De Groene Amsterdammer 2 (12 januari 2022)
Het geheim van Lidl
Zonder veel ruchtbaarheid is supermarktketen Lidl bezig om de consument met de kleine beurs te voorzien van biologische, fairtrade en gezonde voeding. Heeft de discounter een geheime missie?
- Lees ook: De jacht op het oceaangoud (De Groene Amsterdammer)
De CO2-neutrale supermarkt van Lidl in Almere Oosterwold. Juni 2021 © Sem van der Wal / ANP
Wie van het ouderwetse prijsvechtersgevoel houdt, voelt zich bij de kleine Lidl hier op de hoek vast helemaal thuis. Industrieel, volgepropt, druk. De norsige vrouw die haar karretje dwars in het gangpad heeft staan en geen notie heeft van andere mensen. Het kind dat niet wil kiezen tussen chips of lolly’s en uiteindelijk allebei mag inladen. Overal kartonnen dozen en geprinte prijskaartjes, en voor de kassa een lange rij mensen uit alle geledingen van de maatschappij – behalve de geledingen die vandaag quinoa gaan eten of biologische eieren. Maar wat een overzicht. Geen 36 soorten chips en zestien soorten yoghurt. Alleen maar basisopties en verder geen gezeik. Heerlijk.
Maar ondertussen heeft zich hier in de afgelopen jaren een stille omwenteling voltrokken. Dat biologische ei ligt er tegenwoordig maar mooi wél. Het basisaanbod is in de afgelopen paar jaar stelselmatig uitgebreid met duurzame en verantwoorde opties. Er is fairtrade koffie, fairtrade thee, er is biologische muesli en eerlijke chocola. Van alle melk en yoghurt is er intussen een biologische variant. De afdeling groente en fruit is de beste van Nederland. De meeste vis is verantwoord gevangen of gekweekt, er zijn biologische aardappels, er zijn niet alleen eko-eieren maar er is ook Kipster, er is een hele notenbar bij gekomen, sojamelk, verantwoord geteelde basmatirijst, handmade chips zonder kleur- en smaakstoffen en last but not least: een grote koelkast volgepropt met vegetarische vleesvervangers die verbazingwekkend goedkoop zijn.
En dat allemaal in filialen die in het hele land volledig van het gas af zijn. Nu hebben alle supermarkten intussen duurzaamheid hoog op de agenda staan, maar Lidl heeft een flinke inhaalslag gemaakt en – wat knap is – zonder de lagere inkomens van zich te vervreemden. Zou Lidl een geheime missie hebben?
Om daar achter te komen, breng ik een bezoek aan Lidl Nederland. De directeur, Marcel Oosterwijk, geeft zelf nooit interviews. Hij laat liever de feiten voor zich spreken, vertelt iemand die hem kent. Maar de mensen die verantwoordelijk zijn voor het duurzaamheidsbeleid, Quirine de Weerd, hoofd duurzaamheid en communicatie, en Renée Bijvoets, manager duurzaamheid, willen graag uitleggen waar ze mee bezig zijn.
Toen De Weerd negen jaar geleden bij het bedrijf kwam, als filiaalmanager, waren sommige mensen wel een beetje verbaasd, vertelt ze. ‘Ze hadden geen idee wat voor een bedrijf erachter zat. Mensen associeerden Lidl indertijd echt anders dan nu. Maar de cultuur sprak me meteen aan. Ik merkte dat hier ménsen aan de knoppen zitten en dat het helemaal niet zo corporate is als andere bedrijven die ik kende.’ Misschien komt dat doordat Lidl nog zo jong is in Nederland en hier zo hard is gegroeid. ‘De eerste Nederlandse vestiging ging pas in 1997 open. Nu zijn we de derde supermarkt van het land. Door die groei krijgt iedereen die hier werkt meteen veel verantwoordelijkheid.’
De Weerd en Bijvoets staan erop om eerst hun paradepaardje te laten zien: de eerste CO2- en energieneutrale supermarkt van Nederland, de Lidl Zero in Almere Oosterwold. Het staat aan de snelweg, midden tussen de bouwgrond waar een woonwijk uit de grond wordt gestampt. Het gebouw is volledig ingepakt met zwart gebrand hout, volgens de Japanse shou-sugi-ban-techniek om hout te verduurzamen. Eromheen ligt een park, met fruitbomen en een perceel olifantsgras. ‘Daarmee compenseren we de CO2 die is vrijgekomen bij de productie van het bouwmateriaal’, zegt De Weerd.
