ons politieke systeem kiest telkens weer mensen die alleen maar kunnen denken in meer van hetzelfde."
"Maar gelukkig hebben we Trump, haha. Hij gaat alles weer goed maken."
Gerelateerde artikelen
- De leegte van geweld (Karavaan der Zotten)
- Nederland volledig vegan: het kán (De Groene Amsterdammer)
- Docu: Vlucht uit Noord-Korea (VPRO Gids)
- Staan in de wereld van nu (overig)
- Poor People Don’t Need Help (overig, English)
Gebruikte Tags: geschiedenis, geweld, recht