Kijk 1 (2015)
Napoleon is overal
Tweehonderd jaar geleden kwam keizer Napoleon Bonaparte ten val. Dat hij nog steeds wordt gezien als held, in plaats van als massamoordenaar, is nog wel zijn grootste prestatie.
589 x bekeken- Lees ook: "Economisch denken is zo glamorous" (Filosofie magazine)
Op 1 november 1814 begon het Congres van Wenen, waar de Europese leiders de nieuwe landsgrenzen gingen uittekenen. Eindelijk waren ze van die vermaledijde Napoleon af. Maar het duurde niet lang. De winter was nog niet voorbij, of de kleine, rusteloze strateeg was alweer terug in Frankrijk, om opnieuw ten strijde te trekken. Daar vond hij zijn Waterloo, letterlijk, maar de gebeurtenissen waren tekenend: Napoleon en Frankrijk, ze kunnen niet zonder elkaar.
Het is onvoorstelbaar hoe een man van amper dertig jaar oud half Europa kon veroveren, om vervolgens zo lang door te gaan dat zijn eigen land erdoor verwoest werd. Was hij een gek of een genie? En waarom gloeien de Fransen nog steeds van trots als ze spreken over de man die temidden van het gekerm van de slachtoffers nog kon nadenken over de manier waarop zijn kip klaargemaakt moest worden?
Bart van Loo schreef als francofiel al een heleboel boeken, maar ontdekte dat hij niet meer om deze man heen kon als hij Frankrijk wilde begrijpen.
Er zijn bibliotheken volgeschreven over deze man. Waarom nóg een boek over Napoleon?
“Napoleon is overal, niet alleen in de literatuur of de politiek, maar zelfs in de Franse keuken, waar gerechten naar hem zijn vernoemd. Ik kwam er niet meer onderuit: ik moest een boek over hem schrijven. Hier bij ons weten mensen amper iets van hem. Waterloo, dat kennen mensen wel, maar verder... Het laatste standaardwerk in het Nederland is een knoerd uit 1946. Dat is in Frankrijk natuurlijk wel anders. Maar daar is het probleem dat er amper kritisch debat is. De meeste boeken schrijven nog steeds vol bewondering over de man die miljoenen mensen de dood in heeft gejaagd. En nog steeds denken sommige mensen dat het tijd is voor een sterke leider. Het leek me daarom goed om de degens te kruisen met deze Corsicaan.”
Uw uitgangspunt in het boek is de Franse Revolutie. U dacht: twee moeilijke onderwerpen, die kan ik wel in één keer aan?
“Ik had geen zin om alle veldslagen nog eens te beschrijven. Ik wilde begrijpen wie deze man was en hoe hij heeft kunnen bestaan. Op een dag liep ik in Parijs een acteur tegen het lijf die ooit Lodewijk XVI had gespeeld, de koning die werd onthoofd tijdens de Revolutie. Toen wist ik het: de Revolutie. Dat wordt mijn kompas. Napoleon wilde altijd heel graag het tegenbeeld van de besluiteloze Lodewijk zijn. Hij begint als revolutionair, maar heeft er altijd een dubbele verhouding toe. Ik ga de Revolutie beëindigen, zegt hij. We gaan stoppen met de chaos. Hij stelt rechters aan, richt een centrale bank op en voert de leerplicht in. Als hij daar was gestopt, was hij een Franse James Washington geworden, een gevierde leider. Maar dat doet hij niet. Hij besluit ineens dat heel Europa recht heeft op de Revolutie.”
Hebben de mooie idealen van de Franse revolutie iets te maken met al het bloedvergieten dat erop volgde?
“Jazeker. Roepen om gelijkheid is heel tof, maar wie gaat het afdwingen? Als iedereen gelijk is, ontstaan er talloze pressiegroepen en sterke mannen die de wil van het volk tot stand willen brengen. Er is ergens dus een geheim pact tussen gelijkheid en tirannie. Frankrijk heeft de eer om tegelijkertijd de mensenrechten én de guillotine te hebben uitgevonden. Daarmee worden in Parijs, in naam van de mensenrechten, 16.000 tot 25.000 mensen onthoofd. Het pad naar de hel is geplaveid met ideologische zuiverheid.”
Hoe komt Napoleon bovendrijven?