De tegels rond het gebouw zijn gemaakt van een speciaal soort cement dat vermengd is met het olifantsgras. ‘Ook dat blijkt een flinke CO2-reductie op te leveren.’ Niet alleen staan er zonnepanelen en laadpalen, ook is dit gebouw volledig circulair. ‘Alles is zo gemaakt dat het ook weer uit elkaar gehaald kan worden’, zegt De Weerd. Een mooi staaltje circulariteit is de isolatie van de spouwmuur: die is gemaakt van afgedankte polo’s van medewerkers.
Het kloppend hart van iedere supermarkt is natuurlijk het magazijn. Daar staan niet alleen karren met nieuwe aanvoer, maar ook bakken met restproducten, karton, plastic, over-datumvoedingswaren, allemaal gesorteerd. ‘Op dit moment kunnen we 93 procent van al het afval hergebruiken’, zegt De Weerd. ‘Het is onze ambitie om naar de honderd te gaan.’
Het stempel van het moederbedrijf, de Duitse Schwarz Gruppe, is hier goed te zien. De familie Schwarz is niet alleen eigenaar van Lidl (inclusief het neefje Kaufland) maar ook van de voormalige recyclingtak van afvalgigant Suez. De plastic flessen worden hier in het magazijn verzameld, zodat ze vermalen kunnen worden en weer gebruikt voor nieuwe frisdrankflessen.
De reststroom die nog niet helemaal wordt gebruikt is het voedsel dat over de houdbaarheidsdatum is. ‘Dat is de uitdaging waar we nu mee bezig zijn. Ook dat willen we op de een of andere manier circulair maken, als veevoer voor varkens of kippen bijvoorbeeld. Dan zou de cirkel rond zijn. We zijn erover in gesprek met Wageningse hoogleraren om te zien hoe we dit op een grote schaal kunnen aanpakken.’ Over de kippen later meer.
De omvang is de kracht van de familie Schwarz. Met tienduizend filialen en bijna een half miljoen werknemers vormen ze de grootste supermarkt van Europa. De Schwarz Gruppe behaalde afgelopen jaar een omzet van 125 miljard euro. En dat allemaal zonder beursnotering, want de leiding is nog gewoon in handen van één familie. Een familie die liever niet dan wel in de media komt.
Het moet gezegd: zelfs in de grote Lidl in Almere Oosterwold doet de eenvoud weldadig aan. ‘Wij hebben 2400 producten’, zegt Bijvoets terwijl ze tussen de schappen loopt. ‘Een Albert Heijn heeft er wel twintig- tot dertigduizend. Dat scheelt heel veel arbeid en afval. Elk product kost aandacht, elk product heeft voorraden nodig. Bij ons zijn de volumes per product veel groter en dat werkt veel efficiënter. We kunnen de producten in dozen neerzetten.’ Daarbij komt dat Lidl in dertig Europese landen zit en dus een veel groter netwerk van leveranciers heeft dan andere ketens. ‘Wij hebben Griekse kaas die echt uit Griekenland komt, via onze Griekse collega’s. En de Spaanse fuetworst komt écht uit Spanje. Wij leveren weer Hollandse producten aan de rest van Europa.’
Terwijl ze een pakje Earl Grey-thee pakt, legt Bijvoets uit dat ze twee sporen volgen. ‘We willen graag dat de standaard duurzaam is, en we willen graag dat er een optie is die verder gaat. Dat is dan een stip op de horizon waar we naartoe willen werken. Al onze thee moet dus het nieuwe keurmerk hebben dat is ontstaan uit utz en de Rainforest Alliance. Maar daarnaast hebben we biologische fairtrade thee.’
Een belangrijk aandachtspunt voor Bijvoets is stabiele relaties met leveranciers. ‘Zo kopen we groente niet op veilingen maar bij de telers zelf. Dat zijn telers die we kennen.’ Daarin is Lidl niet uniek, maar het gaat bij Lidl wel om jarenlange samenwerkingen, zegt Bijvoets. ‘We willen weten met wie we zakendoen en daarom zitten we er voor een lange termijn in. Daardoor kunnen we ook vaak samen keuzes maken om te investeren in een duurzamere manier van werken.’
Een van die leveranciers waar Lidl een nauwe band mee heeft, is Kipster, een innovatief pluimveebedrijf dat helemaal is opgezet rondom het principe van circulariteit. Kippen lopen vrij rond in een innovatieve stal, ze krijgen geen veevoer waar landbouwgrond voor is gebruikt, maar eten alleen afval uit de voedingsindustrie. Om hun eieren te kopen moet je naar de Lidl.
‘We zijn ook bij andere supermarkten geweest’, zegt Ruud Zanders, de Limburgse kippenboer achter Kipster. ‘Maar het probleem was dat onze stallen nog niet bestonden. Ik moest eerst flink investeren. Maar dat kon niet zolang ik nog geen afnemer had.’ Het klassieke kip-of-ei-dilemma. ‘Uiteindelijk was alleen Lidl bereid om het risico te nemen en erin te stappen.’
Dat kan alleen als de top daar visie voor heeft, zegt Maurits Groen, mede-oprichter van Kipster. ‘In dit geval dus Marcel Oosterwijk, de Nederlandse directeur. Ik ken hem al langer en ik vertelde hem ons idee. Ik zei: “Maak Dit Mogelijk. Als je veertig miljoen eieren koopt, tegen een gegarandeerde, fatsoenlijke prijs, dan gaan wij het doen.” Oosterwijk durfde dat aan.’
‘Zo hebben ze een eigen lijn, Delicieux. Helemaal gericht op hun eigen publiek: het is heel betaalbaar, maar het is echt kwaliteit. Je krijgt nergens zulke goede cotto-ham als bij de Lidl’
En dan begint er een langetermijnrelatie. ‘We wilden iets doen aan de praktijk om haantjes te doden die je niet nodig hebt voor de eieren. Wij wilden ook iets doen met de hennen die klaar zijn met leggen. Hun vlees wordt meestal gedumpt in Ghana. Maar dat kun je prima gebruiken in minder hoogwaardige toepassingen. We leveren de haantjes en de uitgelegde hennen nu ook aan Lidl, die er kippenrookworst van maakt.’
Maar toen kwam corona. ‘Behalve aan Lidl leverden wij ook aan afnemers als Albron of Schiphol. Die markt stortte vorig jaar volledig in’, zegt Groen. ‘Ik belde Marcel en vertelde over de crisis. Die zat midden in de hamsterpaniek en zei direct: “Stuur alle eieren maar naar ons.” Zo konden we het overleven.’
Volgens Groen wordt de duurzame visie van Lidl van bovenaf aangejaagd door Oosterwijk. ‘Hij is gewoon een fatsoenlijke man die persoonlijke integriteit op één heeft staan. Hij is geen softie, maar glashelder. Tot een paar jaar geleden had hij niet eens een communicatieafdeling omdat hij vond dat de prijs en de kwaliteit voor zichzelf moesten spreken.’ Volgens Groen is het Oosterwijk zelf die zich hard heeft gemaakt voor bepaalde keuzes, zoals voor fairtrade chocola, toen andere winkels die nog niet verkochten.
Of neem de sigarettenverkoop, die Lidl al vanaf 2018 stapsgewijs afbouwde en nu als eerste supermarkt volledig in de ban heeft gedaan. ‘Ondanks de nodige weerstand heeft Oosterwijk voet bij stuk gehouden. Hij zei: “A: ik wil geen zooi verkopen. En B: het verbod komt toch wel een keer, read the sign of the times.” Oosterwijk is een uitgesproken man. Daarom komt hij, paradoxaal genoeg, liever niet in de pers. Mensen moeten hem maar beoordelen op zijn prestaties.’