“In het begin is hij nog een stip temidden van het revolutionaire gewoel. Maar die stip wordt groter en groter, tot hij de hele Revolutie opvreet. Hij komt precies op het juiste moment. Hij staat er een beetje buiten, als Corsicaan, waardoor hij nooit onder de guillotine terechtkomt. Terwijl het land op apegapen ligt, klimt hij op in de militaire hiërarchie en wint hij een grote campagne tegen Italië. Dat levert hem een ware heldenstatus op. Dat buit hij volledig uit. Hij maakt kranten die hem portretteren als geniale veldheer, en bovendien als aanstichter van de orde en vrede in Italië. Vervolgens gaat hij naar Egypte, in 1798, in een rampzalige pogingen om de Engelsen en Ottomanen te verslaan. Hij is dan 29 jaar jong. Als hij dan hoort dat het chaos in Frankrijk is, gaat hij naar huis. Hij deserteert gewoon! Hij laat zijn soldaten in de steek en gaat recht naar Parijs. Zelden heeft een volk zo naar een leider gesnakt. En zelden heeft een leider zo naar een volk gesnakt.”
En daar grijpt hij dus de macht. Maar dat kan toch alleen als hij steun van anderen krijgt?
“De bourgeoisie, de gegoede burgerij, die steunt hem. Die denkt: het is maar voor eventjes. En door zijn ordelijke maatregelen kan hij nog even verbloemen dat hij gewoon een dictator is. Hij houdt mensen in het gareel door ze goedbetaalde adviesbaantjes te geven. Hij onderscheidt mensen met het Legion d'Honneur. Het is gewoon 'een rammelaar', zegt hij zelf. Hij bouwt ondertussen een politiestaat op. En omdat hij weet dat hij legitimiteit mist, probeert hij uit alle macht een dynastie te stichten. Hij kroont zichzelf zelfs tot keizer. Terwijl het koningschap nog geen tien jaar geleden door de Revolutie is afgeschaft! Die gespletenheid laat hij altijd zien. Hij verraadt de Revolutie, maar verovert ondertussen half Europa om de Revolutie te brengen.”
En dat is dan wel weer knap, nietwaar?
“Wat is zes jaar nou? Wat hebben jij en ik gepresteerd in zes jaar? Hij loopt half Europa onder de voet en wordt keizer. Het is onvoorstelbaar. Hij is begin dertig. Soms heeft hij geluk, maar soms is hij geniaal, zoals bij Austerlitz, waar hij het Oostenrijkse en het Russische leger verslaat door eerst het wereldduurrecord marcheren aan flarden te slaan, vervolgens met zijn uitgeputte soldaten te doen alsof hij terugtrekt, waardoor de tegenstanders uit hun posities komen, waarna hij vanuit de andere flank iedereen inpakt. Zelfs zijn tegenstanders worden soms duizelig van bewondering. Maar hij gaat over lijken. Mens en onmens gaan bij hem samen. Na de slag bij Borodino, waar hij tienduizend soldaten heeft verloren, schrijft hij naar zijn vrouw om te vragen of zijn zoontje al tandjes heeft gekregen.”
Heeft hij niet gewoon een narcistische persoonlijkheidsstoornis?
“Ik ben geen psycholoog. Het zou een mooi excuus zijn, want dan kan hij eigenlijk niets doen aan de drie miljoen doden – de meest voorzichtige schatting. Ik zie vooral een tomeloos ambitieuze ziel, die te veel romantische literatuur heeft gelezen. In Polen verdwijnt hij ineens drie maanden van de radar omdat hij zich depressief voelt. Hij komt er alleen bovenop door een minnares, en door weer verder oorlog te voeren. Het is best interessant om zijn ziektebeeld eens helemaal op een rij te zetten. Niet alleen psychologisch, hij was namelijk een kleine, dikke, ziekelijke man, die continu last had van aambeien en waarschijnlijk is overleden aan maagkanker. Dat zou een boek op zich kunnen worden.”
Hoe komt het dat zijn eigen achterban hem zo lang bleef steunen, terwijl hij hun kinderen inzette als kanonnenvoer?
“Mensen willen een leider, vooral als er een vijand is waar ze bang voor zijn. Maar vooral weet hij ze voor zich te winnen met propaganda. Hij laat kunstenaars leugenachtige kunstwerken maken. Zoals het beroemde schilderij van Napoleon die in Jaffa de pestlijders aanraakt, in 1798. Terwijl het echte nieuws van die dag is dat hij drieduizend mensen heeft uitgemoord. Zo creëert hij een soort vergoddelijking.”
Wanneer zet zijn ondergang in?
“De echte problemen ontstaan in Spanje, waar hij in 1808 binnenvalt. Hij raakt verstrikt in een ware guerilla-oorlog, die zes jaar duurt. Zijn populariteit daalt, mensen deserteren massaal. Dan besluit hij ook nog Rusland te veroveren, omdat de tsaar zich niet houdt aan de handelsboycot tegen Engeland. Dat is hyperhubris. Hij vertrekt met 700.000 mensen. Zijn hele leger komt om door honger, kou en uitputting. Het lijkt hem niets te doen. Terwijl hij in een slee naar huis vertrekt, kraamt hij onzin uit over nieuwe veroveringen. De Grande Armée, het grootste leger van de wereldgeschiedenis, is zojuist vernietigd! Hij lijkt wel waanzinnig geworden. Hij blijft maar doorgaan, zelf als de geallieerden Frankrijk binnenvallen en plunderen. Hij gaat door tot de laatste snik. Het zijn uiteindelijk zijn eigen maarschalken die hem moeten dwingen tot troonsafstand. Tot de laatste minuut blijft hij geloven dat hij toch weer verder kan, het is echt een soap. In 1814 wordt hij op het eiland Elba gezet. Maar zelfs daar komt hij weer vandaan en weet hij nog een keer het volk achter zich te krijgen, voordat hij in Waterloo definitief wordt verslagen.”
Maar tegelijkertijd heeft hij Europa ook veel goeds gebracht, nietwaar? Zonder Napoleon hadden we geen achternaam gehad, en geen leerplicht.
“Ze zeggen altijd: hij heeft ons de Code Civil gebracht, het burgerlijk wetboek. Maar besef je wel dat hij dat doet op de punt van de bajonet. Overal waar hij komt, sluit hij een pact met de elite, en het gewone volk zuigt hij op in zijn leger. Ja, het is wel tof dat elke gemeente de burgerlijke stand bijhoudt, maar besef je wel dat de Fransen daar voor Napoleon al aan begonnen waren. Hij voltrekt alleen maar wat de Revolutie al had bedacht. Of hij vandaag de dag voor het Internationaal Strafhof zou worden geleid? Natuurlijk. Ongeacht zijn effectieve beleid als consul was hij als keizer natuurlijk gewoon een imperialistische rover.”
Hoe kan het dan dat hij in Frankrijk nog zo wordt bewonderd?
“Het is onbegrijpelijk. In Frankrijk is er amper een kritische blik op deze man. Zelfs in recente boeken lees je nog zinnen als “en toen werden we verslagen” of “heel Europa streed tegen ons”. Hoezo we? Hoezo ons? Hoe kan dat nou? Een tijdgenoot van hem schreef, ook al was hij een tegenstander van hem, 'we mogen niet afdingen op grootsheid'. Dat is Frankrijk. Fransen willen grandeur. En dat weet Napoleon te bieden. Vooral ná zijn dood eigenlijk. Vanaf zijn ballingsoord in de Atlantische Oceaan dicteert hij zijn memoires, waarin hij de gebeurtenissen flink naar zijn hand zet. Het slaat postuum in als een bom. 'Elke dag zal de herinnering aan mijn tirannie vervagen', voorspelt hij zelf al. En dat klopt. Als zijn boek uitkomt, swingen de romantiek en het nationalisme de pan uit. Er ontstaat een hele heiligenverering rond zijn persoon, waar Frankrijk nooit helemaal meer afstand van zal nemen. Dat is nog wel zijn knapste prestatie: zijn allergrootste overwinning heeft hij niet behaald als veldheer, maar als schrijver.”
Bart van Loo
Bart van Loo (1973) is een Vlaamse schrijver en conferencier die veel in de media verschijnt als kenner van het Franse boek en het Franse lied. Hij schreef o.a. een trilogie over Franse literatuur, met speciale aandacht voor eten en erotiek, en schreef een boek over chansons, vergezeld van een paar compilatie-cd's. Hij heeft een Franse vriendin en een half-Frans zoontje.
Vanaf deze maand ligt zijn nieuwe boek Napoleon. De schaduw van de revolutie in de boekhandel, waar ook zijn nieuwe theatertournee over zal gaan.
Gerelateerde artikelen
- De toekomst is van kurk (De Groene Amsterdammer)
- Circulaire zonnepanelen uit Nederland (De Groene Amsterdammer)
- De leegte van geweld (Karavaan der Zotten)
- Europa spoort niet (VPRO Gids)
- Staan in de wereld van nu (overig)
Gebruikte Tags: europa, geschiedenis, geweld
De Bourbons hebben de Fransen eeuwen lang uitgezogen. De Franse revolutie was een zegen voor Frankrijk en Europa. Napoleon had een gespeten imago, zelfs nu nog. Hij moest Frankrijk verdedigen tegen alle adellijke dictators om zich heen. Frankrijk was een luis in de pels van feodaal Europa. Zeker had hij een megalomane persoonlijkheid en gebruikte de gewone man in zijn immense legers. Echter Engeland, Rusland enz deden dat ook. Maar zoals u in een van de titels van uw boeken zegt “De wereld wordt niet vanzelf liberaal (VPRO Gids)” de Franse revolutie gaf de mensen hoop daarom wordt hij nog steeds geëerd.
Henk Mesmanh - 07-05-’21 09:27