De tweede Kipster boerderij in Beuningen. januari 2020 © VidiPhoto / ANP
Volgens Dick Veerman, hoofdredacteur van foodlog.nl, is er in de retailwereld een flinke verschuiving geweest. ‘Vroeger had je een duidelijke tweedeling tussen de full service-supers en de discountwinkels, de dozenschuivers, zeg maar, met Oost-Duits ogende hallen. Die konden goedkoop zijn door het schaalvoordeel. Die discountsupers zijn intussen luxer geworden, maar nog steeds is er wezenlijk verschil. Het hangt af van de grootte van het filiaal, maar een grote Albert Heijn heeft wel 25 tot veertig keer zo veel producten, stock keeping units, met vaste posities op het schap. Dat maakt een enorm verschil in de kosten voor de winkel en de bevoorrading. Een “ouderwetse” super biedt meer keuze, maar heeft veel meer voorraad nodig. En dat zie je terug in de prijzen die we als consumenten betalen.’
De discounters zijn hun voordeel gaan uitbouwen in de luxere sfeer. ‘Zo hebben ze bijvoorbeeld een eigen lijn, Delicieux. Dat is helemaal gericht op hun eigen publiek: het is heel betaalbaar, maar het is echt kwaliteit. Je krijgt nergens zulke goede cotto-ham als bij de Lidl. Zo’n kwaliteitsslag zijn ze vervolgens ook gaan maken op het terrein van duurzaamheid. Wat ze doen is vergelijkbaar met wat Colruyt doet in België. Verduurzamen zonder het duur te maken, door alles weg te laten wat geen waarde toevoegt. Ook Aldi slaat die weg nu in, na een periode van zwabberen en krimpend marktaandeel.’
Het voorbeeld van Kipster is tekenend, wat Veerman betreft. ‘Het is het duurzaamste ei ter wereld. En ondanks alle mooie intenties van de andere supermarkten: niemand durfde het aan. Kipster is een kleine leverancier en soms is de voorraad op. Lidl accepteert dat gewoon, maar eerlijk is eerlijk: het mag net buiten het budget van Lidl vallen omdat het ei geweldige reclame voor Lidl is, onder een nieuw, jong en bewust publiek.’
Het is niet zo dat andere supermarkten niet goed bezig zijn. Dat blijkt ook uit de Superlijst, een nieuwe methode die supermarkten op allerlei duurzaamheidsvlakken vergelijkt. Op sommige punten scoren andere supermarkten veel beter dan Lidl. Veerman: ‘Een belangrijk pluspunt van Albert Heijn vind ik dat ze boeren direct vijf cent meer voor hun melk betalen over hun gehele basisassortiment.’ Een ander voorbeeld is het biologisch vlees, waarvoor je beter naar, zeg, Plus kunt dan naar Lidl. ‘Ik wil benadrukken dat er veel gebeurt in de hele sector. Ondanks het gedram dat je hoort van wereldverbeteraars. In het geval van Lidl, als discounter, is dat wel een prestatie. Ze zijn biologisch consumeren democratisch betaalbaar aan het maken.’
Na het bezoek aan de circulaire Lidl in Almere rijden de beide duurzame dames me voor, in hun elektrische bmw, naar hun hoofdkantoor in Huizen. Het is onlangs uitgebreid met een vleugel waar eerst een winkelfiliaal in zat. Binnen staat een groot rek met daarin per week alle folders van de grote concurrenten uitgestald. In een andere vitrine liggen de succesnummers uit het verleden, producten die prijzen hebben gewonnen en die elke Lidl-medewerker in zijn gedachten moet meedragen: de stroopwafels, de vaatwastabletten en de fairtrade chocoladerepen van het huismerk Way2Go. Alleen de boor zit er nog niet bij, de Parkside-accuboor die afgelopen herfst de dure merkboren versloeg in de consumententesten.
Wanneer ik voorzichtig probeer te vergelijken met de Action gaat er een siddering door de medewerkers. ‘Wil je dat nooit meer zeggen? Wij willen duurzame producten maken. Dat betekent dat ze lang mee moeten gaan.’
Kwaliteit staat echt centraal bij de bedrijfsvoering, zegt De Weerd. ‘Dat zit in het internationale dna. De laatste jaren is er het bewustzijn bij gekomen dat duurzaam en verantwoord deel is van kwaliteit. Het is dus alleen maar logisch dat je duurzame producten levert.’
Natuurlijk is de houding van de directie belangrijk, maar het kan niet alleen vanuit de top komen. ‘Het zit in de houding van de vakafdelingen. In de logistiek, de bouw, de inkoop. Ik merk dat het vooral voortbouwt op de efficiëntie waarmee we zijn grootgebracht. Geen geld verspillen als je dat zelf ook niet zou doen. Dat is geboren uit zuinigheid, een zuinigheid die al vanuit Duitsland meekwam met het bedrijf. Ik weet nog dat ik er in het begin op werd aangesproken als ik ergens een nietje te veel gebruikte. Dan vroegen ze: is dat wel nodig? Zo word je wel opgevoed.’ Over veel duurzame maatregelen werd amper gepraat. ‘Dat hoorde gewoon bij kwaliteit, vonden ze. Wat nu circulair heet, deden wij hier al lang, maar bij ons heette het reststromen benutten.’
Toch is efficiëntie niet altijd een wijze raadgever. Sommige bedrijven voeren efficiëntie zo door dat alle zorg voor de omgeving erbij inschiet. ‘Het voordeel is natuurlijk dat Lidl een familiebedrijf is. We kunnen keuzes maken die pas op lange termijn iets opleveren.’ Met andere woorden: er hijgen bij Lidl geen ongeduldige aandeelhouders in de nek en dat maakt alles anders.
Een stukje verderop zit misschien wel de belangrijkste zaal van Lidl. Dat is het smaaklokaal, waar leveranciers en medewerkers hun producten bereiden, testen en proeven, onder toeziend oog van Peter de Roos, inkoopdirecteur.
Zelf proeft hij graag mee, want de keuzes die hier worden gemaakt zijn cruciaal. ‘Het is een complex vraagstuk geworden. Recepturen veranderen kost tijd, maar er komen steeds meer wensen, eisen en verwachtingen bij. Wat je vandaag wil, is morgen al weer achterhaald. De ene keer staat dierenwelzijn in de aandacht, dan weer plantaardig eten. Eerst moest alles met minder zout, en nu gaat het allemaal om plastic. De grootste moeilijkheid is om al die duurzaamheidsaspecten af te wegen. Wat als je minder plastic wilt gebruiken, maar dan blijkt dat karton een grotere voetafdruk heeft? We laten ons goed informeren door academici en ngo’s. Maar we kunnen niet té grote sprongen maken. We zouden geen impact meer maken als de klant afhaakt.’
En daar zitten we bij het grootste knelpunt. Je kunt niet ontkennen dat er in de klant zelf een spanning zit tussen de burger die (meestal) pleit voor een betere wereld, en de consument die vooral zoekt naar zo veel mogelijk waar voor weinig geld. Het zou een stuk duurzamer zijn als we in de winter geen druiven en sperziebonen consumeren, want die moeten worden ingevlogen van andere continenten. Maar Lidl biedt ze aan, het hele jaar door. ‘Dat is waar, wij kiezen niet voor blokkeren. Dat is niet onze aanpak. Onze eerste prioriteit is: lokaal zoeken. Maar we willen geen klanten verliezen. Wat we vaak proberen is om twee lijnen aan te bieden: een basisproduct en een duurzamere variant voor de klant die verder wil gaan. Maar ondertussen proberen we de standaard voor de eerste langzaam te verhogen. Een kwart van onze omzet komt van producten met een duurzaamheidskeurmerk, dat is meer dan bij andere supermarkten.’
Maar is de combi van duurzaam en goedkoop nog wel vol te houden als supermarkten in een prijsoorlog verwikkeld zijn? ‘Prijsoorlog? Wij zijn altijd al goedkoop. Wij kunnen nu eenmaal leven met lagere marges, door onze efficiency.’
We hoeven er niet omheen te draaien: goedkoop en duurzaam bijten elkaar vaak. Maar dus niet altijd, zegt Dick Veerman van foodlog.nl. ‘Lidl laat zien hoe het allebei kan. Gewoon door allerlei onzin weg te laten.’
Gerelateerde artikelen
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- Nederland volledig vegan: het kán (De Groene Amsterdammer)
- Hete hangijzers in het voedselsysteem (1) - knutselen aan planten (Foodlog, De Groene Amsterdammer)
- Hoe Hollandse zaadbedrijven de wereld veroverden (De Groene Amsterdammer)
- 'Ik ben keiblij dat ik dit mag doen' (De Groene Amsterdammer)
Gebruikte Tags: duurzaam, voedsel